5H 2122 H13.4 grenswaarden en veiligheid

5H SK @ LPM
grenswaarden en veiligheid
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5H SK @ LPM
grenswaarden en veiligheid

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van deze les...
  • weet je wat bedoeld wordt met een grenswaarde
  • kun je uitleggen wat de ADI-waarde van een stof is
  • kun je uitleggen wat TGG-8 en LD-50 zeggen over de giftigheid van een stof
  • kun je rekenen met  de ADI-waarde, TGG-waarde en LD-50

Slide 2 - Tekstslide

Giftige stoffen 
“Poison is in everything, and no thing is without poison. The dosage makes it either a poison or a remedy.”
Uitspraak Paracelsus, zweedse arts (1493-1541)

De giftigheid van een stof wordt dus 
bepaald door de hoeveelheid die je 
van de stof binnen krijgt

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg
In het volgende filmpje geeft Freek Vonk uitleg
 over giftigheid van stoffen 
(niet essentieel, wel superleuk om te kijken!)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Voorbeeld: atropine
  • Wordt verkregen uit de dodelijkste bessen 
van de wolfskers (Atropa belladonna)



  • ± 10 bessen zijn dodelijk voor een mens

  • Werd gebruikt om pupillen te verwijden, wat vroeger als 
schoonheidsideaal (belladonna) werd gezien
  • In moderne geneeskunde o.a. gebruikt bij hartritmestoornissen

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld: botuline-toxine (botox)
  • Meest potente gif dat bekend is.
  • Neurotoxisch: eiwit legt zenuwcellen tijdelijk stil.
  • bij 0,2 • 10⁻⁹ gram per kg lichaamsgewicht gaat 50% dood
  • Wordt in zeer lage doseringen toch 
gebruikt als cosmetisch hulpmiddel.

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg
In het volgende filmpje wordt uitgelegd op welke manieren je de giftigheid van stoffen kunt aangeven.
Ook wordt uitgelegd wat het verschil is tussen acute en chronische toxiciteit


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

LD-50 

  • De LD-50 is maat voor acute giftigheid (lethal dose)
  • Dit is de dosis van een stof waarbij de helft van de proefdieren overlijdt, uitgedrukt in mg per kg lichaamsgewicht.

Slide 10 - Tekstslide

Waarom is LD50 van water niet 0?

Slide 11 - Tekstslide

Bij een giftige stof, is de LD-50 dan hoog of juist laag?
A
Hoog
B
Laag
C
Geen idee

Slide 12 - Quizvraag

uitleg
Een giftige stof betekent dat je er maar weinig voor nodig hebt om ziek van te worden, of zelfs dood van te gaan.
De LD50 is dus laag. Bij een lage dosis gaat dan al 50% van de proefdieren (of cellen) dood.

Slide 13 - Tekstslide

TGG-waarde
  • Grenswaarde: Het Tijd Gewogen Gemiddelde van een stof

  • Maximale concentratie van een stof waar een volwassen persoon gedurende 8 uur (TGG-8) aan mag worden blootgesteld zonder gezondheidsproblemen.
  • Uitgedrukt in mg per m3 , of soms in ppm (parts per million) 
  • Er is voor sommige stoffen ook een TGG-15: deze concentratie geldt voor 15 minuten



Slide 14 - Tekstslide

De TGG-8 waarde zegt iets over
A
De gemiddelde hoeveelheid er van een stof in een ruimte aanwezig mag zijn gedurende de werkdag.
B
De kans dat een giftige stof in een bepaald etenswaar aanwezig is.
C
De hoeveelheid waarbij de helft van de proefdieren dood gaat.
D
De gemiddelde hoeveelheid die gedurende een piek van 15 minuten mag aanwezig zijn.

Slide 15 - Quizvraag

De TGG-15 van stof X is hoger of lager dan de TGG-8 voor deze stof...
A
hoger want een gemiddelde over 8 uur moet per 15 minuten lager zijn
B
lager want een gemiddelde over 8 uur is per 15 minuten hoger

Slide 16 - Quizvraag

uitleg
Een stof is in een bepaalde hoeveelheid giftig. Deze hoeveelheid mag niet overschreden worden in een totaal van 15 minuten (TGG-15) of 8 uur (TGG-8). Als je de hoeveelheid stof moet verdelen over 8 uur zal de concentratie dus LAGER moeten zijn dan dat de concentratie in 15 min mag zijn.
De TGG-15 zal dus HOGER zijn dan de TGG-8.

PS niet alle stoffen hebben een TGG-15. Stoffen waarbij een TGG-15 relevant is, dus die behoorlijk giftig zijn, kennen twee grenswaarden.

Slide 17 - Tekstslide

ADI-waarde
  • Aanvaardbare dagelijkse inname (acceptable daily intake)
  • Aantal mg per dag per kg lichaamsgewicht dat een persoon binnen mag krijgen zonder gezondheidseffecten.
  • Voor medicijnen en additieven in voedingsmiddelen.


Slide 18 - Tekstslide

Wat betekent een ADI-waarde
van een stof?
A
Wanneer die stof schadelijk voor je is
B
Hoeveel gram je van die stof per dag mag innemen
C
Wat de Algemene Dagelijkse Inname van een stof is
D
Hoeveel mg je van die stof per kg lichaamsgewicht mag innemen.

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de ADI-waarde van mentol?
Gebruik Binas tabel 95.

Slide 20 - Open vraag

Hoeveel mg tin mag een man van 85 kg binnenkrijgen?
A
17
B
85
C
170
D
850

Slide 21 - Quizvraag

Een vrouw weegt 60 kg en krijgt 300 mg nitraat binnen. Is de ADI-waarde overschreden?


A
nee
B
ja

Slide 22 - Quizvraag

Een persoon weegt 75 kg. Hij krijgt 25 gram van een stof binnen waarvan je 0,3 gram per kg lichaamsgewicht mag binnenkrijgen.
Hoeveel mag de persoon binnenkrijgen?
A
0,3 gram
B
25 gram
C
22,5 gram
D
75 gram

Slide 23 - Quizvraag

rekenen met gehaltes
vaak worden grenswaarden in gehaltes uitgedrukt. Dat maakt het makkelijker om mee om te gaan in het dagelijks leven.
procent = (deel/geheel)*100 %
promille = (deel/geheel)*1000 ‰
ppm = (deel/geheel)*10⁶ 
ppb = (deel/geheel)*10⁹
aantekening

Slide 24 - Tekstslide

Zoek op wat de TGG-8 is van CS₂ (koolstofdisulfide).
Bereken hoeveel mg CS₂ zich bevindt in 1,0 L lucht
als de TGG-waarde is bereikt.

Slide 25 - Open vraag

Zoek op wat de TGG-8 is van CS₂ (koolstofdisulfide). Bereken hoeveel massa-ppm dit is. Neem voor de dichtheid van lucht: 1,3 kg/m³.
PS: massa-ppm = parts per million = (deel / geheel) * 10⁶

Slide 26 - Open vraag

Sjakie laat per ongeluk 2,0 L zwaveldioxidegas (T=273 K) ontsnappen in een ruimte van 60 m³. Bereken of de 8-uurs-grenswaarde van zwaveldioxide wordt overschreden.
Gebruik gegevens uit Binas 12 en 97A.

Slide 27 - Open vraag

HW
nu zelf opgaven maken!
Lees 13.4
Maak 38, 40, 41

Slide 28 - Tekstslide