Grammatica 17-5-2021

Wat weet jij nog van grammatica?
1 / 24
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat weet jij nog van grammatica?

Slide 1 - Woordweb

Wat is ontleden? Wat doe je als je zinnen ontleedt?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Elk los woord in een zin wordt benoemd. 

Bijvoorbeeld:
De hond blaft.

De = lidwoord
hond = zelfstandig naamwoord
blaft = zelfstandig werkwoord
De zinnen worden in stukken verdeeld op basis van grammaticale functie. 

Bijvoorbeeld:
De chagrijnige buurman laat zijn pitbull uit.

Uitlaten = pv
Uitlaten = wwg
De chagrijnige buurman = ondw
Etc. 
Taalkundig ontleden
Redenkundig ontleden

Slide 4 - Tekstslide

Redenkundig ontleden

Slide 5 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 6 - Open vraag

Er kan maar één persoonsvorm in een zin staan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Hij zegt dat hij het niet heeft gedaan.


1. Hij zegt
2. dat hij het niet heeft gedaan

Slide 8 - Tekstslide

Met welke formule vind je het onderwerp?

Slide 9 - Open vraag

Het werkwoordelijke gezegde zijn alle werkwoorden in een zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Taalkundig ontleden

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden van een zelfstandig naamwoord?

Slide 12 - Open vraag

Noem alle lidwoorden.

Slide 13 - Open vraag

De chagrijnige buurman heeft zijn pitbull uitgelaten.

Heeft is ...
A
Zelfstandig werkwoord
B
Hulpwerkwoord

Slide 14 - Quizvraag

De chagrijnige buurman heeft zijn pitbull uitgelaten.

uitgelaten is ...
A
Zelfstandig werkwoord
B
Hulpwerkwoord

Slide 15 - Quizvraag

Persoonsvorm
- Het werkwoord in de zin dat van tijd kan veranderen.
- Voor de persoonsvorm mag je nooit knippen. Er kan maar één zinsdeel voor de pv staan.

De chagrijnige man heeft zijn hond uitgelaten. 

Slide 16 - Tekstslide

Persoonsvorm
- Het werkwoord in de zin dat van tijd kan veranderen. 
- Voor de persoonsvorm mag je nooit knippen. Er kan maar één zinsdeel voor de pv staan.

De chagrijnige man heeft zijn hond uitgelaten. 
I
I
Pv

Slide 17 - Tekstslide

Onderwerp
-Wie/wat + wg = o



De chagrijnige man heeft zijn hond uitgelaten. 
I
I
Pv

Slide 18 - Tekstslide

Onderwerp
-Wie/wat + wg = o



De chagrijnige man heeft zijn hond uitgelaten. 
I
I
Pv
O

Slide 19 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
- Alle werkwoorden in de zin. 



De chagrijnige man heeft zijn hond uitgelaten. 
I
I
Pv
O

Slide 20 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
- Alle werkwoorden in de zin. 



De chagrijnige man heeft zijn hond uitgelaten. 
I
I
Pv
O
wg
I

Slide 21 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
- Alle werkwoorden in de zin. 



De chagrijnige man heeft zijn hond uitgelaten. 


wg = heeft uitgelaten
I
I
Pv
O
wg
I

Slide 22 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Herhaal de stof. Lees de tekst bij ontleden, persoonsvorm, onderwerp en werkwoordelijk gezegde. 

Maak de opdrachten van persoonsvorm t/m werkwoordelijke gezegde, blz, 3 t/m 12. 

Slide 23 - Tekstslide

Onderwerp
Wie/wat + wg = o

Slide 24 - Tekstslide