2021_01_06 3k 4.1 deel 2

4.1 deel 2
Programma:
Bespreken sommen
Uitleg via Lessonup
Zelfstandig werken
Bespreken
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

4.1 deel 2
Programma:
Bespreken sommen
Uitleg via Lessonup
Zelfstandig werken
Bespreken

Slide 1 - Tekstslide

Bespreken som 7 en 8
Pagina 101

Slide 2 - Tekstslide

7
a Voor alleen diefstal (3 jaar) of voor diefstal en beschadiging (3 of 5 jaar)
b In gebieden met een grotere kans op schade is de premie hoger.

Slide 3 - Tekstslide

a Hans: regio 2 -> € 222
b Lambert: regio 1 -> € 105

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
  1. ... uitleggen wat een verzekering is
  2. ... uitleggen waarvoor je een aansprakelijkheidsverzekering nodig hebt
  3. ... uitleggen hoe je de verzekeringskosten berekent

Slide 5 - Tekstslide

OPBOUW PREMIE

       Premie                                              €

       Poliskosten                                    €                     

                                                                    €

       Assurantiebelasting 21%         €                      

       Verzekeringskosten                   €                      

Slide 6 - Tekstslide

voorbeeldsom

berekening totale verzekeringskosten

Jaap heeft een AVP verzekering. De premie bedraagt € 40,00 per maand.

De poliskosten zijn € 5,00. De assurantiebelasting is 21%.

Bereken de totale verzekeringskosten.

Premie               € 40

Poliskosten  + €   5 

                              € 45

Ass. bel         +  €   9,45  (21:100 x € 45)

totale kosten   € 54,45



Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig werken 
Maak opdracht 9 t/m 12 vanaf pagina 102
Eerder klaar? Maak opdracht 13.
Na 12 minuten bespreken
timer
12:00

Slide 8 - Tekstslide

9
C

Slide 9 - Tekstslide

10
a € 52,50
b € 57 ‒ € 52,50 = € 4,50
c Een gezin zonder kinderen heeft minder kans dat ze schade toebrengen aan anderen dan een gezin met kinderen.

Slide 10 - Tekstslide

11
B

Slide 11 - Tekstslide

12
a Dat zijn de kosten voor het opstellen en verzenden van de polis.
b De verzekeraar moet dit afdragen aan de belastingdienst (de overheid).

Slide 12 - Tekstslide

13a
Premie € 52,00
Poliskosten € 5,00 +
 € 57,00
Assurantiebelasting = 21 ÷ 100 × € 62 = € 11,97 +
Verzekeringskosten € 68,97

Slide 13 - Tekstslide

13b
Als er niets verandert aan de polisvoorwaarden hoeft er ook geen nieuwe polis worden opgesteld en verstuurd.

Slide 14 - Tekstslide

Einde les

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een verzekering?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
  1. ... uitleggen wat een verzekering is
  2. ... uitleggen waarvoor je een aansprakelijkheidsverzekering nodig hebt
  3. ... uitleggen hoe je de verzekeringskosten berekent

Slide 18 - Tekstslide

Paragraaf 1

Wie betaalt de schade?


Welke begrippen leer je in deze paragraaf:

  • Verzekering
  • onzeker voorval
  • Verzekeraar en verzekerde
  • Premie en berekening totale verzekeringskosten
  • Polis
  • Polisvoorwaarden
  • schadevergoeding
  • eigen risico
  • AVP
  • Materiele schade
  • Poliskosten
  • Assurantiebelasting

Slide 19 - Tekstslide

VOORBEELDEN VAN VERZEKERINGEN

Fietsverzekering

Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP)

Inboedelverzekering

Opstalverzekering

WA-verzekering motorvoertuigen

WA + cascoverzekering

Zorgverzekering



Slide 20 - Tekstslide

Quiz
6 vragen

Slide 21 - Tekstslide

Verzekeraar
Verzekerde
Je wilt een onzeker voorval verzekeren.
Organisatie die het financiële onzekere voorval van jou overneemt

Slide 22 - Sleepvraag

Wat zijn poliskosten
A
Kosten van de overheid
B
Kosten om de polis te maken en te versturen.
C
Kosten die de verzekeraar betaald
D
Kosten die de verzekeringsmaatschappij moet betalen.

