Les 9: Journalistiek

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide


MEDIAWIJSHEID



Basis/Kader 3 - Periode 2
Les 9: Journalistiek

Slide 3 - Tekstslide

Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.
uitleg
Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

...ken je de begrippen bron, feit, mening, vooroordeel, argument, objectief en subjectief. (R)
...weet je wat een bron betrouwbaar maakt. (R)
...kun je populaire media en kwaliteitsmedia onderscheiden van elkaar (T1)

Slide 5 - Tekstslide

Journalistiek
Bronnen ken je vast nog van het vak geschiedenis. In de media zijn bronnen ook heel belangrijk. Een bron is informatie. En media brengen informatie over. Een veelgebruikte bron op de middelbare school is de online encyclopedie Wikipedia.
Toch is Wikipedia niet altijd een betrouwbare bron:
bron
Plek waar informatie vandaan komt. Bijvoorbeeld: een ooggetuige of een krantenartikel.

Slide 6 - Tekstslide

Artikel:
Op Wikipedia woedde 5 jaar lang een oorlog die nooit heeft bestaan



Van 1640 tot 1641 woedde er een oorlog tussen Portugal en India. Althans, dat konden we tot voor kort lezen op Wikipedia. In werkelijkheid heeft dit ‘Bicholim Conflict’ nooit plaatsgevonden. Het hersenspinsel van een creatieve vrijwilliger van de internet-encyclopedie heeft desondanks vijf jaar lang online gestaan.
Bron: Volkskrant

Slide 7 - Tekstslide

Journalistiek
Nu zijn ze bij Wikipedia over het algemeen streng in het controleren, maar omdat iedereen er iets op kan zetten, wordt de betrouwbaarheid van media steeds belangrijker. De journalistiek speelt daarom een belangrijke rol in het maken van nieuws. Sterker nog, de nieuwsberichten van journaals, kranten en nieuwssites bepalen vaak de manier waarop we naar maatschappelijke vraagstukken kijken.
betrouwbaarheid
De eerlijkheid of geloofwaardigheid van een persoon of informatie.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe weet je of nieuws betrouwbaar is?
Ze passen hoor en wederhoor toe.
Dit wil zeggen dat een journalist alle kanten van een verhaal vertelt.
Ze scheiden feiten en meningen van elkaar.
Het is duidelijk wanneer er een mening wordt gegeven, dan staat het tussen “deze haakjes” en wordt iemand geciteerd.
Ze gebruiken feiten die terug te vinden zijn in andere bronnen.
Alle feiten zijn te controleren met andere bronnen.

Slide 9 - Tekstslide

Journalistiek
Een goede journalist vermeldt alleen de feiten en laat zijn eigen mening weg. Feiten zijn namelijk objectief en geven aan hoe iets werkelijk is. Meningen zijn subjectief, ze geven aan wat iemand ergens van vindt. Omdat nieuws alleen de feiten bevat, kan jij als kijker of lezer zelf bepalen wat je ervan vindt.
feit
Iets dat je kan controleren en waarvan de werkelijkheid vaststaat.
mening
Wat iemand van iets vindt. 
objectief
Iets dat aangeeft hoe iets werkelijk is. Dit kan gecontroleerd worden.
subjectief
Bevat vooral meningen omdat het aangeeft wat iemand ergens van vindt.

Slide 10 - Tekstslide

Kwaliteitskranten:
  • Doelgroep: mensen met een hogere opleiding.
  • besteden veel aandacht aan: politieke, economische en maatschappelijke ontwikkelingen.
  • Lange artikelen en ingewikkelde teksten.
  • De kwaliteitskrant ziet er vaak veel rustiger uit.

Voorbeelden van kwaliteitskranten zijn: Volkskrant, Trouw, NRC
Populaire kranten:
  • Doelgroep: breed publiek (= veel verschillende soorten mensen)
  • geven veel aandacht aan misdaad, rampen, sport en gebeurtenissen rond bekende nederlanders.
  • Korte artikelen en makkelijke teksten.
  • Zij gebruiken vaak hele dik geschreven koppen en grote foto's.

Voorbeelden van populaire kranten zijn: Telegraaf, AD.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht - media
Gebruik je telefoon om te kijken of de volgende media populair of kwalitatief zijn:
  • MSN.nl
  • Het Financieele Dagblad
  • Telegraaf
  • NRC
  • De Morgen
  • FOK!
Waar zie je dat aan?

Slide 12 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
  • Bron
  • Feit 
  • Mening
  • Objectief
  • Subjectief


Slide 13 - Tekstslide

Nepnieuws
Aan het begin van deze les spraken we al over Wikipedia. Het internet biedt iedereen de mogelijkheid om een rol te spelen in de nieuwsvoorziening.
Je hoort dan ook steeds vaker het woord nepnieuws. Dat zijn artikelen die er betrouwbaar uitzien, maar dit eigenlijk helemaal niet zijn. Omdat ze er zo betrouwbaar eruitzien, worden ze via sociale media vaak gedeeld.
nepnieuws
Nieuwsartikelen die er betrouwbaar uitzien, maar dat niet zijn. Ze verspreiden nieuws dat niet waar is.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Artikel:
Coronapaniek werkt nepnieuws in de hand

Nu ook Nederland in de ban is van het coronavirus, wordt nepnieuws over Covid-19 aan de lopende band verspreid. Dit kan leiden tot grote ongerustheid en onduidelijkheid.

Allerhande huis-tuin-en-keukentips waarmee je het virus niet zou oplopen, filmpjes van mensen die zomaar op straat neervallen getroffen door Covid-19, en berichten over een ziekenhuis in Noord-Brabant waar de situatie niet meer onder controle zou zijn.

Lees het hele artikel

Bron: RTL Nieuws, 2020

Slide 16 - Tekstslide

Waarom zouden mensen snel nepnieuws maken over het coronavirus?

Slide 17 - Open vraag

Nepnieuws of niet?
Geef van ieder ‘nieuwsfeit’ aan of dit betrouwbaar is en waaraan je dit kunt zien.

Slide 18 - Tekstslide

#1 Het gaat weer vriezen
AMSTERDAM – Volgens meteorologisch instituut Weeronline gaat de temperatuur komende dagen ’s nachts beneden het vriespunt.

Slide 19 - Open vraag

#2 Ontslag wacht agenten na arrestatie
BREDA – Twee agenten uit Breda zullen binnenkort ontslagen worden nadat beelden online kwamen waarin ze hardhandig een dief arresteerden.

Slide 20 - Open vraag

#3 Klimaatproblemen blijken grote leugens
Volgens dhr. D.L. Regeert zijn de klimaatproblemen een grote leugen. Het weer is ieder jaar anders. “Vorig jaar sneeuwde het nog in januari,” aldus de fanatieke klimaatontkenner.

Slide 21 - Open vraag

#4 Dodental van Amerikaanse bomaanval op 94
Het dodental van de Amerikaanse bomaanval op Afghanistan is opgelopen tot 94, zegt een woordvoerder van de provincie Nagarhar. Volgens de woordvoerder zijn de doden allen IS-strijders.

Slide 22 - Open vraag

In de huid van een nepnieuws maker
Kruip in de huid van een nepnieuwsmaker. Weet jij hoe je nepnieuws maakt? Leer alle trucs en tips op SlechtNieuws.nl.

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de goede betekenis van:
bron
A
Een plek waar je informatie vandaan haalt.
B
Iets dat informatie geeft.
C
Een plek waar je informatie koopt.
D
Een plek waar je water kan halen.

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de goede betekenis van:
feit
A
Iets dat je niet kan controleren.
B
Iets dat je kan controleren.
C
Iets dat je vindt.
D
Iets dat iemand anders vindt.

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de goede betekenis van:
mening
A
Iets dat je niet kan controleren.
B
Iets dat je kan controleren.
C
Iets dat je vindt.
D
Iets dat iemand anders vindt.

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de goede betekenis van:
objectief
A
Wat iemand ergens van vindt.
B
Hoe iets werkelijk is.
C
Iets dat je kan controleren.
D
Iets dat gebeurd in de media.

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de goede betekenis van:
subjectief
A
Wat iemand ergens van vindt.
B
Hoe iets werkelijk is.
C
Iets dat je kan controleren.
D
Iets dat gebeurd in de media.

Slide 28 - Quizvraag

Een bedrijf dat nieuwsberichten verkoopt aan nieuwsbedrijven, noemen we een:
A
Journalist
B
Redactie
C
Persbureau
D
Mediabedrijf

Slide 29 - Quizvraag

Journalisten zijn belangrijk in onze samenleving, omdat:
A
Ze weten wat er in de samenleving speelt.
B
Ze zorgen voor infotainment.
C
Ze de overheid en organisaties controleren op fouten.
D
Ze de informatie vanuit de overheid overbrengen.

Slide 30 - Quizvraag

GEEN kenmerk van een betrouwbare bron is:
A
Er staan veel taal- en spelfouten in de bron.
B
In het bericht wordt een andere nieuwsbron aangehaald.
C
Alle partijen komen in het nieuwsbericht aan het woord.
D
Het bericht gaat alleen maar over feiten.

Slide 31 - Quizvraag

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 32 - Open vraag

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 33 - Open vraag