TZ Comm&Beg H2.2 - mantelzorgers en het sociale netwerk begeleiden

Communicatie en Begeleiding
Module 2: Communiceren met het sociale netwerk
Mantelzorgers en het sociale netwerk begeleiden
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Communicatie en Begeleiding
Module 2: Communiceren met het sociale netwerk
Mantelzorgers en het sociale netwerk begeleiden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorgvrager en het netwerk
Mensen zijn sociale wezens en maken meestal deel uit van groepen. Dat willen mensen vaak ook uit zichzelf.

Als mensen ziek zijn, hebben ze graag anderen om zich heen die belangrijk voor hen zijn. Deze anderen spelen dan een belangrijkere rol. Je moet de zorgvrager, zo nodig, ondersteunen bij het onderhouden van die relaties.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belang van het sociale netwerk

Mensen kunnen niet of moeilijk zonder de contacten met (belangrijke) anderen. Gevaar: eenzaamheid.


Jouw taak: communicatie op andere manieren mogelijk maken.
BV: communiceren achter glazen wanden, in speciale containers, via beeldbellen, met inzet van een sociale robot

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Netwerk
Netwerken is een werkwoord.

 Dat houdt dus in dat het onderhouden en versterken van het netwerk betekent dat de zorgvrager eraan moet werken. Zorgvragers kunnen vaak niet zelfstandig hun netwerk versterken en daarom is het een taak van jou als verzorgende om daar actief mee bezig te zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het netwerk in kaart brengen
- via website "wie is wie?"
- ecogram
- mantelscan

Met een ecogram breng je dus de kwaliteit van het netwerk in kaart en met een mantelscan breng je de risico's van het netwerk in kaart.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ecogram
Ecogram = een getekende versie van het sociaal netwerk van de zorgvrager.

Je kunt in een ecogram ook aangeven wat voor rol iemand vervult: 
  • het houden van gezelschap op vriendschappelijke basis;
  • het onderhouden van een liefdevolle relatie;
  • het onderhouden van een functionele relatie in de zorg;
  • het bieden van praktische steun (klusjes aan huis, etc.).

Een manier om een ecogram te maken is door op een vel papier de zorgvrager in het midden te zetten en cirkels te trekken rond de zorgvrager. Elke cirkel betekent een (emotioneel) grotere afstand tot de zorgvrager. 



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het netwerk versterken 
Om het netwerk in beeld te brengen en te versterken, moet je als verzorgende inzet vertonen
Het vraagt dat je openstaat voor het netwerk en voor de wensen van de zorgvrager. Het vraagt onderzoek of het netwerk niet al eerder in beeld gebracht is. 

Het betekent dat je het netwerk regelmatig tot onderwerp van gesprek maakt en soms de communicatie met het netwerk voor je rekening moet nemen.








Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het netwerk versterken
Het vraagt van je dat je interesse hebt in de gewoonten en wensen van zowel de zorgvrager als (delen van) zijn netwerk, om verbindingen te kunnen maken of onderhouden.

Het betekent dat je zichtbaar en bereikbaar moet zijn voor het netwerk, dat je ook gewoon een praatje moet maken met buren, medebewoners, bezoekers en anderen.

Het vraagt soms ook doorzettingsvermogen. Het netwerk is niet altijd bereid zoveel in te zetten als jij zou willen, of de zorgvrager.







Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Relatie van de mantelzorg en de zorgvrager

Als verzorgende bied je pas zorg als zelfzorg of mantelzorg niet mogelijk is. 

Mantelzorg wordt gekenmerkt doordat de lijnen tussen de zorgvrager en de zorgontvanger zo kort zijn, dat de rollen omgekeerd zouden kunnen worden; er is dan sprake van wederkerigheid (relatie en praktisch mogelijk).

Als verzorgende sta je soms net zo dicht bij de zorgvrager als de mantelzorger. Dat vraagt van jou dat je goed communiceert met de mantelzorger. 

Communiceren met de mantelzorger is net zo belangrijk als communiceren met de zorgvrager. Je moet met beiden afstemmen, afspraken maken, mededelingen doen, uitleg geven en voorlichting geven.

Slide 12 - Tekstslide

G3V1VD
VRAAG


Benoem twee verschillen tussen een mantelzorg en vrijwilligerswerk.


Slide 13 - Tekstslide

Beginnen G3V1VD
ANTWOORD
* Bij mantelzorg komt de zorg direct voort uit een sociale band tussen mantelzorger en zorgvrager. Een vrijwilliger ondersteunt vanuit een algemene wens om een ander te helpen. 
* Mantelzorg overkomt je. Mantelzorgers kunnen de zorg niet zomaar beëindigen. Voor vrijwilligerswerk kies je bewust als vrijwilliger. Je kunt hier op elk moment mee stoppen.
* Mantelzorgers verrichten soms verzorgende handelingen. 
* Bij mantelzorg is er sprake van wederkerigheid.




Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informele zorg
Informele zorg = zorg die een zorgvrager ontvangt van familie, vrienden, vrijwilligers en andere mantelzorgers.


Als verzorgende ben je een professionele zorgverlener. Daarmee komen taken van de mantelzorger overeen met enkele taken die een professionele zorgverlener uitvoert

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mantelzorg - de cijfers

1 op de 3 Nederlanders van 16 jaar en ouder gaven in 2020 mantelzorg, dit zijn circa 5 miljoen mantelzorgers.
830.000 mantelzorgers geven zowel langdurig (meer dan 3 maanden) als intensief (meer dan 8 uur per week) hulp.
9,1% van de mantelzorgers voelt zich zwaar belast (460.000 mantelzorgers).
Ongeveer 5 op de 6 mantelzorgers geniet van de leuke momenten van het zorgen.
1 op de 6 werknemers combineert betaald werk met mantelzorg.




Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorgverleners en mantelzorg

Als verzorgende krijg je tegenwoordig bijna altijd te maken met mantelzorgers. Dit kan verschillen per werkveld waar je werkzaam bent. 


Door het jarenlange overheidsbeleid om de zorg minder in de zorgorganisaties en meer daarbuiten te laten plaatsvinden, is het aantal mantelzorgers toegenomen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerken met de mantelzorger 
Overeenkomsten:
Zorgvrager staat centraal, je wil beide het beste voor de zorgvrager, je wil de kwaliteit van leven verbeteren en zoveel mogelijk zelfredzaamheid. 

Verschillen
professionele houding gebaseerd op de beroepscode van verzorgenden vs de persoonlijke belangen van de mantelzorger

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerken met de mantelzorger 
Taken:
Voorkomen overbelasting van de mantelzorger
Contact met alle mantelzorgers 
- Signalerende functie van het netwerk
- Het realiseren van een goede afstemming tussen formele en informele zorg 
- Zorgen voor een goede basis van kennis en vaardigheid van het netwerk in de zorg voor de zorgvrager.)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mantelscan
A.d.h.v. een vragenlijst krijg je inzicht in de kracht en risico's van het netwerk. 

Een netwerk kan tot op zekere hoogte de last dragen van de zorg voor de zorgvrager, de zogenoemde draaglast. Wat het netwerk daarvoor nodig heeft is draagkracht. 
Draagkracht groter dan draaglast: het gaat goed
Draaglast groter dan draagkracht: overbelasting, uitval

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAAG


Hoe herken je overbelasting bij mantelzorgers op basis van lichamelijke, psychische en gedragsmatige verschijnselen?


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANTWOORD
Lichamelijke verschijnselen, bv: hoofd- of buikpijn, verhoogde bloeddruk, hyperventilatie, pijn in nek, schouder of rug, duizeligheid, toenemende vermoeidheid, afnemende eetlust of juist vraatzucht.
Psychische verschijnselen, bv: schaamte- en schuldgevoelens, concentratieproblemen, vergeetachtigheid, lusteloosheid, slaapproblemen, snel geëmotioneerd zijn, piekeren.
Gedragsmatige verschijnselen, bv: rusteloosheid, chaotisch, onverdraagzaam, agressief, verwaarloosd uiterlijk, meer roken en drinken, gebruik van kalmerende of stimulerende middelen.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren met de mantelzorger 
  • Je neemt de tijd voor het gesprek .
  • In de communicatie heb je écht aandacht voor de ander, je maakt echt contact. Dat doe je door te luisteren, vragen te stellen, door te vragen en kort samen te vatten wat gezegd is.
  • Je hebt geen oordeel, je toont respect voor het standpunt van de ander.
  • Je eigen mening staat niet op de voorgrond, je luistert actief naar de ander.
  • De privacy van de ander wordt door jou gerespecteerd.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren met de mantelzorger  
Laat OMA thuis 
(heb geen oordelen, mening of aannames).
Smeer NIVEA 
(niet invullen voor een ander).
Wees een OEN 
(open, eerlijk en nieuwsgierig).
Geef LSD 
(luisteren, samenvatten en doorvragen).


