4h ak Leefomgeving examenvragen 2017

Leefomgeving
steden
Examenvragen
2017-1 en 2017-2 & Meerkeuze
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leefomgeving
steden
Examenvragen
2017-1 en 2017-2 & Meerkeuze

Slide 1 - Tekstslide

aantekening: kan deze winkel overleven?
  • verzorgingsgebied = gebied waar klanten vandaan komen
  • reikwijdte = maximale afstand die klant wil afleggen
  • drempelwaarde = minimaal aantal klanten dat bedrijf nodig heeft
  • webwinkels hebben een groter verzorgingsgebied, een minimale reikwijdte en een lage of hoge drempelwaarde (is afhankelijk van soort)

Slide 2 - Tekstslide

Noem 3 korte woorden
die passen bij het onderwerp
Leefomgeving NL steden

Slide 3 - Woordweb

Wat is de goede volgorde in tijd?
A
urbanisatie, suburbanisatie, re-urbanisatie
B
re-urbanisatie, suburbanisatie, urbanisatie
C
suburbanisatie, re-urbanisatie, urbanisatie
D
urbanisatie, suburbanisatie, urbanisatie

Slide 4 - Quizvraag


Slide 5 - Open vraag

Als een stadswijk wordt opgeknapt, zodat deze weer aantrekkelijk wordt voor de eigen bewoners dan heet dat
A
stadsvernieuwing
B
wijkrenovatie
C
herstructuren
D
krachtwijken herprofileren

Slide 6 - Quizvraag


Slide 7 - Open vraag

In de stad werken zowel veel hoogopgeleiden als laagopgeleiden. Het begrip dat hierbij past is
A
monotone arbeidsmarkt
B
gentrification
C
duale arbeidsmarkt
D
kenniseconomie

Slide 8 - Quizvraag


Slide 9 - Open vraag

Leefbaarheid van wijken gaat over woningkenmerken en bewonerskenmerken.
Wat is een woningkenmerk?
A
goede sociale cohesie
B
veel niet-Nederlanders
C
veel grote huishoudens
D
veel huurwoningen

Slide 10 - Quizvraag


Slide 11 - Open vraag

Bij stadsprojecten wordt veel samengewerkt.
Hoe heet de samenwerking bij projecten tussen overheid en bedrijfsleven?
A
bestuurlijk netwerk
B
publiek-private samenwerking
C
regionale samenwerking
D
commerciële samenwerking

Slide 12 - Quizvraag

Wat is subjectieve veiligheid?
A
ik erger me niet aan vandalisme
B
de gemeente snoeit de struiken voor de veiligheid
C
er worden hier 50 fietsen per week gestolen
D
de stoeptegels worden regelmatig rechtgelegd

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heten de 40 wijken die werden aangewezen om de sociale, fysieke en economische problemen aan te pakken?
A
krachtwijken
B
prachtwijken
C
Vogelaarwijken
D
alle antwoorden (a,b,c) zijn goed

Slide 14 - Quizvraag

Als een stadswijk wordt aangepakt met de nadruk op meer duurdere koopwoningen, nieuwe of het verbeteren van de openbare ruimte dan is dat
A
fysieke stadsvernieuwing
B
herstructurering
C
sociale stadsvernieuwing
D
stadsvernieuwing

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het doel van het idee van de creatieve stad?
A
meer kunst is goed voor de mensen in de stad
B
een stad met minstens 1 kunstacademie
C
de creatieve stad is een economische motor
D
een stad die de wijken origineel verbetert

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het minimale aantal klanten dat een bedrijf nodig heeft om te kunnen bestaan?
A
verzorgingsgebied
B
rijkwijdte
C
drempelwaarde
D
minimum profit requirement

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een kritiek op op het krachtwijkenbeleid?
A
het zijn er teveel
B
er is teveel gekeken naar spreiding
C
er is te weinig geld voor vrijgemaakt
D
ze liggen teveel in de Randstad

Slide 18 - Quizvraag

In welke wijken zie je veel gentrificatie?
A
rijke buitenwijken
B
lage inkomenswijken in het centrum
C
rijke wijken rond het centrum
D
lage inkomenswijken rond het cetrum

Slide 19 - Quizvraag

Waar vind je relatief veel vinex-wijken?
A
in dorpen die kunnen uitbreiden
B
in rurale gebieden met veel ruimte
C
aan de rand van steden
D
in het Groene Hart

Slide 20 - Quizvraag