Les 6 - Wat doen politieke partijen?

Les 6 - Wat doen politieke partijen?
H3 - Politieke partijen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 6 - Wat doen politieke partijen?
H3 - Politieke partijen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
- Uitleg: Actiegroep of belangengroep?
- Opdracht: Wat doen politieke partijen?
- Uitleg: Zwevende kiezers, mediacratie
-Opdracht: Politiek spectrum
- Werkboek-opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ACTIEGROEP
Een actiegroep heeft 1 duidelijk doel en kan ook weer opgeheven worden als dat doel bereikt is.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangengroep
Groep van mensen die eenzelfde belang delen (werknemersorganisatie, LAKS of ANWB )

Lobbyen: het behartigen van belangen in persoonlijke contacten met politici (wandelgangen)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Politieke partijen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 'Wat doen politieke partijen?'
Stap 1: Zoek op blz. 80 op welke functies 
politieke partijen hebben. Schrijf deze 4 functies op. 
Stap 2: Schrijf achter elke functie kort in 
eigen woorden wat dit inhoudt. 
Stap 3: Lees verder op blz 80. Wat gebeurt er momenteel 
met het aantal leden van politieke partijen?
Stap 4: Bekijk de functies van politiek partijen
nog eens. Welke functies komen hierdoor 
in de knel? Leg uit. 

timer
10:00
Klaar? Maak H3 - opdracht 1 t/m 8

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Loyaliteit aan politieke partijen neemt af > Door de ontzuiling en toenemende individualisering is het aantal trouwe stemmers afgenomen. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mediacratie
= het land wordt geregeerd door degenen die de macht hebben om via de media de publieke opinie te beïnvloeden

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 'Politiek spectrum'
Stap 1: Wat is het verschil tussen links/rechts?
 (Geen idee? blz 72/73)
Stap 2: Geef een voorbeeld van een links politiek standpunt. 
Stap 3: Geef een voorbeeld van een rechts politiek standpunt
Stap 4: Wat is het verschil tussen progressief/conservatief? (Geen idee? blz. 74/75)
Stap 5: Geef een voorbeeld van een progressief politiek standpunt.
Stap 6: Geef een voorbeeld van een conservatief politiek standpunt. 

timer
10:00
Klaar? Maak H3 - opdracht 1 t/m 8

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen: Hoofdstuk 3 
- Politieke partijen
Maken: opdracht 1 t/m 8
AAN DE SLAG!
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar is de volgende uitspraak in te delen:
Een koopzondag is niet alleen goed omdat het mensen meer vrijheid geeft om te winkelen, maar ook goed voor winkeliers.
A
Links progressief
B
Rechts progressief
C
Links conservatief
D
Rechts conservatief

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is de volgende uitspraak in te delen:
De gemeente moet ervoor zorgen dat de eigenheid van het dorp blijft behouden. Ondernemers, vooral onze veehouders, moeten daarom ook niet teveel extra milieuregels krijgen opgelegd.
A
Links progressief
B
Rechts progressief
C
Links conservatief
D
Rechts conservatief

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies