Herhalingsles Hoofdstuk 2: het Oude Egypte

Herhalingsles Hoofdstuk 3: het Oude Egypte
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles Hoofdstuk 3: het Oude Egypte

Slide 1 - Tekstslide

Beneden-Egypte
Boven- Egypte
Veel woestijn

Bijna iedereen
leeft langs de Nijl of in de delta van Beneden Egypte

Slide 2 - Tekstslide

Beneden Egypte
Boven Egypte

Slide 3 - Tekstslide

Irrigatie landbouw
Systeem waarmee op een kunstmatige manier voldoende water wordt aangevoerd zodat de akkers voldoende water hebben.

Slide 4 - Tekstslide

Middel van Bestaan
Nijl
Egyptische Rijk
Specialisatie
Graan
Vaste woonplaats
Akkerbouw
Jagen en verzamelen
Landbouw
Irrigatielandbouw
Farao
Stedelijke samenleving

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Te veel voedsel
Overschot aan voedsel -> niet iedereen hoeft meer als boer te werken. 

Gevolg?

Slide 7 - Tekstslide

Specialisatie van ambachten
Sommige ambachtslieden gingen maar één ding maken zoals bijlen of brood en werden daar heel goed in. Dit noem je specialisatie.

Slide 8 - Tekstslide

Ontstaan van handel
  • Boeren en ambachtslieden gingen naar
    markten.

  • Ruilhandel; geen geld

  • Transport over de Nijl

  • Specialiseren in handel: 
    Handelaren.

Slide 9 - Tekstslide

Steden ontstaan
Door de bloeiende economie ontstond veel rijkdom: er kwam veel welvaart in Egypte. Mensen werden gezonder en ouder > wat is het gevolg?

Slide 10 - Tekstslide

Zet de zinnen in de juiste volgorde.

Niet iedereen hoeft meer boer te zijn
Sommige menssen gaan zich specialiseren: er ontstaan verschillende beroepen.
De irrigatielandbouw zorgde voor hoge opbrengsten
Boeren hielden een deel van hun oogst over.

Slide 11 - Sleepvraag

Irrigatiesysteem
Ambacht
Akkerbouw
Veeteelt

Slide 12 - Sleepvraag

Leg uit wat welvaart en bevolkingsgroei met elkaar te maken hebben?

Slide 13 - Open vraag

Leg uit hoe de Nijl zorgde voor meer handel in Egypte

Slide 14 - Open vraag

landbouwstedelijke samenleving
samenleving waarbij de meeste mensen leven op het platteland en leven van de landbouw maar er zijn ook steden met ambachten en handel.

Slide 15 - Tekstslide

Egypte wordt één staat
  • Irrigatielandbouw 
  • Samenwerking is belangrijk
  • Leiders verdeelden de taken
  • Boeren betaalden belasting aan de leiders
  • Daarmee betaalden zij ambtenaren en soldaten.
  • Een gebied met een regering heet een staat

Slide 16 - Tekstslide

Onder-Egypte
Boven-Egypte
Boven en onder-Egypte

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Tekstslide

De goddelijke farao
-volk
-onderdaan

Hoe toonde de farao zijn macht?

Slide 19 - Tekstslide

Het schrift was belangrijk in de Egyptische samenleving, waarom?

Slide 20 - Open vraag

Functies van het schrift
  • Belangrijk om wetten op te schrijven
  • Belangrijk om belastingopbrengsten bij te houden

Einde Prehistorie

Slide 21 - Tekstslide

Prehistorie of Historie?
A
Historie
B
Prehistorie

Slide 22 - Quizvraag

Prehistorie of Historie?
A
Historie
B
Prehistorie

Slide 23 - Quizvraag

Godsdienst:
  • tempels: woningen voor de goden of voor overleden farao's die als god vereerd werden.
  • Gewone mensen mochten hier niet naar binnen, alleen priesters die elke dag rituelen uitvoerden mochten hier komen.
  • offers: Egyptenaren geloofden dat een god door de offers zorgde voor voorspoed in het leven.

Slide 24 - Tekstslide

Egyptische tempel
Tempel van Hatsjepsoet, de eerste vrouwelijke farao

Slide 25 - Tekstslide

Egyptische beschaving
  • Bij de tempels waren opslagruimtes in werkplaatsen, er was een school voor schrijvers en een bibliotheek. 
  • schilderkunst en beeldhouwkunst.
  • Wetenschap

Een ontwikkelde cultuur noemen we beschaving.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen normen en waarden?

Slide 28 - Tekstslide

De Egyptenaren geloven in meer dan één god. Dit noemen we...
A
multiplysme
B
polytheïsme
C
monotheïsme
D
polotheïsme

Slide 29 - Quizvraag

5
5
4
de farao en zijn familie
priesters
hoge ambtenaren
edelen
ambachtslieden
handelaren
lage ambtenaren
boeren
landarbeiders
Slaven

Slide 30 - Sleepvraag

Welk heilige boek hoort bij welk geloof?
Monotheïsme
Polytheïsme
1 god
Meerdere goden
Christendom
Natuurgodsdienst
Islam

Slide 31 - Sleepvraag

Slide 32 - Tekstslide

Werkvorm 'Welk Woord Weg'

Opdracht 1: Welk begrip kun je in het rijtje weglaten?

Opdracht 2: Kun je uit ieder rijtje ook nog een tweede begrip kiezen dat er om een andere reden niet bij hoort?

Voorbeeld: rood - zwart - groen - fiets

opdracht 1 : Ik laat fiets weg, omdat een fiets geen kleur is en de rest wel.
 Opdracht 2: Ik kan zwart eventueel ook weglaten, omdat zwart technisch gezien geen kleur is.

Slide 33 - Tekstslide

Aan de slag met de werkvorm!
Klaar?
- Opdrachten uit de online methode afronden of bijvoorbeeld een samenvatting schrijven van de leerstof.
- Werken aan een ander vak.

Slide 34 - Tekstslide