FA trede 18.1: Delend lidwoord + manger

Aujourd'hui c'est jeudi le 9 février
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui c'est jeudi le 9 février

Slide 1 - Tekstslide


Hoe is het met je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Leerdoelen week 5/6
  • Ik spreek de etenswaren uit in het Frans
  • Ik leer het delend lidwoord en kan dit toepassen
  • Ik beheers de etenswaren in het Frans
  • Ik herhaal het vervoegen van de werkwoorden eindigend op -er 
  • Ik leer het werkwoord ‘’manger’’ (eten) in het Frans (p + pc)
  • Ik leer de woorden van trede 18 




Slide 3 - Tekstslide

le programme
- le mot du jour
- uitleg apprendre 3
- exercices
- les devoirs

Het delend lidwoord

Slide 4 - Tekstslide

het delend lidwoord

Bestaat niet in het Nederlands.

Als er in het Nederlands geen lidwoord voor het zelfstandig naamwoord komt, dan krijg je in het Frans het delend lidwoord

Slide 5 - Tekstslide

Het delend lidwoord

Je vormt het delend lidwoord door het Franse woordje "de" te combineren met het bepaald lidwoord:


de
le
du
de
la
de la
de
l'
de l'
de
les
des

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Het delend lidwoord
Als je in het Nederlands geen lidwoord gebruikt (bijv. : koffie, appels, jongens, meisjes, kaas -> ... ?).

Let op: het delend lidwoord wordt de/d' :
1. na ontkenning (il n' a pas de copains, hélas)
2. na hoeveelheidswoord (elle a mangé beaucoup de tartines au petit déjeuner)



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Phrases exemples
un kilo de bananes = een kilo bananen
un litre de limonade = een liter limonade
une bouteille d'eau = een fles water
beaucoup de jeunes = veel jongeren
Je ne bois plus d'alcool. = Ik drink geen alcohol meer.
un paquet de biscuits = een pak koekjes
Je ne mange jamais de viande. = Ik eet nooit vlees.






Slide 12 - Tekstslide

Qu'est-ce que tu manges?
  • Ik beheers de etenswaren in het Frans
  • Geef in het Frans antwoord met behulp van het delend lidwoord
  • Begin met Je mange ...
  • Luister goed naar elkaar, ik wil geen 2 x hetzelfde woord horen

Slide 13 - Tekstslide

Ik weet wat een regelmatig werkwoord is
  • Grote groep
  • Je past op ieder werkwoord dat eindigt op -er dezelfde regel toe


Slide 14 - Tekstslide

Regel 1:
ww zonder -er = stam

Slide 15 - Tekstslide

Regel 2:
  • Achter de stam komt een uitgang
  • De uitgang hangt af van het persoonlijk voornaamwoord

Slide 16 - Tekstslide

Uitwerking MANGER
je
tu 
il / elle / on
nous 
vous 
ils / elles
MANG__ (eten)
mange
manges
mange
mangeons
mangez
mangent

Slide 17 - Tekstslide

Uitwerking MANGER
j'ai
tu as
il / elle / on a
nous avons
vous avons
ils / elles ont
MANG__ (eten)
mangé
mangé
mangé
mangé
mangé
mangé

Slide 18 - Tekstslide

Werkdoelen week 5 / 6
  • Les aliments T7
  • Un tas de choses dans mon sac à dos T14
  • J'ai faim T7
  • Vocabulaire trede 18 

Slide 19 - Tekstslide