a2a H1 Spelling: Leestekens 27 oktober

Welkom a2a
Nederlands van mevrouw Vogel (rre)

Leg je telefoon op de kop op tafel

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom a2a
Nederlands van mevrouw Vogel (rre)

Leg je telefoon op de kop op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Stillezen
  • Uitleg Spelling h1
  • Zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les:
  • Ik weet wat leestekens zijn.
  • Ik kan leestekens op de juiste manier in een zin zetten.

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn leestekens?
Kun je een voorbeeld geven?

Slide 4 - Open vraag

Opdracht 
Pak je boek, een schrift en een pen.
Ga naar H1 Spelling- Leestekens (blz. 34/35)
Maak de startopdracht

Klaar?
Lees de theorie

timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Leestekens
Je gebruikt leestekens om een tekst leesbaar te maken

Deze leestekens moet je nu kennen:
Punt
Komma
Dubbele punt
Puntkomma

Slide 6 - Tekstslide

 H1 Spelling - Leestekens
Even kort:

Je eindigt een zin met een punt, een vraagteken of een uitroepteken.
- Een punt komt na een gewone zin: Irina appt vaak met haar vriendinnen.
- Een vraagteken zet je na een vraag: Wie heb je vanmiddag bezocht?
- Met een uitroepteken geef je een zin extra nadruk: Dat is super, man!


Slide 7 - Tekstslide

Komma
Wanneer je twee zinnen samenvoegt tot een nieuwe zin, gebruik je een komma.
De komma komt in zo’n langere zin:
– tussen twee persoonsvormen:
Als we elke dag naar het strand kunnen, hebben we een fijne vakantie.

– voor maar, doordat, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat, zodra:
We hebben een fijne vakantie gehad, omdat we elke dag naar het strand konden.

– als je de delen van een zin niet los kunt uitspreken:
We hebben een fijne vakantie gehad, die bovendien lekker lang duurde.

Let op: meestal komt er geen komma voor en en of.


Je gebruikt in veel meer gevallen een komma, maar voor nu hoef je alleen dit te leren

Slide 8 - Tekstslide

LEESTEKENS
- aan het eind van een zin
- aan het eind van een vraagzin
- aan het eind van een zin met extra nadruk
- tussen twee persoonsvormen / tussen delen van een opsomming / na een naam of uitroep aan het begin van een zin / vóór omdat,want,maar,etc.
PUNT
VRAAGTEKEN
UITROEPTEKEN
KOMMA

Slide 9 - Sleepvraag

Hoe heten de leestekens die hierboven staan? Sleep de juiste naam naar het juiste leesteken.
aanhalingsteken
komma
punt
puntkomma
vraagteken

Slide 10 - Sleepvraag

Niet waar
Waar
Een zin eindigt altijd met een punt.
Tussen twee persoonsvormen zet je een komma.. 
Als je iemand aanspreekt, zet je een uitroepteken achter zijn of haar naam.
Een uitroepteken gebruik je bij een vraag.
Aanhalingstekens gebruik je als je een stukje tekst letterlijk overneemt.
Voor woorden zoals want, maar of omdat zet je een komma.
Leestekens maken het lezen makkelijker.

Slide 11 - Sleepvraag

blogger 'maakt punt' en verwijdert alle woorden uit beroemde romans

letten lezers van romans (a) kranten en blogs te veel op woorden (b) blogger adam j (c) calhoun vindt van wel (d) op zijn blog zet hij uiteen waarom die fixatie met woorden onterecht is (e) het zorgt er volgens cahoun namelijk voor dat we over het hoofd zien wat onze woorden en zinnen in goede banen leidt (f) interpunctie (g) hij illustreerde dit aan de hand van negen van zijn favoriete boeken (h) alle uit het engelse taalgebied (i) doordat hij alle woorden schrapte (j) bleef slecht de interpunctie van de verhalen over (k) die interpunctie zette hij in een diagram (l) uit een screenshot uit zijn artikel blijkt welke schrijvers een voorkeur hebben voor de puntkomma (m) welke voor de apostrof en welke voor de leestekens (n)
Plaats de letters uit de tekst bij het juiste leesteken. 
punt
komma
dubbele punt
vraagteken
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
n

Slide 12 - Sleepvraag

Puntkomma
Als twee zelfstandige zinnen sterk met elkaar samenhangen
(maar dan mag je ook een punt gebruiken)

We hebben een fijne vakantie gehad; vooral de eerste weken hebben we ons goed vermaakt.

Slide 13 - Tekstslide

Dubbele punt
Als twee zelfstandige zinnen samenhangen en de tweede zin vormt een toelichting bij de eerste zin:

We hebben een fijne vakantie gehad: we konden elke dag naar het strand

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag in je boek
Telefoon in telefoontas

Maak H1 - Spelling Leestekens: opdr 1-3.
Voor jezelf, in stilte.

Klaar? 
Ga lekker lezen in je boek
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

maak opdracht 3
blz. 34

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Leren voor je toets

Slide 17 - Tekstslide