NIER

Thema Uitscheiding







Nieren en urinewegen

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema Uitscheiding







Nieren en urinewegen

Slide 1 - Tekstslide

Doelstelling: 


Je moet in een context, met behulp van afbeeldingen, de functies en kenmerken van delen van de nieren en urinewegen kunnen noemen.






    * Bouw van de nieren 

    * Ligging van de nieren

    * Werking van de nieren 
        --> vorming van urine

    * Bouw van de urinewegen



    Slide 2 - Tekstslide

    Nieren

    Taak van de nieren:

    • Afvalstoffen verwijderen uit het bloed (uitscheiding)
    • Constant houden van de osmotische waarde van het bloed en interne milieu


    Slide 3 - Tekstslide

    Bouw van de nier

    Nier is opgebouwd uit vier duidelijk te onderscheiden onderdelen:

    • Nierkapsel
    • Nierschors 
    • Niermerg 
    • Nierbekken

    Bijnier = hormoonklier die bovenop elke nier ligt

    Slide 4 - Tekstslide

    Ligging van de nieren
    • Hoog in de buikholte.
    • Tegen achterste buikwand.

    • Weerszijden van wervelkolom 1 nier.
    • Holle kant naar elkaar toe.
    • Nieren zijn buikorganen.
    • Worden beschermd door de borstkas.

    Slide 5 - Tekstslide

    Tot welk stelsel behoren de nieren?
    A
    Transportstelsel
    B
    Ademhalingsstelsel
    C
    Uitscheidingsstelsel
    D
    Zenuwstelsel

    Slide 6 - Quizvraag

    Benoem de onderdelen van de nier van buiten naar binnen.
    A
    Nierkapsel, niermerg, nierschors, nierbekken
    B
    Nierkapsel, nierschors, nierbekken, niermerg
    C
    Nierkapsel, nierbekken, nierschors, niermerg
    D
    Nierkapsel, nierschors, niermerg, nierbekken

    Slide 7 - Quizvraag

    De nieren liggen.....
    A
    Laag in de buikholte
    B
    In het midden van de buikholte
    C
    Hoog in de buikholte
    D
    In de borstholte

    Slide 8 - Quizvraag

    Slide 9 - Video

    Niereenheid (nefron)  -->  Uitleg bioplek

    Slide 10 - Tekstslide

    Doorbloeding van de nier

    Per minuut stroomt er ruim 1 liter bloed door de nieren.


    Hart --> aorta --> 

    nierslagader --> kleinere nierslagadertjes --> Glomerulus --> haarvaten rond de nierbuisjes  --> kleinere nieradertjes -->  nierader --> 

    onderste holle --> Hart




    Slide 11 - Tekstslide

    Vorming van Urine

    Het lichaampje van Malpighi = kapsel van Bowman om een glomerulus


    Door bloeddruk wordt deel van het bloedplasma uit glomerulus (opgerold kluwen slagader) in de holte van het kapsel van Bowman  geperst: Ultrafiltratie
    Vocht in kapsel van Bowman: voorurine.


    Voorurine bevat geen:

    grote bloedeiwitten/bloedcellen/bloedplaatjes (waarom niet, denk je?)

    Voorurine bevat wel:

    heel veel Water/Glucose/Aminozuren/opgeloste Zouten/Afvalstoffen

    Slide 12 - Tekstslide

    Terugresorptie

    Volgorde in de niereenheid (nefron): Eerst is er ultrafiltratie in de lichaampjes van Malpighi --> vorming van voorurine.

    In voorurine zitten bruikbare stoffen --> die worden na de ultrafiltratie weer in het bloed opgenomen = Terugresorptie

    Terugresorptie vindt plaats in de gekronkelde buisjes (tubulus)/lis van Henle/verzamelbuis (een klein deel).

    Welk proces zorgt voor het terug resorberen van stoffen naar het bloed?

    Waar komt de energie vandaan om deze actie te kunnen uitvoeren?




    Slide 13 - Tekstslide

    Slide 14 - Tekstslide

    Urine

    Na de terugresorptie blijft er uiteindelijk maar 1% voorurine over: is nu urine geworden


    Urine gaat door --> de verzamelbuizen --> nierbekken --> urine leiders --> urineblaas --> naar buiten


    Gemiddeld produceer je per etmaal 1.5 tot 2 liter urine.

    Slide 15 - Tekstslide

    Urine wegen

    Nierkapsel

    Nierschors: niereenheden (nefronen), ultrafiltratie in lichaampjes van Malpighi, daarna terugresorptie

    Niermerg: vervolg v.d. terugresorptie in lissen van Henle en verzamelbuizen

    Nierbekken: Verzamelen van urine 

    Urineleider: 20 tot 30 cm lang 

    Urineblaas





     


    Slide 16 - Tekstslide

    Urineblaas (vesica urinae)


    Is deze afbeelding van de blaas van een man of van een vrouw?

    Slide 17 - Tekstslide

    Hoeveel urine?

    De urine vorming hangt af van een aantal factoren:

    • De hoeveelheid opgenomen vocht.
    • De hoeveelheid opgenomen zouten.
    • De hoeveelheid vocht en zouten die je verliest door transpiratie.

    Slide 18 - Tekstslide

    Urinewegen

    Urine sijpelt vanuit de verzamelbuizen in de nierkelken - nierbekken.

    Hier beginnen de urinewegen.

    De volgende organen maken deel uit van de urinewegen:

    • Nierkelken
    • Nierbekken
    • Twee urineleiders
    • Urineblaas
    • Plasbuis

    Slide 19 - Tekstslide

    Een survivaltocht (1)
    Op 14 april 1994 verdwaalde de Italiaanse hardloper Mauro Prosperi tijdens een meerdaagse toch door de Sahara. Pas na negen dagen werd hij door de bedoeïenen gevonden. Medisch-biologen waren er verbaasd over dat hij zonder water en voedsel zo lang had kunnen overleven. Ze ondervroegen hem over zijn gedrag. Hij bleek zeer verstandig te zijn omgegaan met zijn water- en energiehuishouding.

    Slide 20 - Tekstslide

    Een survivaltocht (2)
    Zo was hij alleen 's nachts actief bezig zijn weg te zoeken. Overdag deed hij zo weinig mogelijk. Hij gebruikte zijn eigen, kleine hoeveelheden urine als de voornaamste bron van vocht en was gedurende de hele periode niet in paniek geraakt. 

    Slide 21 - Tekstslide

    9. (2p) In welk gedeelte van een nefron (niereenheid) werd ervoor gezorgd dat Prosperi zo veel mogelijk water uit de voorurine terugresorbeerde, zodat hij slechts kleine hoeveelheden urine produceerde?
    A
    In de Lis van Henle
    B
    In het kapsel van Bowman
    C
    In het nierbuisje
    D
    In de glomerulus

    Slide 22 - Quizvraag

    Welke pijl geeft terugresorptie aan?
    Welke pijl geeft ultrafiltratie aan?

    Slide 23 - Open vraag

    Verklaar waardoor bij diabetespatiënten zoete urine wordt gevormd

    Slide 24 - Open vraag

    Slide 25 - Video

    Slide 26 - Video

    Slide 27 - Video

    Slide 28 - Video

    Slide 29 - Video