HIN - 1BKA Cursus 7 Spelling Hoofdletters

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon in de tas
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 2 - Tekstslide

Welkom
Pak je iPad, boek op blz 214/222 (bk/kgt), 
 je schrift of een blaadje
en je pen.

Log in op deze LessonUp.   
timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

 Mededelingen en programma
  • Interviewverslag wordt voor volgende week vrijdag nagekeken. Eerder mogelijk.
  • Vrijdag toets zakelijke e-mail. 
  • Vandaag gemaakte e-mail tijdens invalles bespreken.  
  • Vandaag starten we met nieuw onderdeel: Spelling, daarover krijg je aan het einde een toets. 
  • Onvoldoende? Dan Maatwerk Spelling. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe gaat het? 

Slide 5 - Tekstslide

Spelling
Paragraaf 1: Hoofdletters

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je leert hoofdletters op de juiste manier gebruiken. 
  • Je oefent met het gebruiken van hoofdletters. 
  • Je werkt aan je persoonlijke leerdoelen. 
  • Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdletters

Slide 9 - Woordweb

Een hoofdletter gebruik je
A
bij dagen van de week
B
bij maanden van het jaar
C
bij namen

Slide 10 - Quizvraag

Een hoofdletter gebruik je bij
A
alle vakken op school
B
alle afkortingen
C
alle onderdelen van een naam
D
aan het begin van elke zin

Slide 11 - Quizvraag

Je gebruikt hoofdletters om een tekst leesbaar te maken.
Je gebruikt hoofdletters:
. aan het begin van elke zin
. bij namen
. bij woorden die van namen afgeleid zijn

Slide 12 - Tekstslide

Sommige namen hebben tussenvoegsels
. Het eerste tussenvoegsel krijgt een hoofdletter las je geen voornaam of voorletter gebruikt.
Daniëlle van der Vaart
mevrouw D. van der Vaart
mevrouw Van der Vaart

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
  • Basis:  opdracht 1, 2 en 3 op blz. 214-215
  • Kader: opdracht 1, 2, 3 en 4 op  blz. 222-223

In stilte en alleen. Heb je een vraag? Steek je vinger op en wacht tot ik bij je kom. 
Als je eerder klaar bent, doe je wat voor jezelf, zodat anderen er geen last van hebben.
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
kledingzaak
B
supermarkt
C
albert heijn
D
winkel

Slide 15 - Quizvraag

Even checken...
Pak je iPad en kies het antwoord dat volgens jou waar is. 

Slide 16 - Tekstslide

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
aardrijkskunde
B
techniek
C
nederlands
D
muziek

Slide 17 - Quizvraag

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
lente
B
zomervakantie
C
pasen
D
oktober

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
straat
B
winkelstraat
C
station
D
zuiderweg

Slide 19 - Quizvraag

Maak een zin waarin minstens twee hoofdletters voorkomen.

Slide 20 - Open vraag

Evaluatie 
  1. wat ging er goed en wat minder?
  2. is het leerdoel helder?
  3.  weet je wat je moet doen?
  4. heb je vragen en of opmerkingen?




Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je leert hoofdletters op de juiste manier gebruiken. 
  • Je oefent met het gebruiken van hoofdletters. 
  • Je werkt aan je persoonlijke leerdoelen. 
  • Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord.

Slide 23 - Tekstslide