toets stevigheid en beweging

Even kijken wat we nog weten!
stevigheid en beweging
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1-3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Even kijken wat we nog weten!
stevigheid en beweging

Slide 1 - Tekstslide

Bestaat een baby skelet uit meer botten als een volwassen skelet?

Slide 2 - Open vraag

Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 18.
A
opperarmbeen
B
scheenbeen
C
sleutelbeen
D
dijbeen

Slide 3 - Quizvraag

Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 25.
A
opperarmbeen
B
scheenbeen
C
sleutelbeen
D
dijbeen

Slide 4 - Quizvraag

Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 12.
A
opperarmbeen
B
spaakbeen
C
sleutelbeen
D
ellepijp

Slide 5 - Quizvraag

Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 13.
A
opperarmbeen
B
spaakbeen
C
sleutelbeen
D
ellepijp

Slide 6 - Quizvraag

Kijk goed naar de afbeelding. Welk nummer stelt botcellen voor?
A
nr 1
B
nr 2
C
nr 3

Slide 7 - Quizvraag

De botten van baby's bestaan hoofdzakelijk uit ..
A
kalk
B
lijmstof

Slide 8 - Quizvraag

De botten van baby's zijn ..
A
bijna niet breekbaar
B
heel makkelijk breekbaar

Slide 9 - Quizvraag

De botten van bejaarden bestaan hoofdzakelijk uit ..
A
kalk
B
lijmstof

Slide 10 - Quizvraag

De botten van bejaarden zijn ..
A
bijna niet breekbaar
B
heel makkelijk breekbaar

Slide 11 - Quizvraag

Je ziet hier een afbeelding van een schedel van een mens. Nummer 6 is..
A
voorhoofdsbeen
B
bovenkaak
C
onderkaak
D
neusbot

Slide 12 - Quizvraag

In dit skelet van een babyhoofd zie je 3 delen in de schedel, omlijnd door "witte lijnen" . In een volwassen schedel is dit weg en een complete schedel geworden. Hoe de verbinding waardoor de schedeldelen aan elkaar zitten?
A
naadverbinding
B
vergroeiïng
C
gewricht

Slide 13 - Quizvraag

Je ziet hier een gewricht. Nummer 3 is..
A
bot
B
beenweefsel
C
kraakbeen
D
gewrichtssmeer

Slide 14 - Quizvraag

Als je een beweging maakt, heb je altijd ten minste 2 spieren nodig. Hoe heet het mechanisme om met 2 spieren een beweging te kunnen maken?
A
tegengestelde beweging
B
antagonisme
C
gonistische beweging
D
samenwerkign

Slide 15 - Quizvraag

Een spier zit aan het bot vast met..
A
de spierbuik
B
de pezen
C
de spiervezels
D
het spiervlies

Slide 16 - Quizvraag

Op welke plek zit de
A
de gevoelige plek moet je verbinden, dit geeft steun
B
de gevoelige plek moet je koelen, dit voorkomt zwelling
C
de gevoelige plek moet je verbinden, dit voorkomt zwelling
D
de gevoelige plek moet je goed masseren, dit voorkomt verdere pijn

Slide 17 - Quizvraag

einde 

Slide 18 - Tekstslide