les 11 ziekten van het zenuwstelsel

ziekten van het zenuwstelsel
storingen hebben voorrang
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

ziekten van het zenuwstelsel
storingen hebben voorrang

Slide 1 - Tekstslide

Het zenuwstelsel
De zenuwen en hersenen maken deel uit van het zenuwstelsel.
Het zenuwstelsel bevat miljoenen zenuwcellen. 


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Er zijn 3 typen zenuwen
gevoelszenuwencellen
Geleiden impulsen van zintuigen naar het centrale zenuwstelsel. Soms wel een meter lang.
 
bewegingszenuwcellen
Geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar spieren of klieren.  Een bewegingszenuwcel heeft één lange uitloper soms wel een meter lang.

schakelcellen
Geleiden impulsen binnen het centrale zenwustelsel. Ze verbinden de uitlopers van gevoels- en bewegingszenuwcellen. Ze zijn onderling verbonden door middel van uitlopers.

Er worden via duizenden uitlopers tegeleijk impulsen doorgegeven.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

De hersenen
De hersenen bestaan uit: hersenstam, grote hersenen en kleine hersenen.

De hersenstam ligt in het verlengde van het ruggenmerg. Geleidt impulsen van het ruggenmerg naar de grote en kleine hersnenen en in omgekeerde richting.
De hersenstam geeft deze impulsen door aan de grote en kleine hersenen en aan de spieren en klieren in hoofd en hals.

Grote en kleine hersenen bestaan elk uit twee helfen. Een linker en een rechterhersenhelft.
Er zijn verschillende gebieden in de hersenen gekoppeld aan bepaalde functies.

Slide 6 - Tekstslide

Hersencentra
In de grote hersenen komen veel impulsen aan vanuit de zintuigen

Slide 7 - Tekstslide

Reactie op prikkels
Inwendige prikkel: honger
Uitwendige prikkel: ik ruik iets lekkers

bewuste reactie  bijv. bij een duw: impulsen van zintuigcellen in de huid via gevoelszenuwcellen naar schakelcellen in het ruggenmerg ->schakelcellen in de hersenstam->schakelcellen in de grote hersenen -> verwerking in de gevoelscentra   -> bewustheid        
impuls in bewegingscentra in de grote hersenen -> kleine hersenen -> hersenstam -> ruggenmerg  . Vanuit de hersenstam gaan impulsen via de bewegingszenuwen naar de spieren.                                                                    











Slide 8 - Tekstslide

reflex
Schakelcellen in het ruggenmerg geleiden impulsen naar de hersenen.
Omdat de weg via de hersenstam naar de grote hersenen langer is dan de weg van het ruggenmerg naar de armspieren, trek je eerst je hand terug en voel je daarna pas pijn. Dit is nodig om het lichaam te beschermen tegen beschadigingen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Maak opdrachten 1 t/m 12 van hoofdstuk 11

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Ziekten van het zenuwstelsel
De volgende dingen komen aan de orde:

  • Hoofdpijn
  • migraine
  • epilepsie
  • MS
  • ziekte van Parkinson

Slide 13 - Tekstslide

Onderzoeken zenuwstelsel
  • de psychische gesteldheid
  • het bewustheidsniveau en de oriëntatie van de patiënt
  • het geheugen
  • diverse cognitieve vaardigheden (verbale expressie)
  • het functioneren van de spieren , motoriek
  • de symmetrie van handelingen met de verschillende lichaamshelften
  • het functioneren van de peesreflexen (met rubber hamertje)
Coördinatie -> vinger-neus-proef
Functioneren van zintuigen, maar ook het functioneren van de sluitspier en de darm.
EEG hersenfilmpje, CT-scan, MRI-scan, lumbale punctie (hersenvocht afnemen), bloedtests en angiografie (contrastvloeistof om zicht te krijgen op bloedvaten)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Hoofdpijn
Meer dan 90% van de mensen heeft een keer last van hoofdpijn. Mogelijke oorzaken zijn: verwijding van de bloedvaten, spanning in de nekspierenen het hoofd of door een ontsteking.

