les 2 :onregelmatige werkwoorden A2
1 / 42
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Ik ... vroeger veel, maar door de operatie aan mijn knie gaat dat nu moeilijk
A
bewogen
B
heb bewogen
C
bewoog
D
heeft bewogen
Slide 6 - Quizvraag
Vorige week hebben wij het museum ...
A
bezocht
B
hebben bezocht
C
bezicht
D
bezoekt
Slide 7 - Quizvraag
Helaas heeft iemand anders meer ... waardoor ik het huis niet kreeg
A
hebben geboden
B
gebied
C
heeft gebied
D
geboden
Slide 8 - Quizvraag
Au! Ik ... op mijn tong!
A
beet
B
bijten
C
beten
D
beeten
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Toen de man ..., kwam mijn hond hem gelijk begroeten
A
kwam binnen
B
binnen kwam
C
is binnen gekomen
D
was binnen gekomen
Slide 12 - Quizvraag
Mijn man wilde vorige maand niet naar het festival. Hij ... liever thuis.
A
bleef
B
is gebleven
C
blijft
D
is blijven
Slide 13 - Quizvraag
Ik denk dat ik mijn been ...!
A
brak
B
breken
C
hebt gebrak
D
heb gebroken
Slide 14 - Quizvraag
Mijn ouders ... mij vroeger altijd naar school
A
brengen
B
brachten
C
brengden
D
brachtte
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Wat ... je toen hij dat vertelde?
A
heb gedacht
B
denkte
C
dacht
D
gedacht
Slide 18 - Quizvraag
Heb je de was al ...?
A
gedaan
B
gedeed
C
deed
D
gedoen
Slide 19 - Quizvraag
Hoewel ze veel pijn had aan haar voet, is ze toch ...
A
ging door
B
doorgaan
C
doorgegaan
D
ging doorgegaan
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Wij hebben onze wensen ... aan de makelaar
A
doorgegeven
B
doorgegaaft
C
doorgegaven
D
doorgegeeft
Slide 23 - Quizvraag
Vroeger ... vrouwen geen spijkerbroeken, maar hele mooie jurken!
A
draagde
B
droegen
C
hebben
D
droegde
Slide 24 - Quizvraag
Ik heb gelukkig niet veel ..., dus ik mag nog rijden
A
gedrinkt
B
gedronken
C
dronk
D
drinken
Slide 25 - Quizvraag
Iedereen ... mooi ... op de bruiloft
A
zag er ... uit
B
zagen er ... uit
C
zag ... eruit
D
zagen ... eruit
Slide 26 - Quizvraag
bewegen
Slide 27 - Open vraag
bezoeken
Slide 28 - Open vraag
bieden
Slide 29 - Open vraag
bijten
Slide 30 - Open vraag
binnenkomen
Slide 31 - Open vraag
blijven
Slide 32 - Open vraag
breken
Slide 33 - Open vraag
brengen
Slide 34 - Open vraag
denken
Slide 35 - Open vraag
doen
Slide 36 - Open vraag
doorgaan
Slide 37 - Open vraag
doorgeven
Slide 38 - Open vraag
dragen
Slide 39 - Open vraag
drinken
Slide 40 - Open vraag
eruitzien
Slide 41 - Open vraag
Ik ken de onregelmatige
werkwoorden
van les 2.
werkwoorden
van les 2.
