SchrijfexamenMeervoudHoofdlettersE-mail2FBebo

Lesinhoud + Lesdoelen
Je kent de regels omtrent meervoudsvormen en past deze toe in de opdrachten
Je past de regels omtrent hoofdlettergebruik toe in de opdrachten.
Je stelt een zakelijke e-mail op en houdt hierbij rekening met doelgroep en doel en maakt hierbij gebruik van standaardzinnen.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Lesinhoud + Lesdoelen
Je kent de regels omtrent meervoudsvormen en past deze toe in de opdrachten
Je past de regels omtrent hoofdlettergebruik toe in de opdrachten.
Je stelt een zakelijke e-mail op en houdt hierbij rekening met doelgroep en doel en maakt hierbij gebruik van standaardzinnen.

Slide 1 - Tekstslide

 Donderdag 1 april 2021

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Cijferberekening examen Ne
Lees- en luisterexamen
______________________________       + 
Schrijfexamen, Spreekexamen, examen 
Gesprekken voeren

: 2 = eindcijfer (afgerond op heel cijfer)

Slide 5 - Tekstslide

3 schrijfproducten in 60 minuten
In het 2F-schrijfexamen:
artikel                                                                                   memo
zakelijke e-mail                             verslag(je)                 
informele e-mail                                                    
advertentie                                             
zakelijke brief                             
betoog/reactie     

Slide 6 - Tekstslide

Meervoud: -en
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en. 
  • Lamp -> lampen 
  • Mes -> messen
  • Schaar - scharen
  • Brief - brieven
  • Huis - huizen

Slide 7 - Tekstslide

Meervoud: -ën
Zelfstandig naamwoord dat eindigt op -ee of -ie
  • Zee -> zeeën
  • Knie-> knieën

Slide 8 - Tekstslide

Schrijf het meervoud van
idee

Slide 9 - Open vraag

Schrijf het meervoud van
kaars

Slide 10 - Open vraag

Meervoud: 's'
Plak de 's' eraan vast als dat kan voor de uitspraak:
- bureaus, repetities
Krijg je een uitspraakprobleem? Dan 's':
- ski's, foto's

Meervoud van afkorting? Ook 's: BMW's
Eindigt het woord op een y? Ook 's: baby's
 

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf het meervoud van
wc

Slide 12 - Open vraag

Schrijf het meervoud van
paraplu

Slide 13 - Open vraag

Meervoud: -ën / - "n
Ligt de klemtoon op het laatste stuk? 
Ja-> meervoud op -ën
allergieën
Nee-> meervoud -"n
koloniën

Slide 14 - Tekstslide

Let op!
Zelfstandig naamwoord dat eindigt op -s of -f
 in het meervoud: s>z f>v 

meestal

fotograaf: fotografen 

Er zijn ook woorden die meerdere meervoudsvormen hebben!
Seconden-secondes / gemeenten/gemeentes

Slide 15 - Tekstslide

Let op!

  • um vervangen door a: gymnasium > gymnasia

  • us vervangen door i: historicus > historici

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het meervoud van: hobby

Slide 17 - Open vraag

Het meervoud van museum is:
A
museums
B
musea
C
museums en musea
D
museum heeft geen meervoud

Slide 18 - Quizvraag

Het meervoud van grens is:
A
grensen
B
grenszen
C
grenzen
D
grens heeft geen meervoud

Slide 19 - Quizvraag

Het meervoud van porie is:
A
porien
B
pories
C
porieën
D
poriën

Slide 20 - Quizvraag

Het meervoud van accu is:
A
accus
B
accu's
C
accuus
D
accuu's

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het meervoud van categorie?
A
categoriën
B
categorieën

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het meervoud van idee?
A
ideën
B
ideeën

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het meervoud van genie?
A
geniën
B
genieën

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het meervoud van bangerik?
A
Bangerikken
B
Bangeriken

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het meervoud van theorie?
A
Theorieën
B
Theoriën
C
Theorieeën
D
Theories

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het enkelvoud van: jongeren

Slide 27 - Open vraag

Wat is het meervoud van snee?

Slide 28 - Open vraag

Zakelijke e-mail
Vorige les: formeel, informeel, doelgroep (voorkennis)

Voordat je schrijft, stel je de volgende vragen:
Aan wie schrijf je de brief? Wat wil je bereiken met de brief?
 Welke informatie moet je geven om je doel te bereiken?
Ga naar opdr. 9, blz. 216+217

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag!
TIP: Maak gebruik van bestaande zinnen
Opdracht 10a+b, blz. 217
10c vandaag inleveren op CumLaude, inleveropdracht  4
Klaar?
Studiemeter - StarttaalOnline2F-Taalverzorging-Spelling-Meervoudsvormen-> Deeltoets voldoende
Voldoende behaald? Verder met Hoofdletters.

Slide 30 - Tekstslide

Hoofdletters: uitleg
Gestart met Spelling, onderdeel Hoofdletters

Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?
Welke woorden schrijf je niet met een hoofdletter?
Elke student benoemt een woord dat hij/zij fout heeft in de gemaakte oefeningen.

Slide 31 - Tekstslide

Terugblik
Wat ga je van deze les onthouden?

Slide 32 - Tekstslide