Slide 23 - Quizvraag

Wanneer betaal je assurantiebelasting?
A
Als je een verzekering hebt afgesloten
B
Als je niet verzekert bent.
C
Als je boodschappen doet.
D
Als je iets heb vernielt.

Slide 24 - Quizvraag

Ik verzeker mijn telefoon. Ik ben dan de.....
A
verzekeraar
B
verzekeringsmaatschappij
C
verzekerde

Slide 25 - Quizvraag

Ik wil mijn telefoon verzekeren en betaal ........ aan de .......
A
premie, verzekerde
B
premie, verzekeringsmaatschappij
C
schadevergoeding, verzekerde
D
schadevergoeding, verzekeraar

Slide 26 - Quizvraag

Kies het beste antwoord:
In de polisvoorwaarden staan onder andere......
A
eigen risico, gegevens van de verzekeraar
B
premie, gegevens van jou en ingangsdatum verzekering
C
wat ik verzekerd heb
D
eigen risico, wat ik verzekerd heb

Slide 27 - Quizvraag

Bekijk het volgende filmpje
circa 4 minuten

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Verzekeren
Je draagt de schade over aan iemand anders.


Bijv. het linker been van Ronaldo.
Of je verzekert je raam.

Slide 30 - Tekstslide

1
- Autoverzekering, zorgverzekering, want die zijn verplicht.
- Inboedelverzekering, verzekering van het huis, zodat bij brand de schade aan je huis of de spullen in huis vergoed worden.
- Aansprakelijkheidsverzekering,

Slide 31 - Tekstslide

2
a verzekerde
b een kans
c premie


Slide 32 - Tekstslide

3
Zo weet je precies wat je rechten en plichten zijn, bijvoorbeeld wat nu wel en wat niet onder de verzekering valt, hoe de schadevergoeding geregeld is, enz.


Slide 33 - Tekstslide

4
Bijvoorbeeld:
- Nee, want je kunt zelf bepalen hoe hard je rijdt.
- Ja, want het is onzeker of je bij een snelheidscontrole ‘gepakt’ wordt.

Slide 34 - Tekstslide

5
A

Slide 35 - Tekstslide

6
a Bij een eigen risico betaal je een deel van schade zelf, dus hoeft de verzekeringsmaatschappij minder uit te keren.
b Jolanda. Als zij schade heeft, moet ze zelf een eigen risico betalen, maar de kans dat zij een ongeluk veroorzaakt is klein. Voordeel van een eigen risico is dat ze minder premie hoeft te betalen. 


Slide 36 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?

Slide 37 - Tekstslide

Polis en polisvoorwaarden
Polis staat in wat er verzekerd is tegen welk bedrag
Polisvoorwaarden:rechten en plechten van verzekeraar en verzekerde

Slide 38 - Tekstslide

Einde les

Slide 39 - Tekstslide

EIGEN RISICO

Een deel van de schade

dat niet wordt vergoed door de verzekeraar,

maar dat de verzekerde zelf moet betalen.

(Zie volgende pagina)



Slide 40 - Tekstslide

Huiswerk
Maak opdrachten 8 t/m 13 vanaf pagina 104.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Berekening Uitgekeerd bedrag

Jan heeft zijn scooter verzekerd voor een bedrag van maximaal € 5.000. Zijn eigen risico bedraagt € 220.

Jan krijgt een ongeluk met zijn scooter.

Het schadebedrag is € 1370.

Hoeveel krijgt Jan uitgekeerd van zijn verzekering?

Uitgekeerd bedrag= schadebedrag - eigen risico

Uitgekeerd bedrag = € 1370 - € 220 =€ 1150 


Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Paragraaf 1

Wie betaalt de schade?


Welke begrippen leer je in deze paragraaf:

  • Verzekering
  • onzeker voorval
  • Verzekeraar en verzekerde
  • Premie en berekening totale verzekeringskosten
  • Polis
  • Polisvoorwaarden
  • schadevergoeding
  • eigen risico
  • AVP
  • Materiele schade
  • Poliskosten
  • Assurantiebelasting

Slide 45 - Tekstslide

VOORBEELDEN VAN VERZEKERINGEN

Fietsverzekering

Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP)

Inboedelverzekering

Opstalverzekering

WA-verzekering motorvoertuigen

WA + cascoverzekering

Zorgverzekering



Slide 46 - Tekstslide