In 1618-1619 vond een vergadering plaats in Dordrecht om een eind te maken aan onenigheid binnen de calvinistische kerk in de Republiek. De vergaderstukken werden bewaard in een speciaal daarvoor gemaakte kist. De kist had acht sloten: één voor de Staten-Generaal en één voor elk van de zeven gewesten. Alleen als iedereen een vertegenwoordiger met een sleutel stuurde, kon de kist worden geopend.
Leg uit dat deze bijzondere wijze van bewaren van de vergaderstukken paste bij de staatsinrichting van de Republiek.