7.4 De wereld wordt kleiner

7.4 De wereld wordt kleiner



Leerdoelen:

  • Ik kan uitleggen wat globalisering is. 
  • Ik begrijp waarom de EU handelsverdragen (-akkoorden) afsluit met niet-EU landen. 
  • Ik kan uitleggen waarom internationale handel steeds meer toeneemt.
  • Ik kan aangeven welke gevolgen dit heeft voor de werkgelegenheid in de wereld en NL. 
  • Ik kan uitleggen hoe Nederland zijn internationale concurrentiepositie kan behouden.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.4 De wereld wordt kleiner



Leerdoelen:

  • Ik kan uitleggen wat globalisering is. 
  • Ik begrijp waarom de EU handelsverdragen (-akkoorden) afsluit met niet-EU landen. 
  • Ik kan uitleggen waarom internationale handel steeds meer toeneemt.
  • Ik kan aangeven welke gevolgen dit heeft voor de werkgelegenheid in de wereld en NL. 
  • Ik kan uitleggen hoe Nederland zijn internationale concurrentiepositie kan behouden.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is globalisering volgens jou?

Slide 2 - Open vraag

Globalisering
Mensen en bedrijven raken meer en sneller met elkaar verbonden (=globalisering) door:
  • Steeds meer vrijhandel door het wegvallen van handelsbelemmeringen
  • technologische ontwikkelingen van communicatie en transport

Hierdoor ontstaat er meer internationale arbeidsverdeling (elk land specialiseert zich in producten die ze het beste/ goedkoopste kunnen maken)

Slide 3 - Tekstslide


Handelsverdragen (of: handelsakkoorden)

Om internationale handel te bevorderen, sluit de EU met andere landen handelsverdragen. Hierin worden onderlinge afspraken gemaakt over de handel in goederen en diensten en over investeringen. Bijvoorbeeld:
  • verlaging of afschaffing invoerrechten
  • veiligheidseisen (bv. auto's)
  • eisen op vlak van arbeidsomstandigheden, milieu of duurzaamheid

Slide 4 - Tekstslide

Internationale concurrentiepositie NL?
De internationale handel is dus belangrijk voor NL! Er is hierdoor bijvoorbeeld: 
  • een goede economie (weet je nog? --> er is ECONOMISCHE GROEI als de totale productie, het BBP, toeneemt!!)
  • veel werkgelegenheid (banen) want er moet immers meer geproduceerd worden
  • een goede welvaart! (gemeten met formule Nationaal inkomen / aantal inwoners) 

NL wil deze sterke internationale concurrentiepositie natuurlijk behouden in de toekomst!!. Wat is daarvoor belangrijk?????? Dat we een goede prijs/kwaliteit verhouding voor onze goederen en diensten hebben!! Let op!: wij hebben best hoge lonen en daardoor hoge prijzen voor onze producten.... Dussssss: Dan MOET de KWALITEIT wel goed zijn/ blijven (anders koopt buitenland niet meer van ons en verslechtert onze concurrentiepositie...)

Slide 5 - Tekstslide

Dusssss: Internationale concurrentiepositie behouden door prijzen betaalbaar te houden en goede kwaliteit te bieden!! Dit kan door oa:

  • Goed onderwijs --> leerlingen worden zo meer/ betere werknemers die goed/ snel kunnen produceren
  • Goede gezondheidszorg --> meer gezonde werknemers die niet vaak ziek zijn en veel kunnen produceren p jaar/ maand/ week/ uur (arbeidsproductiviteit!!!)
  • Goede infrastructuur --> als alle netwerken en verbindingen in ons land top zijn, gaat de handel(en) sneller/ soepeler/ goedkoper
  • Innovaties --> Als we niet vernieuwen (producten, diensten, productiemethoden) dan worden we vanzelf "ouderwets" en ingehaald door andere landen.. (zie volgende dia voor een filmpje over een innovatie!!)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video


Voordelen globalisering
  1. Meer keuze uit verschillende producten.
  2. Goedkopere producten.
  3. Betere kwaliteit.

Slide 8 - Tekstslide


Nadelen globalisering

  • Productie verplaatst zich naar lagelonenlanden (bv China) dus banen hier verdwijnen
  • Ongelijke verdeling van de welvaart (landen met slechte concurrentiepositie raken NOG verder achterop)
  • Negatieve gevolgen voor het milieu (energie, grondstoffen uitgeput, afval, uitstoot...)

