1.4 Nederland als parlementaire democratie

§1.4 Nederland als Parlementaire democratie
H1 Staatsinrichting van Nederland
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

§1.4 Nederland als Parlementaire democratie
H1 Staatsinrichting van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling 

Leerdoelen §1.4

Uitleg §1.4

Huiswerk 


Deze les 

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de 19e eeuw werden er sociale wetten ingevoerd:
Kinderwetje van Van Houten, Ongevallenwet, Woningwet.
Het caoutchouc-artikel zorgde ervoor dat steeds meer mannen kiesrecht kregen.

Feministen strijden voor gelijke rechten en kansen.
Tijdens de Eerste Feministische Golf streden Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs voor o.a. vrouwenkiesrecht.

De pacificatie van 1917 zorgde voor een aantal veranderingen van de grondwet: 
  • De financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs
  • Algemeen mannenkiesrecht
  • Evenredige vertegenwoordiging
Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Invloed uitoefenen op bestuur:
  • Directe verkiezingen
    - Gemeenteraad
    - Provinciale Staten
    - Tweede Kamer
  • Indirecte verkiezingen
    - Eerste Kamer
  • Referendum
    - stemmen over een wet of maatregel
    - uitslag is een advies voor de minister
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
A
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

  • Regering:

De ministers en de koning 

De ministers zijn het dagelijks bestuur: zij moeten problemen oplossen die tijdens hun bestuur ontstaan.
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
A
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur

Slide 9 - Tekstslide

De Tweede Kamer:
  • 150 zetels. De verkiezingen bepalen hoeveel zetels (stoelen) een partij krijgt
  • Om beslissingen te nemen moet er een meerderheid voor een wetsvoorstel stemmen (de helft + 1)
  • Daarom moeten partijen samenwerken: de coalitiepartijen
  • Zij leveren ministers voor de regering.
  • De partijen die niet in de regering zitten zijn oppositiepartijen
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
A
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Rechten van het parlement:

  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
  • Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
     
  • Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
     
  • Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
  • Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur
Alleen de
Tweede Kamer
Eerste - en
Tweede Kamer 

Slide 12 - Tekstslide

§1.4 Nederland als parlementaire democratie
B: Rechten en taken van het parlement

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

De rechten van de ministers (regering) en de Eerste en Tweede Kamer 

Rood = wetgevende bevoegdheden

Blauw = controlerende bevoegdheden (= ze controleren de regering)

Paars = een controlerende als een wetgevende bevoegdheid



§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur

Slide 15 - Tekstslide

Rechten van het parlement:

  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
  • Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
     
  • Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
     
  • Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
  • Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur

Slide 16 - Tekstslide

Rechten van het parlement:

  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
  • Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
     
  • Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
     
  • Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
  • Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)

Samenvatting 
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur
Wetgevende bevoegdheid
Wetgevende en controlerende
bevoegdheid
Controlerende bevoegdheid

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Link

Rechten van ministers

  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur
Wetgevende bevoegdheid

Slide 20 - Tekstslide

Rechten van ministers

  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur
Wetgevende bevoegdheid

Slide 21 - Tekstslide

Hoe komt een wet tot stand?
  1. Een minister of Tweede Kamerlid komt met een wetsvoorstel (recht van initiatief) ->
  2. De Tweede Kamer stemt over het voorstel en/of kan veranderingen aanbrengen (recht van amendement) ->
  3. De Eerste Kamer stemt over het voorstel ->
  4. De minister en het Staatshoofd ondertekenen het voorstel ->
  5. Na publicatie in het Staatsblad is het een wet.

Aantekeningen voor het examen

Slide 22 - Tekstslide

Hoe komt een wet tot stand? 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

§1.4 Nederland als parlementaire democratie
C: Rechten in de democratie 

Slide 25 - Tekstslide

Wetgevende taken
Controlerende taken
Recht van motie
Recht van budget
Recht van amendement

Slide 26 - Sleepvraag

Tweede Kamer
Eerste Kamer
Recht van amendement
Recht van initiatief
recht van interpellatie
recht van enquête
Budgetrecht

Slide 27 - Sleepvraag

Recht van Motie
Recht van Amendement
Recht van Initiatief
Recht van Interpellatie

Slide 28 - Sleepvraag

Hieronder staan drie gebeurtenissen die te maken hebben met rechten van de Tweede Kamer:
Geef per gebeurtenis aan om welk recht van de Tweede Kamer het gaat. 
Let op! Er blijft één recht van de Tweede Kamer over.
Vier rechten van de Tweede Kamer:
In 1887 deed de Tweede Kamer een onderzoek naar de werking van
de wet op de kinderarbeid van 1874.
In 1903 werd door enkele leden van de Tweede Kamer een
wetsvoorstel ingediend voor de invoering van het algemeen kiesrecht
In 1919 werd de begroting van het ministerie van Marine door de
Tweede Kamer afgekeurd.
het recht van interpellatie
het recht van initiatief
het recht van enquête
het budgetrecht

Slide 29 - Sleepvraag

De Tweede Kamer krijgt meer macht dankzij het recht van enquête.
Nederlanders die niet zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien,
hebben recht op een uitkering van de overheid
Hieronder staan drie omschrijvingen van wijzigingen in de grondwet
▻Geef per omschrijving aan welk jaar daarbij hoort. 
Let op! Elk jaar mag maar één keer gebruikt worden. Er blijven twee jaren over.
Als het bijzonder onderwijs voldoet aan de eisen van de wet, dan
wordt het net als het openbaar onderwijs betaald door de overheid.
Jaartal
Jaartal
Jaartal
1848
1887
1917
1919
1983

Slide 30 - Sleepvraag

Slide 31 - Video

Klassieke grondrechten 
 grondwet van 1848.
-> NL democratisch en vrij:
 
Vrijheid van... 
  • godsdienst
  • onderwijs
  • meningsuiting
  • drukpers: je mag je mening laten horen via internet, kranten of andere media
  • vereniging en vergadering (bijv. eigen partij oprichten)

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 32 - Tekstslide

De sociale grondrechten.
In 1983 aan grondwet toegevoegd.  Beschermen burgers tegen slechte leefomstandigheden:

Recht op...
  • bestaanszekerheid
  • onderwijs
  • woongelegenheid
  • werk
  • medische zorg
  • bewoonbaarheid van het land
  • rechtsbijstand

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 33 - Tekstslide

  • Bij klachten over de overheid: nationale ombudsman.
  • aangesteld door parlement voor 6 jaar. 
  • Taak: burgers beschermen tegen fouten overheid.
  • Brengt advies uit (kan geen straffen uitdelen/ de overheid dwingen iets te doen)



§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken Memo
  • §1.4
Klaar? Oefenen!
  • eindexamensite.nl
  • Test Jezelf (memo)
  • Quizlet op classroom

Slide 35 - Tekstslide

Examenvraag 1
Stap 1: Zelfstandig in stilte oplossen
(2 minuten)

Stap 2: In duo's bespreken en tot een conclusie komen
(3 minuten)

Stap 3: Klassikaal bespreken

Slide 36 - Tekstslide

Antwoord 1 
Stap 1: Zelfstandig in stilte oplossen
(2 minuten)

Stap 2: In duo's bespreken en tot een conclusie komen
(3 minuten)

Stap 3: Klassikaal bespreken

Slide 37 - Tekstslide