Bron H + I


Haz el ejercicio 25
en la página 66-67
en tu libro de trabajo.
timer
15:00
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Haz el ejercicio 25
en la página 66-67
en tu libro de trabajo.
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

  1. Un problema
  2. Todo el día, todo los días
  3. Unos consejos
  4. Cuatro comidas al día
  5. El desayuno, el almuerzo,
    la cena  
  6. Más, menos 
  7. La carne
  8. Dos o tres veces a la semana
Haz el ejercicio 26 y 27a 
en la página 68-69
en tu libro de trabajo.
timer
4:00

Slide 4 - Tekstslide

Haz el ejercicio 26 y 27 en la página 68-69
en tu libro de trabajo.
timer
20:00

Slide 5 - Tekstslide

El ejercicio 26 y 27.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Herhaling: lidwoorden
Ken je ze nog?

Slide 9 - Tekstslide

Herhaling
Mannelijke & vrouwelijke 
woorden



Vrouwelijke woorden eindigen op...?

Slide 10 - Tekstslide

Mannelijk 
vs 
vrouwelijk

Slide 11 - Tekstslide

Mannelijk vs vrouwelijk

Slide 12 - Tekstslide

Haz el ejercicio 28 en la página 70 
en tu libro de trabajo.
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoorden
Deze / dit =  este, esta, estos, estas 
Die / dat = ese, esa, esos, esas
 
Geen zelfstandig naamwoord? Esto / eso

Slide 15 - Tekstslide

Iemand anders voorstellen
Gebruik de aanwijzend voornaamwoorden om elkaar voor te stellen. 

In drie- of viertallen. 
Een van jullie stelt de andere twee klasgenoten aan elkaar voor. Wissel daarna van rol. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Zet de juiste aanwijzende voornaamwoorden in de zin.
Voorbeeld >(die) __________ restaurante se llama Las Tapas. 
  1.  (dit) __________ manzanas son rojas.
  2. (dat) __________ camarero se llama Julio.
  3. (die) __________ plato es delicioso.
  4. (dat) __________ receta es mi preferida.
  5. (deze) __________ chico no come carne porque es vegetariano.
timer
3:30

Slide 18 - Tekstslide

Haz el ejercicio 29 y 30 en la página 70-72 en tu libro de trabajo.
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Restaurante

Slide 20 - Tekstslide