Slide 9 - Tekstslide

Wat is globalisering?
A
dat de welvaart stijgt
B
proces dat gebieden op aarde meer verbonden raken
C
dat mensen meer inkomsten krijgen.
D
De welzijnsgraad gaat omhoog

Slide 10 - Quizvraag

Globalisering kan zorgen voor economische groei, maar ook voor werkloosheid.
Daarover gaan de volgende zinnen.

1. Een bedrijf verhuist naar een lagelonenland om te produceren.
2. Het blijkt voor bedrijven goedkoper om in een ander land te produceren.
3. Nederlandse fabrieksarbeiders verliezen hun baan.

Wat is de juiste volgorde?
A
Globalisering → 1 → 3 → 2 → werkloosheid
B
Globalisering → 2 → 1 → 3 → werkloosheid
C
Globalisering → 3 → 2 → 1 → werkloosheid
D
Globalisering → 2 → 3 → 1 → werkloosheid

Slide 11 - Quizvraag

Wat is géén voorbeeld van globalisering.
A
Via internet kun je over de hele wereld shoppen.
B
Ons rundvlees komt uit Argentinië.
C
Sommige mensen willen de euro afschaffen.
D
Steeds meer Nederlanders vinden een baan in China.

Slide 12 - Quizvraag

De volgende zinnen gaan over globalisering. Welke is juist?
A
Door globalisering wordt de handel met het buitenland steeds lastiger.
B
Internet heeft het proces van globalisering versneld.
C
Nu we te maken hebben met globalisering wordt de hele wereld een vrijhandelszone.
D
Steeds minder producten of ingrediënten komen uit het buitenland.

Slide 13 - Quizvraag

Ondanks de hoge lonen in ons land heeft het Nederlandse hightech bedrijf ASML een sterke internationale concurrentiepositie. Hoe zou dat kunnen komen?
Kies het goede antwoord
A
ASML heeft werknemers met heel veel verschillende nationaliteiten.
B
De koers van de euro is altijd hoog ten opzichte van andere valuta.
C
Bij ASML geven ze gewoon lagere lonen dus kunnen ze de prijzen van hun producten ook laag houden
D
ASML doet hoge investeringen in onderzoek en ontwikkeling en het personeel bij ASML is hoogopgeleid

Slide 14 - Quizvraag

Hoe kan NL er dus voor zorgen dat wij een sterke internationale concurrentiepositie houden?

Slide 15 - Open vraag

Wat is geen nadeel van globalisering
A
De werkgelegenheid afgenomen in gebieden waar het productiewerk weg is gehaald
B
De kloof tussen arme en rijke landen is toegenomen
C
De kloof binnen landen tussen rijke en arme mensen is toegenomen
D
Meer werkgelegenheid in gebieden die productiewerk hebben overgenomen

Slide 16 - Quizvraag

Wat heeft geen invloed op de internationale concurrentiepositie?
A
Goed onderwijs
B
Technologische ontwikkelingen
C
Goede gezondheidszorg
D
De handel binnen het land

Slide 17 - Quizvraag

Hoe kan je de internationale concurrentiepositie verbeteren?
A
De stijging van lonen beperken
B
inflatie stimuleren
C
Arbeidsproductiviteit verbeteren
D
Inflatie beperken

Slide 18 - Quizvraag

Twee stellingen over de internationale concurrentiepositie van een land (zelf ook kunnen uitleggen!!!!!!!!!!:
I: de internationale concurrentiepositie verbetert als de arbeidsproductiviteit toeneemt.
II: de internationale concurrentiepositie verbetert als de infrastructuur van het land verbetert.
A
Stelling I is juist en stelling II onjuist
B
Stelling I is onjuist en stelling II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Leerdoelen gehaald?

  • Ik kan uitleggen wat globalisering is. 
  • Ik begrijp waarom de EU handelsverdragen (-akkoorden) afsluit met niet-EU landen. 
  • Ik kan uitleggen waarom internationale handel steeds meer toeneemt.
  • Ik kan aangeven welke gevolgen dit heeft voor de werkgelegenheid in de wereld en NL. 
  • Ik kan uitleggen hoe Nederland zijn internationale concurrentiepositie kan behouden.

Slide 20 - Tekstslide

Plak hier je foto's van je gemaakte opgaven van H7 (naam boven elke blz). In 1 en zelfde schrift!!!!!!

Slide 21 - Open vraag

Nog meer foto's??

Slide 22 - Open vraag