Preparación para el examen oral de español

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

El objetivo de hoy es ..
saber cuáles son los temas del examen oral de español
saber qué tienes que hacer para la preparación
practicar con algunas preguntas

Slide 2 - Tekstslide

Los deberes para hoy

Slide 3 - Tekstslide

El examen oral
20 minutos
en dúos
aula 0.25 
hablar solo en español, contestar y hacer  preguntas
contestar siempre en una frase con verbo
Leer página 18 y 19
el horario del examen oral en tu email

Slide 4 - Tekstslide

Preparación tema 1
Over familie
vocabulario: interrogativos, la familia, el físico, el carácter
gramática: presente / ser / estar

Over je dagelijkse routine
vocabulario: interrogativos, la rutina diaria, la hora, la frecuencia
gramática: presente / verbos reflexivos / perfecto

Slide 5 - Tekstslide

Preparación tema 2
Over school
vocabulario: interrogativos, la hora, la frecuencia, el instituto
gramática: presente, gustar, interesar, ser, 


Slide 6 - Tekstslide

Preparación tema 3
Over vrije tijd
vocabulario: interrogativos, la hora, la frecuencia, el tiempo libre
gramática: presente, gustar, interesar, ser, estar, perfecto


Slide 7 - Tekstslide

Preparación tema 4
Over de zomervakantie
vocabulario: interrogativos, la frecuencia, la hora, el tiempo libre, la familia, las vacaciones de verano
gramática: presente, gustar, interesar, ser, estar, hay, ir a + infinitivo


Slide 8 - Tekstslide

Un vídeo sobre un día en la playa
Vas a ver un vídeo relacionado con la playa.
Alguién cuenta lo que hizo en las vacaciones.
Escucha y escribe si las frases son verdaderas o falsas.

Slide 9 - Tekstslide

Un vídeo sobre un día en la playa
1. Ze gingen naar de costa del sol.
2. Naast het strand waren bomen.
3. Het was lekker weer, maar er was wel wat wind.
4. Het was heel druk op het strand, er waren veel mensen.
5. Op het strand werden er spullen verkocht.
6. Het zeewater was lekker volgens de spreker van het filmpje.
7. Er was een strandtentje waar je iets kon kopen.



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Verdad o falso
1. Ze gingen naar de costa del sol.
2. Naast het strand waren bomen.
3. Het was lekker weer, maar er was wel wat wind.
4. Het was heel druk op het strand, er waren veel mensen.
5. Op het strand werden er spullen verkocht.
6. Het zeewater was lekker volgens de spreker van het filmpje.
7. Er was een strandtentje waar je iets kon kopen.



timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

El viaje de estudios: la feria de Sevilla

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Imperfecto
met -ía (-er, -ir)
met -aba (-ar)

onregel: 
ir (iba)
ser (era)
ver (veía)
gebruik: beschrijving in het verleden
of 
bij herhaling in het verleden met elke 
Indefinido
met é (-ar)
met í (-ir, -er)
veel onregelmatig
zoals ser (fui)
of estar (estuv) andere uitgang ook
gebruik: duidelijk begin en het eind, achter elkaar vertellen van gebeurtenissen, jaartallen

Slide 15 - Tekstslide

Escribe tú ahora en tu cuaderno en el indefinido
1. ¿Qué actividades hiciste en las vacaciones?
2. ¿Cómo era tu rutina en las vacaciones?
3. ¿Visitaste un país o una ciudad? ¿Qué país?
4. ¿Hablaste otro idioma en tus vacaciones? ¿Qué idioma?
timer
2:00

Slide 16 - Tekstslide

Citas rápidas
Vas  a contestar  a preguntas  de  tu compañero/a de clase en español y después vas a cambiar de compañero/a de clase  cuando  suene el timbre.
timer
3:00

Slide 17 - Tekstslide

Wat doe je als je geen mondeling hebt?
In magister staan bij huiswerk de teksten die je per les moet maken.
Je moet de vragen beantwoorden
Je moet in de tekst markeren waar het antwoord staat
Je moet een foto van de antwoorden en de gemarkeerde tekst sturen via teams naar je docent
Je moet de vragen zelf nakijken
Niet gedaan: dan moet je je de eerst volgende les melden en in het lokaal teksten maken

Slide 18 - Tekstslide

Frases útiles
  1. Escribe en silencio 4 frases útiles que puedes usar en el examen oral  en tu cuaderno  con la traducción.
  2. Compara  ahora  con tu compañero/a de clase y escribe su frase.
timer
3:00

Slide 19 - Tekstslide

Geef jezelf een cijfer met je vingers
  1. Ik kan in het Spaans personen beschrijven qua uiterlijk en karakter.
  2. Ik kan vertellen over mijn dagelijks leven of routine.
  3. Ik kan vertellen hoe laat ik Spaans heb op woensdag.
  4. Ik kan vertellen in welk vak ik goed of slecht ben.
  5. Ik kan vertellen wat ik graag doe in mijn vrije tijd.
  6. Ik kan vertellen hoe vaak ik sport.
  7. Ik kan vertellen wat ik deze zomer ga doen.
  8. Ik ben eigenlijk best wel tevreden van wat ik kan bij Spaans, mijn mondeling zal goed gaan.

Slide 20 - Tekstslide

La preparación para el jueves
Leer de grammatica die jij nog niet zo goed kent (ser/estar/hay, perfecto, mannelijk/vrouwelijke woorden, imperfecto, indefinido)
Leer de vocabulaire ned-spa, spa-ned uit je reader over thema 4 pág. 36 t/m 38
Stel vragen want donderdag is de laatste les voor de mondelingen.

Slide 21 - Tekstslide