Eet- en beweegpatroon onder de loep Fase 2

Vitaal burgerschap - les 4
Wat gaan we doen? Vitaal burgerschap uitleggen.  Inzoomen op de verschillende macro- en micronutriënten. De energiebalans uitleggen. Je eigen voedingspatroon onder de loep nemen. 

 
Na deze les (lesdoel). Weet je wat vitaal burgerschap inhoudt. Weet je wat macro- en micronutriënten zijn. Weet je hoe de energiebalans werkt. Heb jij je eigen voedingspatroon oder de loep genomen. 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Vitaal burgerschap - les 4
Wat gaan we doen? Vitaal burgerschap uitleggen.  Inzoomen op de verschillende macro- en micronutriënten. De energiebalans uitleggen. Je eigen voedingspatroon onder de loep nemen. 

 
Na deze les (lesdoel). Weet je wat vitaal burgerschap inhoudt. Weet je wat macro- en micronutriënten zijn. Weet je hoe de energiebalans werkt. Heb jij je eigen voedingspatroon oder de loep genomen. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitaal burgerschap
VITALITEIT

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort volgens jou bij een
vitaal en gezond leven?

Slide 3 - Woordweb

Welke onderwerpen gaan we behandelen denken jullie? Wat heeft invloed op een vitaal en gezond leven? 

De bereidheid en het vermogen om te reflecteren op de eigen leefstijl en zorg te dragen voor de eigen vitaliteit.
Centrale thema's binnen vitaal burgerschap. 
Sociaal Emotionele ontwikkeling
Bewegen en sport
Voeding
Roken
Alcohol
Drugs
Seksualiteit

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezond of ongezond?
Gezonde leefstijl
Ongezonde leefstijl

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wil je zo oud worden?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wil je zo oud worden?
Ja
Nee

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Gezonde voeding
Voeding

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het lichaam als bouwproject

Eten en drinken zijn voedingsmiddelen.

Voedingsstoffen zitten in voedingsmiddelen.

Voedingsstoffen leveren energie (kcal) en zorgen ervoor dat je gezond blijft.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Macronutriënten = groot
Het lichaam heeft ze in grote hoeveelheden nodig. Deze voedingstoffen zijn nodig voor opbouw en reparatie van het lichaam, energievoorziening en het regelen van alle processen die in het lichaam plaatsvinden. 

Wat zijn macronutriënten? 
- Koolhydraten
- Eiwitten
- Vetten


Micronutriënten
= klein
We hebben er maar kleine hoeveelheden van nodig op een dag. Micronutriënten zijn onmisbaar voor een goede werking en weerstand van het lichaam. 


Wat zijn micronutriënten
- Vitamines
- Mineralen
- Spoorelementen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten
Vetten
Eiwitten
Mineralen
Vitaminen
Water

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de macronutriënten?
A
Koolhydraten, mineralen en vetten
B
Koolhydraten, vitamines en vetten
C
Koolhydraten vitamines en eiwitten
D
Koolhydraten, eiwitten en vetten

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn micronutriënten?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

vitamine 
Mineralen 
Vezels

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bouwstof
Brandstof
Beschermende stof
Eiwitten
Vitamine
Mineralen
Vetten
Koolhydraten
Water

Slide 15 - Sleepvraag

Macronutriënten
• Koolhydraten zijn de brandstof voor ons lichaam. Je kan het vergelijken met een benzineauto. Na het nuttigen van koolhydraten levert het je snel energie op.
• Eiwitten zijn bouwmaterialen voor onder andere de opbouw van spiermassa en cellen.
• Vetten zijn net als koolhydraten brandstof voor je lichaam. Vetten kan je vergelijken met een dieselauto. Je kan er minder snel gebruik van maken.
• Alcohol fungeert net als koolhydraten en eiwitten als brandstof voor je lichaam.

Micronutriënten
• Vitamines zijn het gereedschap voor je lichaam. 
• Zouten of mineralen zijn net als vitamines gereedschap voor je lijf.

Let op! Nu noemen ze het een beschermende stof. 

timer
1:00
Tekst
Wat is energie?
Waar heb je energie voor nodig?

Slide 16 - Woordweb

Vraag aan de leerlingen welke energiebronnen zij kennen. 
Je moet eten en drinken omdat je energie nodig hebt!
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede betekenis van de calorie?
A
een voedingsstof die nodig is om je lichaam mee op te bouwen
B
een soort vet, olie
C
een maat voor de hoeveelheid eiwit in eten
D
een maat voor de hoeveelheid energie in eten

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1 stuk 
100 gram 
1 blikje 
1 reep
1 blikje
540 caloriën 
218 kcal
161 kcal
135 kcal
110 kcal

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Energiebalans!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer val je zeker af?
A
Als je voldoende vezels binnen krijgt
B
Als je voldoende eiwitten binnenkrijgt.
C
Als je minder energie binnenkrijgt dan je nodig hebt.
D
Als je aan intermittent fasting doet

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer kom je aan?
A
Als je veel in de sportschool zit.
B
Als je meer energie binnenkrijgt dan je lichaam verbruikt.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je eigen voedingspatroon onder de loep!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerkopdracht: voedingsdagboek
Wat is de opdracht? Houd voor vier dagen een voedingsdagboek  bij. Je voeding houd je bij in de Eetmeter app van het voedingscentrum. 
Wat is het doel? Inzicht krijgen in je eigen eetgedrag.
Wat lever je op? Een volledig ingevuld voedingsdagboek inclusief advies en evaluatie. 
Wanneer lever je het in? De volgende les.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitaal burgerschap - les 5
Wat gaan we doen? Voedingspatroon verder onder de loep nemen. Norm Gezond Bewegen en de Fitnorm behandelen. 

 
Na deze les (lesdoel). Weet je hoe het met je eigen voedingspatroon is gesteld. Weet je wat de Norm Gezond Bewegen en de Fitnorm inhoud. Weet je hoe het met je eigen beweegpatroon gesteld is. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij mij is het gelukt om voor 4 dagen (2 doordeweeks en 2 in het weekend) mijn voedingspatroon bij te houden.
Ja
Nee
Een beetje

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Mijn voedingspatroon
Stap 1: Maak printscreens van je ingevulde voedingspatroon en het advies dat daaruit voortvloeit. 
Stap 2: Open je LLB-portfolio. Scrol naar het kopje vitaal burgerschap. Op een nieuwe pagina type je de kop Mijn Voedingsdagboek onder de loep. Hieronder zet je alle printscreens van zowel je ingevulde eetdagboek als advies. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn voedingspatroon
Stap 3:
• Wat voor adviezen heb je gekregen?
• Ben je het eens met de adviezen?
• Wat zou je aan je eetpatroon willen veranderen?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is bewegen goed voor je gezondheid?
timer
1:00

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is bewegen goed?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intensiteit van bewegen
Inactief: slapen, gamen, werken achter je laptop, studeren​
 Licht intensief: koken, pianospelen, darten​
 Matig intensief: stofzuigen, wandelen
 Zwaar intensief: tennissen, fitness, de trap op rennen​
Het beste is om je hartslag te meten wanneer je wil weten hoe intensief je beweging is. ​

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Winkelen kwalificeert als bewegen met ..... intensiteit
A
geen
B
lichte
C
matige
D
zwaar

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beweegrichtlijnen Gezondheidsraad 2017 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezondheidsnorm en fitnorm
Welke tekst hoort bij welke norm? 
Fitnorm:
Gezondheidsnorm:
Minimale beweging om gezond te blijven
Hoe ouder, hoe minder beweging

Verbeteren conditie

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Nederlandse norm "gezond bewegen" bij jongeren, jonger dan 18 jaar?
A
iedere dag 1 uur matig intensief bewegen
B
iedere dag 30 minuten matig intensief bewegen
C
3 keer in de week matig intensief bewegen
D
5 keer in de week matig intensief bewegen

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel minuten moet iemand van 18+ volgens de Nederlandse Norm Gezond Bewegen per week bewegen?
A
30 minuten per dag
B
1 uur per dag
C
150 minuten per week
D
3x 20 minuten per week

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bewegen als medicijn?
Voldoende bewegen kan preventief werken (je wordt niet ziek) of juist werken als medicijn (je voelt je fitter).

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewegen als medicijn?
 Obesitas, hart- en vaatziekten, diabetes ​
Fysieke activiteit geeft een boost aan je energieverbranding, hersenen, longen en spieren.​
 Depressie​
Dagelijks wandelen of hardlopen in de buitenlucht, krachttraining en ontspanningsoefeningen hebben vaak een gunstige invloed. Je lichaam maakt door de fysieke activiteit hormonen aan die je een goed gevoel geven.​
COPD (vernauwing van luchtwegen)​
In het begin kan een sporter met COPD zich benauwd voelen maar op de lange termijn levert het veel op. Je krijgt een betere conditie en bent minder vatbaar voor een longaanval.​

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herstel na bewegen
Plan na het sporten rust en ontspanning in zodat je lichaam de nodige energie krijgt om te kunnen herstellen. Slaap is ook een erg goede vorm van herstel. 

Hierbij geldt:​
Duurtraining: 12 tot 48 uur herstel​
Krachttraining: 48 tot 72 uur herstel​

Ook verliest je lichaam veel water door verdamping en zweten tijdens het sporten. ​
Water drinken tijdens en na het sporten is dus belangrijk!​

Een cooling-down na het sporten is ook een goed idee, hoewel niet wetenschappelijk is aangetoond dat dit helpt tegen minder spierpijn, stijfheid of sneller herstel. ​

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerkopdracht: beweegverslag
Wat is de opdracht? In een groepje van drie studenten ga je een beweegverslag maken​. 
Wat is het doel? Inzicht krijgen in je eigen beweeggedrag en dat van de ander.
Wat lever je op? Een volledig ingevuld beweegverslag inclusief beweging algemeen, bewegingsdagboeken, vergelijking, advies, verantwoording en evaluatie. 
Wanneer lever je het in? De volgende les.
Hoe lever je het in? Lever je eigen beweegverslag in en zet de opdracht onder het kopje Vitaal Burgerschap in je LLB portfolio! 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies