Renaissance

Renaissance
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Renaissance

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent 'renaissance'?

Slide 2 - Open vraag

Renaissance betekent wedergeboorte. Wedergeboorte van wie of wat?
A
Literatuur, kunst, filosofie etc. uit de klassieke oudheid.
B
Jezus Christus
C
Het protestantisme
D
Het catholicisme

Slide 3 - Quizvraag

Renaissance
  • Betekent: wedergeboorte van de Griekse en Romeinse kunst en cultuur

  • Periode tussen ongeveer 1450-1600

  • Ontstaan in Italië

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

middeleeuwen
Renaissance
Gedenk te sterven
Carpe diem
Pluk de dag
Memento mori 

Slide 7 - Sleepvraag

De idee over de mens
In de middeleeuwen was de mens anoniem onderdeel van de gemeenschap
Nu begon men de mens steeds meer als uniek individu te zien die zich diende te ontwikkelen

Slide 8 - Tekstslide

Leven op aarde
In de 16de/17de eeuw richten mensen hun blik steeds meer op het leven op aarde. 
Door ontdekkingen gaan de mensen anders over de wereld denken: 
- de aarde is rond en niet plat, de aarde draait om de zon (Copernicus)
- de ontdekking van Amerika (Columbus)
- de boekdrukkunst zorgt voor snelle verspreiding van al dit nieuws

Slide 9 - Tekstslide

Anders denken over het leven en de dood
  • Memento mori (Gedenk te sterven), wordt carpe diem (Pluk de dag)

  • Mensen gaan meer leven voor het leven nu, en niet voor het leven na de dood

  • God en geloof blijven heel erg belangrijk, maar het vertrouwen in de kerk wordt minder

Slide 10 - Tekstslide

Geloofsstrijd
In de middeleeuwen nam de macht en vooral het machtsmisbruik schandalige vormen aan. 
Er barst een geloofsstrijd uit. 
Luther wordt uit de kerk verbannen en begon daarop zijn eigen kerk, de Lutherse

Slide 11 - Tekstslide

Katholieke kerk (1)
  • Christelijke kerk

  • Staat onder leiding van de Paus in Rome (vandaar ook wel: Rooms-Katholieke Kerk)

  • Hiërarchisch: er is een duidelijke leider en indeling van macht

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in het Latijn

Slide 12 - Tekstslide

Katholieke kerk (2)
  • Er staan beelden in de kerk

  • Deze beelden (van bijvoorbeeld heiligen) worden soms ook vereerd

  • Ook relieken (overblijfselen van heiligen) worden vereerd

  • Er zijn magische handelingen en rituelen, zoals: wijn/bloed en brood/lichaam

Slide 13 - Tekstslide

Reformatie (1)
  • Betekent hervorming

  • In dit geval hervorming van de katholieke kerk

  • Begint aan het einde van de middeleeuwen, in de 15e eeuw

  • Protesteren tegen de macht en rijkdom (o.a. door aflaten) van de katholieke kerk

Slide 14 - Tekstslide

Reformatie (2)
  • Belangrijkste hervormers: Maarten Luther en Johannes Calvijn

  • In 1517 komt Luther met 95 stellingen (vooral tegen aflaten)

  • Hij hoopt dat de Paus mee wil denken en de Kerk zal hervormen

  • Luther wordt echter door de Paus in de ban gedaan

Slide 15 - Tekstslide


Waarom heeft Luther succes?

  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten.
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.