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het SOFA-model


Samenwerken 
Ondersteunen 
Faciliteren 
Afstemmen 


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het SOFA-model
Samenwerken is belangrijk voor de zorgverlener en de mantelzorger. Daar moet dan ook het gesprek over worden gevoerd. Accepteer de mantelzorger als medehulpverlener.
Ondersteunen en iets meer hulp kan nodig zijn voor de mantelzorger. De mantelzorger kan ook vragen hebben. Als zorgverlener kun je een luisterend oor bieden, maar ook stappen zetten om de mantelzorger te ondersteunen door zorgverlening te bieden of te regelen. Ook het gebruik van contacten in het netwerk kan tot de mogelijkheden behoren.



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het SOFA-model
Faciliteren van de relatie die de mantelzorger heeft met de zorgvrager houdt in dat je ervoor zorgt dat de relatie onderhouden kan worden. Dat er sprake is van privacy op het juiste moment, door bijvoorbeeld te zorgen dat er niet gestoord wordt tijdens het samenzijn van de zorgvrager en mantelzorger. 


Afstemmen met de mantelzorger als degene die de zorgvrager goed kent is ook belangrijk. Soms bestaat de relatie al vele jaren en weet de mantelzorger wat de zorgvrager nodig heeft. Betrek de mantelzorger bij het nemen van belangrijke beslissingen.


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een zorgvrager bepaalt zelf wie er thuishoort in zijn of haar netwerk.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ecogram brengt alleen professionele hulpverleners van een zorgvrager in beeld.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij mantelzorg is er sprake van wederkerigheid.

A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Communicatie met de mantelzorg is het meest effectief wanneer dit 'live' gebeurt.
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een mantelzorger is een informele zorgverlener.
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Overbelasting van de mantelzorg heeft indirect te maken met het overheidsbeleid van de afgelopen jaren.
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om snel duidelijk te krijgen wie de naasten van de zorgvrager zijn, kun je gebruik maken van het SOFA-model.
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een mantelscan geeft inzicht in de kracht en de risico's van het netwerk van een zorgvrager.
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Digitale zorg
- apps (MantelzorgNL, Huppla, Fello)
- robot (Tessa, Maatje)
- de Compaan (online platform voor zorgverleners en zorgvrager)
- robotica en domotica (Zora, stofzuigers, grasmaaiers, knuffels)

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagstructuurrobot
Dagstructuurrobots helpen bij persoonlijke dagplanning. Deze robots ondersteunen regelmaat door bijvoorbeeld dagelijkse handelingen en afspraken te onthouden en op de juiste momenten een seintje te geven dat je iets moet doen of dat er bezoek komt.
Dagstructuurrobots werken goed bij mensen die een cognitieve beperking hebben, bijvoorbeeld door NAH, dementie of psychische aandoeningen. Hierdoor kunnen ze langer zelfstandig een regelmaat vasthouden en ADL blijven doen.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorgrobot
Zorgrobots zijn slimme robots die spreken en luisteren. Zorgrobots helpen bij allerlei dagelijkse activiteiten, zoals het herinneren aan een afspraak. Deze robots bieden vaak ook gezelschap en geborgenheid, net als robotdieren. De zorgrobots richten zich op een bepaalde activiteit (bv in beweging brengen of vermaken) of om activiteiten van iemand volgen (bv hoe vaak drinkt iemand, hoe lang slaapt iemand). 
Zorgrobots nemen sommige taken over van een zorgverlener of mantelzorger. Daarmee vergroten de robots de zelfredzaamheid van de gebruiker en ontlasten ze de verzorger.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Robotdier
Robotdieren zijn knuffeldieren (dinosaurus, kat, een zeehondje of hondje) die reageren op hun omgeving, geluid, beweging en aanraking. Sommige robots kun je opdrachten geven die de robots dan uitvoeren en je kunt met ze spelen. 
Robotdieren zijn voor mensen die behoefte hebben aan sociaal contact. Robotdieren hebben een kalmerend effect, bijvoorbeeld door een rustgevende mechanische ademhaling. Ook lokken ze emotionele reacties uit. Ze hebben een positieve invloed op mensen met dementie en bij aandoeningen in het autistisch spectrum (stressverlagend). 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies