Les 01 - Tekstdoelen

Tekstdoelen
Leesvaardigheid §A2
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tekstdoelen
Leesvaardigheid §A2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 

Slide 2 - Tekstslide

Tekstdoelen
Een schrijver begint nooit in het wilde weg met het schrijven van een tekst. Hij maakt altijd eerst een aantal keuzes. 

Zo bedenkt hij voor welk publiek hij de tekst wil schrijven en wat zijn belangrijkste boodschap is. 

Ook denkt hij na over wat hij met zijn tekst wil bereiken: het tekstdoel. 

Slide 3 - Tekstslide

Informeren
Als een schrijver wil informeren, wil hij dat jij als lezer iets wijzer wordt van de tekst. 

De schrijver is objectief en geeft jou informatie, waarmee jij misschien iets kan in je leven. 

Voorbeelden zijn nieuwsberichten, handleidingen, lesboeken enz.

Slide 4 - Tekstslide

Beschouwen/opiniëren
Een volgend tekstdoel is beschouwen of opiniëren. Als de schrijver dit wil doen, belicht hij een onderwerp van verschillende kanten. 

Op deze manier probeert de schrijver een zo breed mogelijk beeld van het onderwerp te scheppen, zodat de lezer een mening kan vormen. 

Voorbeelden zijn: artikelen met achtergrondinformatie, recensies

Slide 5 - Tekstslide

Overtuigen
Een overtuigende tekst noemen we ook wel een betoog. Hiermee probeert de schrijver zijn mening aan de lezer op te dringen. 

Dit doet de schrijver door zijn standpunt te benoemen en dit te ondersteunen met argumenten. 

Voorbeelden zijn: opinieteksten, columns, betogen en recensies.

Slide 6 - Tekstslide

Activeren/tot handelen aansporen
Met een activerende tekst wil de schrijver de lezer aanzetten om iets te doen. 

Dit doet hij door de lezer te overtuigen van het nut van in actie komen. 

Voorbeelden: reclameteksten of advertenties, verkiezingsteksten, folders en posters. 

Slide 7 - Tekstslide

Diverteren/amuseren
DIverteren of amuseren betekent dat je de lezer wilt vermaken met een tekst. De lezer moet een goed gevoel overhouden aan het lezen. 

Dit hoeft niet te betekenen dat het per se leuk hoeft te zijn: het kan ook mooi of ontroerend zijn. 

Voorbeelden: column, strip, roman, gedicht. 

Slide 8 - Tekstslide

Vragen bij een tekst
Kevin Toma schreef in augustus 2014 een recensie van de film 'The Damned' voor de Volkskrant. Jullie krijgen straks de recensie te lezen. Beantwoord de volgende vragen erbij: 
- Noteer het onderwerp; 
- Wat is het tekstdoel?;
- Wat is de hoofdgedachte? 
- Hoeveel sterren zal de film zelf krijgen, denk je? 

Slide 9 - Tekstslide

The Damned
Twee sterren voor het soms geïnspireerde camerawerk. 
Er zijn veel clichémanieren om een horrorfilm op gang te krijgen, maar het 'reizigers in noodweer kloppen aan bij een spookhuis'-begin is toch echt de topper. In het geval van The Damned belandt een Amerikaanse familie met Colombiaanse aanhang bij een omineus verlaten hotel, ergens in het Colombiaanse achterland. De eigenaar blijkt een jong meisje in de kelder gevangen te houden, dat daar natuurlijk niet voor niets zit en al net zo vanzelfsprekend door onze helden wordt bevrijd.

Vervolgens breekt de hel los binnen de krakende muren van het hotel en neemt het luie scenario steeds stommere wendingen richting het verrassend bedoelde eindbeeld. Het zal allemaal wel, denk je al gauw. Twee sterren voor het soms geïnspireerde camerawerk.


Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Werk nu aan de opdrachten 1 tot en met 6 op pagina 16 en 17. 

Slide 11 - Tekstslide