  • Spanningshoofdpijn
  • Migraine

Slide 18 - Tekstslide

spanningshoofdpijn
Veroorzaakt door spierspanning in het nek-schoudergebied, geestelijke overbelasting, langdurig lezen of slecht gezichtsvermogen.

  •  nervositeit
  •  of met ontspanning na een periode van spanning
  •  veelal vrouwen
  •  Kan in aanvallen optreden of langdurig zijn van aard
  •  Soms met misselijkheid. 
  •  Alcoholgebruik of beweging verergeren klachten niet.

Slide 19 - Tekstslide

klachten spanningshoofdpijn
  • beklemmend gevoel (als band om het hoofd)
  • In het voorhoofd, slapen, kruin of achterhoofd
  • eenzijdig of aan beide kanten
  • wordt erger naarmate de dag vordert

Spanningshoofdpijn kan ook tegelijkertijd optreden met migraine

Slide 20 - Tekstslide

Behandeling
Een arts moet onderzoeken doen om andere oorzaken uit te sluiten. (hersentumor of hersenbloeding)
Gesprek met patiënt over mogelijke factoren die verband houden met de hoofdpijn. Soms hulp van psycholoog of fysiotherapeut

Paracetamol, asperine en ibuprofen helpen in de meeste gevallen.
! overmatig gebruik van pijnstillers kan hoofdpijn veroorzaken!

Slide 21 - Tekstslide

Migraine
  • 2 tot 2,5 miljoen Nederlanders hebben migraine.
  • Gemiddeld hebben ze 2 aanvallen per maand.
  • Het komt vaker voor bij vrouwen.
  • Voor het 40e levensjaar voor het eerst.


Slide 22 - Tekstslide

Factoren die migraine kunnen uitlokken
  • Erfelijke aanleg
  • wakker liggen
  • honger
  • scherp gekruid voedsel
  • bepaalde levensmiddelen (denkt men)
  • alcohol
  • bepaalde zintuiglijke prikkels (o.a. fel licht, geuren, lawaai)
  • hormonale factoren

Slide 23 - Tekstslide

Fasen en symptomen van migraine
Migraine treedt op in aanvallen.
Er zijn 2 hoofdtypes: 
  • migraine zonder aura (85%) 
  • migraine met aura (15%)

Fasen van een migraineaanval:
  • prodomen (algemene verschijnselen die voorafgaan)
  • voorspellen symptomen
  • hoofdpijn
  • andere symptomen
  • symptomen achteraf

Slide 24 - Tekstslide

Prodomen
  • Veranderingen in waarnemingsvermogen
  • prikkelbaarheid
  • terughoudendheid
  • trek in bepaalde levensmiddelen
  • spraakproblemen

Slide 25 - Tekstslide

Voorspellende symptomen (aura)
  • flakkerende lichten, of zichzeglijnen zien, troebel zicht
  • gevoelsstoornissen of moeite met het praten

Slide 26 - Tekstslide

Hoofdpijn
  • gematigd of sterk
  • verhindert normaal functioneren
  • kloppend of bonzend
  • eenzijdig
  • wordt erger bij lichamelijk inspanning

Slide 27 - Tekstslide

andere symptomen
  • overgevoeligheid voor geluid
  • overgevoeligheid voor licht
  • misselijkheid
  • braken
  • bleekheid
  • ziek gevoel

symptomen achteraf: Vermoeiheid

Slide 28 - Tekstslide

Behandeling
  • Doel is een aanval voorkomen
  • pijnstillers: paracetamol, asperine, ibuprofen eventueel gecombineerd met een middel tegen misselijkheid
  • pijnstillers innemen bij de algemene verschijnselen vooraf om effect te hebben
  • Koele donkere, rustige omgeving, rust en slapen kunnen verlichten
  • symptomene kunnen in de loop der jaren veranderen of verdwijnen

precisiemedicijnen zijn verkrijgbaar als pillen, neusspray, zetpillen of injecties

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video