Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Afkortingen
Afkortingen
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Afkortingen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent de afkorting:
fam.
A
eventueel
B
familie
C
in bezit van
D
inclusief
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting:
v.d.
A
onder andere
B
ongeveer
C
van de
D
seconde
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting:
incl.
A
inclusief
B
in bezit van
C
in tegenstelling tot
D
met behulp van
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Wat betekent de afkorting:
afb.
A
afbeelding
B
afkorting
C
algemeen
D
bijvoorbeeld
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting:
alg.
A
afbeelding
B
afkorting
C
algemeen
D
bijvoorbeeld
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Wat betekent de afkorting:
bijz.
A
bijvoorbeeld
B
bijzonder
C
door middel van
D
algemeen
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting?
i.t.t.
A
inclusief
B
met behulp van
C
in bezit van
D
in tegenstelling tot
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting?
nl.
A
ongeveer
B
onder andere
C
namelijk
D
naar aanleiding van
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting?
m.b.v.
A
in tegenstelling tot
B
met behulp van
C
naar aanleiding van
D
namelijk
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Wat betekent de afkorting:
d.m.v.
A
door middel van
B
dat wil zeggen
C
eventueel
D
bijzonder
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Wat betekent de afkorting:
o.a.
A
namelijk
B
seconde
C
ongeveer
D
onder andere
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting:
n.a.v.
A
met behulp van
B
doormiddel van
C
dat wil zeggen
D
naar aanleiding van
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Wat betekent de afkorting:
d.w.z.
A
door middel van
B
dat wil zeggen
C
bijzonder
D
eventueel
Slide 20 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting:
ong.
A
seconde
B
onder andere
C
ongeveer
D
namelijk
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Wat betekent de afkorting:
sec.
A
van de
B
seconde
C
ongeveer
D
bijvoorbeeld
Slide 23 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting:
i.b.v.
A
in tegenstelling tot
B
inclusief
C
in bezit van
D
familie
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Wat betekent de afkorting:
bijz.
A
algemeen
B
bijvoorbeeld
C
bijzonder
D
door middel van
Slide 26 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting:
bijv.
A
algemeen
B
bijvoorbeeld
C
bijzonder
D
door middel van
Slide 27 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Blok 5 - les 5 - afkortingen
March 2025
- Les met
22 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
3h hfd 4 Spelling afkortingen ZELFSTANDIG (1)
June 2022
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
3h hfd 4 Spelling afkortingen KLASS (2)
June 2022
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Taal afkortingen
April 2022
- Les met
20 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Taal afkortingen
November 2020
- Les met
19 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Taal afkortingen TA6 2.20
November 2023
- Les met
16 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Taal afkortingen TA6 2.20
October 2023
- Les met
20 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
afkortingen - oefenen
November 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4