Les 2 - §1.1 Een nieuwe grondwet

Aantekeningen voor het examen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

Aantekeningen voor het examen

Slide 1 - Tekstslide

Werken met LessonUp
Aantekening voor het examen
Opdracht
Meer informatie
Bronnen
Je mag je device gebruiken
Je mag samenwerken
Je moet je oortjes gebruiken
Je werkt zelfstandig
Examenvraag
Je werkt in stilte

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning
Lesuur 1
  • Grondwet 1848

Lesuur 2
  • Luxemburgse kwestie

Lesuur 3
  • Verwerking

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen, je leert:...
  • veranderingen herkennen en beschrijven in de bevoegdheden van parlement /volksvertegenwoordiging / Staten-Generaal/Eerste en Tweede Kamer die in 1848 tot stand kwamen .
  • kenmerkende gebeurtenissen en ontwikkelingen in Nederland, voor tijdens en na 1848 herkennen, beschrijven en in het juiste tijdsgewricht plaatsen

Slide 4 - Tekstslide

Drie politieke problemen in Nederland na 1848

  • Sociale kwestie (1.1/1.2)
  • Schoolstrijd (1.3)
  • Strijd om algemeen kiesrecht (1.4)
Al deze problemen worden opgelost in de pacificatie van 1917.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Revolutiejaar 1848
  • 1848 is een revolutiejaar in Europa: in verschillende landen eiste de bevolking meer inspraak 
  • In Frankrijk werd zelfs de koning afgezet : Fra. veranderde hierdoor van een monarchie in een republiek.
  • Een politieke stroming die meer inspraak van het volk eiste waren de liberalen.
  • Koning Willem II was bang dat dit ook in NL kon gebeuren en gaf de liberale leider Thorbecke de opdracht een nieuwe grondwet te schrijven.

Aantekening voor het examen

Slide 7 - Tekstslide

Grondwet 1848
  • De belangrijkste bepalingen uit de Grondwet van 1848:
  1. Ministeriële verantwoordelijkheid: minder macht bij de koning
  2. Koninklijke onschendbaarheid
  3. De scheiding van machten
  4. Censuskiesrecht + rechtstreekse verkiezingen
  5. Klassieke grondrechten voor de bevolking.
  6. Nieuwe rechten voor het parlement

Aantekening voor het examen

Slide 8 - Tekstslide

Thorbecke

Slide 9 - Tekstslide

Luxemburgse Kwestie
  • Tot 1867 hoorde Luxemburg nog bij Nederland.
  • In 1866 dreigde Pruisen (Duitsland) met oorlog ->
  • Nederland zocht bescherming bij Frankrijk die in ruil daarvoor Luxemburg wilde kopen: Koning Willem III en de ministers gingen akkoord, maar
  • De Tweede Kamer hoorde dit allemaal pas achteraf: zij keurden de begroting van de regering af (recht van budget). Alle ministers diende hun ontslag in = ministeriële verantwoordelijkheid.
  • Tegen Willem III kon geen actie worden ondernomen = koninklijke onschendbaarheid.

Aantekening voor het examen

Slide 10 - Tekstslide

Rechten van het parlement
  • Recht van amendement (alleen Tweede Kamer).
  • Recht van initiatief (alleen Tweede Kamer).
  • Recht van budget.
  • Recht van interpellatie.
  • Recht van enquête.

Aantekening voor het examen

Slide 11 - Tekstslide

Examenvraag
Opdracht
Examenvraag

Slide 12 - Tekstslide

Examenvraag - 2021 I
Gebruik bron 1

De gebeurtenis op de tekening leidde tot een politieke verandering in
Nederland in 1848.
Welke politieke verandering wordt bedoeld?
A het afschaffen van de constitutionele monarchie
B het aftreden van koning Willem II
C het invoeren van een nieuwe grondwet
D het oprichten van politieke partijen 
Opdracht
Examenvraag

Slide 13 - Tekstslide

Examenvraag 2021 - I
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 14 - Quizvraag

Examenvraag 
C
Opdracht
Examenvraag

Slide 15 - Tekstslide

Examenvraag
Opdracht
Examenvraag

Slide 16 - Tekstslide

Examenvraag - 2021 I
Gebruik bron 1

De gebeurtenis op de tekening leidde tot een politieke verandering in
Nederland in 1848.
Welke politieke verandering wordt bedoeld?
A het afschaffen van de constitutionele monarchie
B het aftreden van koning Willem II
C het invoeren van een nieuwe grondwet
D het oprichten van politieke partijen 
Opdracht
Examenvraag

Slide 17 - Tekstslide

Examenvraag - 2021 I
Deze brief werd geschreven naar aanleiding van de ‘Luxemburgse kwestie’.

Wat heeft de koning toen gedaan om te proberen zijn macht te behouden?
A Hij heeft de ministers hun ontslag laten indienen.
B Hij heeft de opdracht gegeven om de grondwet te wijzigen.
C Hij heeft de Tweede Kamer laten ontbinden.
D Hij heeft het parlement het budgetrecht afgenomen. 
Opdracht
Examenvraag

Slide 18 - Tekstslide

Examenvraag 2021 - I
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 19 - Quizvraag

Examenvraag
Opdracht
Examenvraag

Slide 20 - Tekstslide

Examenvraag - 2019 I
In de Nederlandse Grondwet van 1848 werd het volgende artikelopgenomen: de Koning is onschendbaar.
Wat betekent ‘de Koning is onschendbaar’ in de praktijk?
A De koning heeft de bevoegdheid om zelfstandig politieke beslissingen
te nemen.
B De koning moet aftreden als hij het vertrouwen van het parlement
verliest.
C De ministers zijn politiek verantwoordelijk voor de uitspraken en het
gedrag van de koning.
D Het kabinet bepaalt welk personeel de koning voor zijn huishouden
mag aannemen. 
Opdracht
Examenvraag

Slide 21 - Tekstslide

Examenvraag 2019 - I
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 22 - Quizvraag