VCA examenvragen V2 - II

VCA examenvragen
II
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
VCAMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

VCA examenvragen
II

Slide 1 - Tekstslide

Wie houdt er toezicht op de naleving van de Veiligheid- en Gezondheidswetgeving?
A
De Inspectie SZW
B
De Arbodienst
C
De vakbond

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een mogelijke oorzaak van gevaar en risico op het werk?
A
Het soort werk dat wordt verricht
B
De afgesproken werkmethode
C
De werkvergunning

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent 'preventief werken' ?
A
Ervoor zorgen dat er genoeg PBM's aan de medewerkers worden uitgedeeld
B
Het voorkomen van onveilige handelingen en situaties
C
Zorgen dat er voldoende bedrijfshulpverleners en EHBO'ers op de werkplek aanwezig zijn

Slide 4 - Quizvraag

Wat bedoelen we met de term 'gevaarlijke stoffen' ?
A
Stoffen die een gevaar vormen voor de gezondheid van de mens
B
Stoffen die een gevaar vormen voor mens en dier
C
Stoffen die een gevaar vormen voor de gezondheid en/of voor de omgeving
D
Stoffen die hinderlijk zijn voor de mens

Slide 5 - Quizvraag

Na het werken met gevaarlijke stoffen kun je opname in je lichaam voorkomen. Hoe ?
A
Door niet te eten in de ruimte waar je ook gewerkt hebt
B
Door je kleding met een borstel goed schoon te vegen
C
Door je schoenen te vegen

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer is een stof giftig?
A
Een stof is giftig wanneer hij de normale werking van het menselijk lichaam verstoort.
B
Een stof is giftig als het werken met deze stof onmiddellijk de dood tot gevolg heeft.
C
Een stof is giftig als hij op chemische wijze wordt geproduceerd.

Slide 7 - Quizvraag


Op het etiket van een verpakking met een gevaarlijke stof moet staan:
A
Welke PBM's je moet gebruiken.
B
Wie het product mag gebruiken.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een regel bij het verplaatsen van personen met een heftruck?
A
Personen mogen nooit met een heftruck verplaatst worden.
B
Personen mogen alleen verplaatst worden als zij een valgordel dragen.
C
Personen mogen alleen in een speciale werkbak verplaatst worden als voldaan is aan de veiligheidseisen.

Slide 9 - Quizvraag

Wat kan een gevaar zijn bij het uitvoeren van sloopwerkzaamheden?

Meerdere antwoorden kunnen mogelijk zijn.
A
Dat je bekneld raakt tussen bewegende delen.
B
Dat gedeelten van het te slopen pand instorten.
C
Dat je tegen uitstekende delen aanloopt.

Slide 10 - Quizvraag

Een uitgespreid zeil ligt op een bouwplaats. Waar moet je voor oppassen?
A
Dat er dieren onder het zeil gekropen kunnen zijn.
B
Dat er onder het zeil een opening kan zijn waardoor je kunt vallen.
C
Dat het zeil plotseling op kan waaien.

Slide 11 - Quizvraag

Hoe kan een zuurstoftekort in een besloten ruimte ontstaan?
A
Doordat een besloten ruimte vaak warm is.
B
Doordat er een inert gas in de besloten ruimte aanwezig is.
C
Doordat er teveel verlichting in de besloten ruimte aanwezig is.

Slide 12 - Quizvraag

Je collega verricht een onveilige handeling. Wat doe je?
A
Je loopt naar de uitvoerder om dit te melden.
B
Je bespreekt dit tijdens werkoverleg.
C
Je waarschuwt je collega.

Slide 13 - Quizvraag

Een bijna-ongeval wordt geregistreerd. Waarom doen we dit?
A
Om de inspectie SZW op de hoogte te brengen.
B
Om ervan te leren.
C
Om je collega's te informeren.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is verstandig als je vaak werkt met biologische stoffen?
A
Je laten inenten.
B
Preventief medicijnen te slikken.
C
Een beperkt aantal uren werken.

Slide 15 - Quizvraag

Hoe kun je aan een gascilinder zien welke stof erin zit?
A
Aan de vorm van de gascilinder
B
Aan een symbool op de cilinder
C
Aan de kleurcode op de cilinder

Slide 16 - Quizvraag

Wat is onafhankelijke adembescherming?
A
Ademhalen door een P3-filter
B
Ademhalen met ademlucht uit een fles
C
Ademhalen zonder hulpmiddelen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de functie van het binnenwerk van een veiligheidshelm?
A
Het heeft een isolerende werking
B
Het verdeelt de schok over het hoofd
C
Vallende voorwerpen kunnen het hoofd niet bereiken

Slide 18 - Quizvraag

Wat brandt er bij een brandklasse B?
A
Vloeistof
B
Vaste stof
C
Gas
D
Metaal

Slide 19 - Quizvraag

Bij elektrisch lassen horen beschermingsmaatregelen. Tegen welk gevaar moet je je onder andere beschermen?
A
Vlamterugslag
B
UV-straling
C
Slangbreuk

Slide 20 - Quizvraag

Welk gevaar bestaat bij autogeen lassen in kelders?
A
Explosie door ophopend gas
B
Elektrocutie, want er is veel geleiding in de buurt
C
Instortende wanden

Slide 21 - Quizvraag