In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is arbeidsproductiviteit?
Slide 2 - Open vraag
Wat is de formule van arbeidsproductiviteit?
Slide 3 - Open vraag
Een kledingfabriek produceert 120000 T-shirts per week. Er zijn 20 werknemers die elk 5 dagen per week werken. Wat is de arbeidsproductiviteit per dag?
Slide 4 - Open vraag
Waardoor kan de arbeidsproductiviteit worden verhoogd?
A
Door afgeschreven machines langer te gebruiken.
B
Door het verbeteren van de arbeidsomstandigheden.
C
Door machines sneller af te schrijven.
D
Door meer personeel aan te nemen.
Slide 5 - Quizvraag
De arbeidsproductiviteit neemt toe door:
Scholing, Aanschaf van kapitaalgoederen,
Arbeidsverdeling, Prestatieloon,
Verbetering arbeidsomstandigheden (blz. 175)
Slide 6 - Tekstslide
Wat gebeurt er met de arbeidsproductiviteit wanneer de werknemers in de pauze zullen gamen? Verklaar je antwoord.
Slide 7 - Open vraag
Leg uit waarom de loonkosten per product kunnen dalen als de arbeidsproductiviteit stijgt.
Slide 8 - Open vraag
Waarom is het dalen van de loonkosten voor een onderneming belangrijk?
Slide 9 - Open vraag
Is de volgende stelling juist of onjuist?Deze laatste twee vragen waren niet te leren
A
Juist, dit kun je niet weten.
B
Onjuist, ik moet door het oefenen van opgaven tot inzicht komen.
C
Juist, de docent moet dit altijd uitleggen.
D
Onjuist, ik had hier zelf over moeten nadenken.
Slide 10 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de kosten voor het gebouw, zoals de huur- of energiekosten, als de arbeidsproductiviteit stijgt: stijgen ze, dalen ze of blijven ze gelijk? Verklaar je antwoord.
Slide 11 - Open vraag
Hanna zegt dat er in Nederland een 'supermarktoorlog' aan de gang is. Mede door deze prijzenoorlog worden oudere werknemers vervangen door jongeren. Hier door kan de arbeidsproductiviteit veranderen. Volgens Hanna kan door het vervangen van oudere werknemers door jongere werknemers de arbeidsproductiviteit gaan stijgen. Boas is het daar niet mee eens: 'Volgens mij zal de arbeidsproductiviteit juist gaan dalen, als je de ouderen vervangt door jongeren.' Geef één argument voor de mening van Hanna en één argument voor de mening van Boas.
Slide 12 - Open vraag
Hanna zegt dat er in Nederland een 'supermarktoorlog' aan de gang is. Mede door deze prijzenoorlog worden oudere werknemers vervangen door jongeren. Hier door kan de arbeidsproductiviteit veranderen. Volgens Hanna kan door het vervangen van oudere werknemers door jongere werknemers de arbeidsproductiviteit gaan stijgen. Boas is het daar niet mee eens: 'Volgens mij zal de arbeidsproductiviteit juist gaan dalen, als je de ouderen vervangt door jongeren.' Geef één argument voor de mening van Hanna en één argument voor de mening van Boas.
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Open vraag
Jan denkt na over maatregelen om zijn winst te verhogen. Hij denkt dat een verhoging van de arbeidsproductiviteit kan leiden tot een hogere nettowinst per product. Leg dit uit.
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Geef je antwoord
A
1 --> 2 --> 3
B
1 --> 3 --> 2
C
2 --> 1 --> 3
D
3 --> 2 --> 1
Slide 20 - Quizvraag
In Drimmelen, Noord-Brabant, zijn Bart en Klazien de hardwerkende eigenaren van Boerderijcamping De Groene Hoeve. Het bedrijf heeft 30 kampeerplaatsen en 10 vakantiehuisjes. De Groene Hoeve heeft een heel goed jaar achter de rug. Er waren meer gasten en overnachtingen dan ooit tevoren. Bart en Klazien hebben dat voor elkaar gekregen met minder personeel. Welke conclusie is juist?
A
De arbeidsproductiviteit per jaar is gedaald.
B
De arbeidsproductiviteit is gelijk gebleven.
C
De arbeidsproductiviteit per jaar is gestegen
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Open vraag
geef je berekening
Slide 23 - Open vraag
Leren is
dus veel zien, oefenen, jezelf controleren, zelf vragen stellen en vragen stellen.