4.3 draairichting

Draairichting en draaisnelheid
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Draairichting en draaisnelheid

Slide 1 - Tekstslide

Welke pijl hoort bij je volgwiel?
Volgwiel
1
2
A
1
B
2

Slide 2 - Quizvraag

Draait het volgwiel sneller, langzamer, of even snel?
Volgwiel
A
sneller
B
langzamer
C
even snel

Slide 3 - Quizvraag

Welke pijl hoort bij je volgwiel?
Volgwiel
1
2
A
1
B
2

Slide 4 - Quizvraag

Draait het volgwiel sneller, langzamer, of even langzaam?
Volgwiel
A
sneller
B
Langzamer
C
even langzaam

Slide 5 - Quizvraag

Welke pijl hoort bij je volgwiel?
Volgwiel
1
2
A
1
B
2

Slide 6 - Quizvraag

Draait het volgwiel sneller, langzamer, of even langzaam?
Volgwiel
A
sneller
B
langzamer
C
even langzaam

Slide 7 - Quizvraag

Draait het volgwiel sneller, langzamer, of even langzaam?
A
sneller
B
langzamer
C
even langzaam

Slide 8 - Quizvraag

Welk wiel draait goed, als de snaar in de richting van de blauwe pijl beweegt?
1
2
A
1
B
2

Slide 9 - Quizvraag

Als het kleine wiel rechtsom draait, draait het grote wiel
A
linksom
B
rechtsom
C
niet

Slide 10 - Quizvraag

Als het kleine wiel draait, draait het grote wiel
A
langzamer
B
sneller
C
niet

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Als het gele tandwiel
rechtsom draait, dan draait de paarse
A
linksom
B
rechtsom
C
niet

Slide 13 - Quizvraag

Als het gele tandwiel
rechtsom draait, dan draait de groene
A
linksom
B
rechtsom
C
niet

Slide 14 - Quizvraag

Als het kleine wiel X rechtsom draait, draait het grote wiel Y
X
Y
Z
A
linksom
B
rechtsom
C
niet

Slide 15 - Quizvraag

Als het kleine wiel X rechtsom draait, draait het grote wiel Z
X
Y
Z
A
linksom
B
rechtsom
C
niet

Slide 16 - Quizvraag

Als het kleine wiel X draait, draait het grote wiel Y
X
Y
Z
A
langzamer
B
sneller
C
niet

Slide 17 - Quizvraag

Als het kleine wiel X draait, draait het grote wiel Z
X
Y
Z
A
langzamer
B
sneller
C
niet

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Als het kleine wiel draait, draait het grootste wiel
A
sneller
B
langzamer
C
niet

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Als het kleine wiel draait, draait het grootste wiel
A
sneller
B
langzamer
C
niet

Slide 22 - Quizvraag

Als het kleine wiel rechtsom draait, draait het grote wiel
A
linksom
B
rechtsom
C
niet

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Deze pomp werkt alleen maar
A
als het echt koud is
B
omdat de tandwielen dezelfde kant opdraaien
C
omdat de tandwielen een andere kant opdraaien
D
als het oranje wiel stil blijft staan

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Deze pomp werkt alleen maar
A
als je warme en koude olie hebt
B
omdat de tandwielen dezelfde kant opdraaien
C
omdat de tandwielen een andere kant opdraaien
D
als het kleine wiel stil blijft staan

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Wie heeft vandaag gewonnen?

Slide 29 - Tekstslide

bij een even aantal assen
veranderd de 
draairichting

Slide 30 - Tekstslide

Bij een oneven aantal   assen veranderd de                     draairichting
                  niet

Slide 31 - Tekstslide