2.1 Eten en gegeten worden

Wat weet je nog van de vorige les?
1 / 38
volgende
Slide 1: Open vraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 1 - Open vraag

Vorige les:
- Ontkieming
- Groei (mitose, celstrekking)
- Ontwikkeling (levenscyclus, eenjarig, tweejarig, meerjarig)

Slide 2 - Tekstslide

Wat hoort NIET bij groei?
A
mitose
B
plasmagroei
C
celstrekking
D
meiose

Slide 3 - Quizvraag

Plant X ontkiemt in maart, maakt wortels, stengels en bladeren. In de winter vallen zijn bladeren af. In het voorjaar daarna maakt hij nieuwe bladeren, vruchten en zaden. Daarna sterft hij.
Plant X is een....
A
eenjarige
B
tweejarige
C
meerderjarige
D
cactus

Slide 4 - Quizvraag

waardoor groeit een plant sneller dan bij een mens?
A
celdeling
B
celreductie
C
celstrekking

Slide 5 - Quizvraag

Van welke plant is dit de levenscyclus?
A
eenjarige
B
tweejarige
C
houtige
D
overblijvende

Slide 6 - Quizvraag

Bestudeer de tekening van de ontkieming van een plant.
Waardoor worden de zaadlobben bij de ontkieming steeds kleiner en vallen ze af?

A
In de zaadlobben zit reservevoedsel en de plant heeft geen voedsel meer nodig.
B
In de zaadlobben zit water en de plant neemt nu water op met de wortels.
C
In de zaadlobben zit reservevoedsel dat gebruikt is tijdens het ontkiemen.
D
Ze vallen niet af, ze groeien uit tot grote bladeren

Slide 7 - Quizvraag

Ontkieming is NIET afhankelijk van
A
temperatuur
B
hoeveelheid water
C
hoeveelheid zuurstof
D
hoeveelheid zonlicht

Slide 8 - Quizvraag

In juni plantte ik zaadjes van een stokroos. In oktober was er een rozet van bladeren ontstaan. In de lente van het jaar daarna bloeiden er prachtige rozen. Hierna stierf de plant, maar het had wel genoeg zaadjes achter gelaten voor het jaar daarna. Nu heb ik elk jaar stokrozen in de tuin. De stokroos is dus een .............................
A
eenjarige plant
B
tweejarige plant
C
overblijvende plant

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Een ander woord voor producent is
A
dier
B
plant
C
bacterie
D
schimmel

Slide 22 - Quizvraag

Bacterien en schimmels zijn
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten

Slide 23 - Quizvraag

Mensen zijn
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten

Slide 24 - Quizvraag

Een boom laat zijn bladeren vallen, de
mestkevers eten het afval op. Wat zijn de mestkevers?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten
D
Afvaleters

Slide 25 - Quizvraag

Wie zijn reducenten
A
Planten en dieren
B
Dieren en schimmels
C
Schimmels en Planten
D
Bacteriën en Schimmels

Slide 26 - Quizvraag

Wie is de producent
A
Pissebed
B
Kat
C
Kastanjeboom
D
Egel

Slide 27 - Quizvraag

Maak een voedselketen, door de organisme naar de juiste plaats te slepen.
1     --> 
2       -->
3       -->
4
kikker
Algen
Waterslak
blauwe reiger

Slide 28 - Sleepvraag

per schakel neemt de energie in de voedselketen
A
toe
B
af

Slide 29 - Quizvraag

Hoe noem je dit?
A
voedselketen
B
voedselweb
C
ecosysteem

Slide 30 - Quizvraag

alleseters eten
A
planten
B
dieren
C
planten en dieren

Slide 31 - Quizvraag

Op welk plaatje zie je een voedselketen?
A
B
C

Slide 32 - Quizvraag

Deze voedselketen bestaat uit..........
schakels
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 33 - Quizvraag

Welke rol heeft de leeuw in dit voedselweb?
A
Producent
B
Reducent
C
Concument 1e orde
D
Consument 2e orde

Slide 34 - Quizvraag

Door welke woorden kan je een pijl in een voedselketen vervangen?
A
Eet
B
Wordt gegeten door

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Huiswerk
maken 1 t/m 9 van 2.1

Slide 38 - Tekstslide