Slide 16 - Tekstslide

De reformatie had als doel:
A
Een nieuwe kerk op te richten
B
De katholieke kerk te hervormen
C
Wetenschap centraal zetten
D
De mens zelf centraal te stellen

Slide 17 - Quizvraag


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 18 - Quizvraag


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

Sobere handelingen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 19 - Quizvraag


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

Verering van relieken
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 20 - Quizvraag


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

De Paus is de leider
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 21 - Quizvraag

→Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Protestant
Katholiek
Maarten Luther
De Paus
Aflaten
Bijbel in volkstaal
Latijnse kerkdienst
Sober
Beeldenverering
Reliekenverering
'Kale' kerk
Beelden in de kerk
'Magische' handelingen
Sobere handelingen

Slide 22 - Sleepvraag

Het 
Wilhelmus

Slide 23 - Tekstslide


Over wie gaat het
Wilhelmus eigenlijk?
A
Willem Alexander
B
Willem van Oranje-Nassau
C
Koning Willem III
D
Willem van Hanegem

Slide 24 - Quizvraag

Het Wilhelmus gaat over Willem van Oranje-Nassau, een Nederlandse edelman die in 1568 in opstand kwam tegen de Spaanse koning.

Het Wilhelmus was een strijdlied van de soldaten/geuzen. Ze steunden Willem van Oranje-Nassau in de opstand.

Slide 25 - Tekstslide


Hoeveel coupletten heeft 
het Wilhelmus.
A
2 coupletten
B
8 coupletten
C
15 coupletten
D
18 coupletten

Slide 26 - Quizvraag

Naamdicht
Het is een heel lang lied met 15 coupletten. De hele tekst van het Wilhelmus staat hier. Kijk maar eens welke naam je krijgt als je alle eerste letters van de coupletten naast elkaar schrijft. Let op: de Z = S en de V = U.
Extra weetje
Meestal wordt alleen het eerste couplet gezongen. In de Tweede Wereldoorlog zong men ook vaak het zesde couplet erbij. Dat gaat over ‘de tirannie verdrijven’ en het gaf moed om tegen de Duitse overheersing te strijden.

Slide 27 - Tekstslide

couplet 1
couplet 2
couplet 3
alle 1e regels

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Het Wilhelmus noemen we ook wel een 1..... dat in de 2..... als strijdlied werd gebruik in de opstand tegen Spanje onder leiding van 3.......

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Video

tip
Sleep het juiste begrip in het juiste kader.
tip

Slide 32 - Tekstslide

Gouden eeuw
Ondanks de vele conflicten, ontstaat er in de 16de en 17de eeuw ook veel welvaart. Nederlanders domineerden na verloop van tijd de wereldzeeën. Dit leidde tot kennis van nieuwe culturen, maar vooral tot bloeiende handel in kruiden, suiker, koffie, tabak èn slaven. 
In de handelssteden ontstond een rijke burgerij met volop tijd en geld voor kunst en literatuur.

Slide 33 - Tekstslide

Wat is de andere benaming voor de 17e eeuw?

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Video

middeleeuwen
renaissance
memento mori
carpe diem
theocentrisch
antropocentrisch
Imiteren
didactisch
individualisme
collectivisme (groep)
ridderlijk
burgerlijk

Slide 36 - Sleepvraag

Slide 37 - Link

De renaissance
-  Wedergeboorte van de Klassieke Oudheid
-   Ontstond in Italië begin 14e eeuw.
Ontstond in Nederland 1550
-  Humanisten
Visie: 'de mens staat centraal' (i.p.v. God staat centraal). Theocentrisch wordt antropocentrisch 
-  Motto: Carpe diem

Slide 38 - Tekstslide

De renaissance
- Mens is uniek individu, net als in de klassieke oudheid
- Talenten ontplooien
- Ontwikkelen op alle gebieden
- Kunstenaar niet meer anoniem
- Ontstaan klassieke tragedie
- Wilhelmus

Slide 39 - Tekstslide

Belangstelling voor de Klassieke Oudheid
- Kunst uit klassieke Oudheid werd populair.
- Klassieke werken werden als voorbeeld genomen en kunstenaars
- Klassieke werken werden geïmiteerd (imitatio) en verbeterd (aemulatio)

Slide 40 - Tekstslide

Vragenrondje
wat is jou nog niet duidelijk?

Slide 41 - Tekstslide