Woche 2

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

H2a Duits, Woche 2

Beginopdracht

Versie A	Versie B
de winnaar	de verliezer
het elftal	het kampioenschap
het spel (bij een balsport)	het doel(punt)
voetballen	aan sport doen
aanmoedigen	gelijkspel

Diese Woche:

Donnerstag (50 Min.)

Beginopdracht

Herhaling: 

Aufgabe 8 + 10

LOGO

Freitag (50 Min.)

Beginopdracht

Grammatik C: 

11, 12, 13

LOGO

Dienstag (50 Min.)

Vooruitblik

TrabiTour: 

Start Kapitel 4 (Aufgabe 3)

Herhaling: 

Aufgabe 7 + 9

Vooruitblik

Donderdag 23 januari: 

Kijk-/luistertoets (LOGO). 2x kijken, met ondertiteling

Rest van de periode: 

- TrabiTour Kapitel 4 + 6 (toets in toetsweek)

- Projekt Landeskunde (voor toetsweek 3 afgerond)

Freizeit

- schlafen / sich ausruhen 

- Sport machen (Fußball/Basketball/Tennis/Hockey/Handball/Volleyball spielen, schwimmen, tanzen, Ski fahren, Rollskates fahren, Leichtathletik, Schlittschuh fahren, Schlitten fahren

- zocken

- kreativ sein (zeichnen, malen)

- lesen 

- kochen / backen --> essen

Grammatik C - bez. vnw.

mijn = mein_

jouw = dein_ (denk aan du)

zijn = sein_

haar = ihr_

ons/onze = unser_

jullie = euer_ (spreek je uit als [oier])

hun/uw = ihr_/Ihr_

Hausaufgaben für Donnerstag

- Maken:

- Leren: 

Hausaufgaben für Freitag

- Maken:

- Leren: 

Hausaufgaben für Dienstag

- Maken: 

- Leren: