think pair share biologieles

Welkom!
Je laptop leg je alvast op tafel, maar blijft nog dicht. 

Leg alvast je boek, schrift en etui op tafel. 


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Je laptop leg je alvast op tafel, maar blijft nog dicht. 

Leg alvast je boek, schrift en etui op tafel. 


Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • bs 8: de geboorte: laatste stukje van de zwangerschap (10 min)
  • Werkvorm: think, pair, share
            

Slide 2 - Tekstslide

3 fasen
De geboorte bestaat uit 3 fasen:

- de ontsluiting
- de uitdrijving
- de nageboorte

Slide 3 - Tekstslide

indaling

De indaling begint vaak een paar weken voor de bevalling. Hierbij zakt het hoofdje van de foetus naar beneden.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Ontsluiting
• Door weeën gaat de baarmoedermond open
• Vruchtvliezen breken

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Uitdrijving
• Als de baarmoedermond ver genoeg open is 
• Pers weeën duwen de baby naar buiten

Slide 8 - Tekstslide

Nageboorte
Wee duwt de placenta, vruchtvliezen en de rest van de navelstreng naar buiten

Slide 9 - Tekstslide

Navelstreng

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Liggingsafwijkingen
Stuitligging                                                                                Dwarsligging

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Voorbeeld
Think fase:

Welke cellen bevatten 46 chromosomen?
Hier bedenk je zelf je antwoord.
Je kijkt kritisch naar de vraag en informatie
Je bent stil en geeft iedereen de tijd om goed na te denken. 
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld
pair fase:
Welke cellen bevatten 46 chromosomen?

Je overlegt hier met je buurman of buurvrouw. 
Kijk kritisch naar elkaars antwoorden. 
Stel daarbij vragen zoals:
Waarom denk je dat?
Hoe ben je tot dit antwoord gekomen?
Ben je het met elkaar eens?
Welk deel van het antwoord van je partner vind je sterk, en waarom?
Combineer jullie ideeën tot een nog sterker antwoord
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld
Share fase:
Welke cellen bevatten 46 chromosomen?

Hierbij worden de antwoorden klassikaal besproken. Je kan dus de beurt krijgen om jullie antwoord uit te leggen. 
Ik geef uitleg over welk antwoord juist is. 
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Zorg ervoor dat je teams open hebt staan. 

Via de chat stuur je jouw antwoord naar mij

Slide 19 - Tekstslide

Los op! (think fase)
Meestal zijn eeneiige tweelingen via een eigen navelstreng verbonden met één placenta. In de wirwar van bloedvaten in de placenta zijn er punten waar de vaatjes van de helften van de placenta met elkaar zijn verbonden. Bloed kan via deze vaatverbindingen van de ene foetus naar de andere gaan. Meestal is dit niet erg, omdat beide foetussen in totaal evenveel bloed geven als ze terugkrijgen.
Bij ongeveer een op de zeven eeneiige tweelingen krijgt de ene foetus veel meer bloed dan de andere foetus. Dat noemt je het tweelingtransfusiesyndroom.

Denk in stilte na
Stuur naar mij je antwoord door in teams berichten (duidelijk geformuleerd)

Een foetus houdt de hoeveelheid vruchtwater in zijn vruchtzak (de vruchtvliezen) op peil door het op te drinken en uit te plassen. Bij het tweelingtransfusiesyndroom heeft de foetus die veel bloed ontvangt veel meer vruchtwater in zijn vruchtzak dan de foetus die weinig bloed ontvangt.
Leg uit hoe dat komt


Ondersteuningsvragen: 
met welk orgaan vindt er uitwisseling tussen moeder en kind plaats?
Hoe werkt dit orgaan?
timer
3:00

Slide 20 - Tekstslide

Los op! (pair fase)
Meestal zijn eeneiige tweelingen via een eigen navelstreng verbonden met één placenta. In de wirwar van bloedvaten in de placenta zijn er punten waar de vaatjes van de helften van de placenta met elkaar zijn verbonden. Bloed kan via deze vaatverbindingen van de ene foetus naar de andere gaan. Meestal is dit niet erg, omdat beide foetussen in totaal evenveel bloed geven als ze terugkrijgen.
Bij ongeveer een op de zeven eeneiige tweelingen krijgt de ene foetus veel meer bloed dan de andere foetus. Dat noemt je het tweelingtransfusiesyndroom.

Een foetus houdt de hoeveelheid vruchtwater in zijn vruchtzak (de vruchtvliezen) op peil door het op te drinken en uit te plassen. Bij het tweelingtransfusiesyndroom heeft de foetus die veel bloed ontvangt veel meer vruchtwater in zijn vruchtzak dan de foetus die weinig bloed ontvangt.
Leg uit hoe dat komt
Stuur de volgende punten naar mij door via teams per duo:
Ben je het met elkaar eens?
Welk deel van het antwoord van je partner vind je sterk, en waarom?
Combineer jullie ideeën tot een nog sterker antwoord

timer
3:00

Slide 21 - Tekstslide

Los op! (share fase)
Meestal zijn eeneiige tweelingen via een eigen navelstreng verbonden met één placenta. In de wirwar van bloedvaten in de placenta zijn er punten waar de vaatjes van de helften van de placenta met elkaar zijn verbonden. Bloed kan via deze vaatverbindingen van de ene foetus naar de andere gaan. Meestal is dit niet erg, omdat beide foetussen in totaal evenveel bloed geven als ze terugkrijgen.
Bij ongeveer een op de zeven eeneiige tweelingen krijgt de ene foetus veel meer bloed dan de andere foetus. Dat noemt je het tweelingtransfusiesyndroom.

Deel je antwoorden klassikaal

Een foetus houdt de hoeveelheid vruchtwater in zijn vruchtzak (de vruchtvliezen) op peil door het op te drinken en uit te plassen. Bij het tweelingtransfusiesyndroom heeft de foetus die veel bloed ontvangt veel meer vruchtwater in zijn vruchtzak dan de foetus die weinig bloed ontvangt.

Leg uit hoe dat komt



Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Los op! (think fase)
Meestal zijn eeneiige tweelingen via een eigen navelstreng verbonden met één placenta. In de wirwar van bloedvaten in de placenta zijn er punten waar de vaatjes van de helften van de placenta met elkaar zijn verbonden. Bloed kan via deze vaatverbindingen van de ene foetus naar de andere gaan. Meestal is dit niet erg, omdat beide foetussen in totaal evenveel bloed geven als ze terugkrijgen.
Bij ongeveer een op de zeven eeneiige tweelingen krijgt de ene foetus veel meer bloed dan de andere foetus. Dat noemt je het tweelingtransfusiesyndroom.

Denk in stilte na
Stuur naar mij je antwoord door in teams berichten (duidelijk geformuleerd)
De foetus die weinig bloed ontvangt, krijgt minder zuurstof en voedingsstoffen en op een echo is duidelijk te zien dat hij strak in de vruchtvliezen komt te zitten.
Noteer behandelingen die een arts bij een zwangere vrouw kan uitvoeren als er sprake is van het tweelingtransfusiesyndroom.
Hints:
- placenta´s zijn met elkaar verbonden
- Water verdeling


timer
3:00

Slide 25 - Tekstslide

Los op! (pair fase)
Meestal zijn eeneiige tweelingen via een eigen navelstreng verbonden met één placenta. In de wirwar van bloedvaten in de placenta zijn er punten waar de vaatjes van de helften van de placenta met elkaar zijn verbonden. Bloed kan via deze vaatverbindingen van de ene foetus naar de andere gaan. Meestal is dit niet erg, omdat beide foetussen in totaal evenveel bloed geven als ze terugkrijgen.
Bij ongeveer een op de zeven eeneiige tweelingen krijgt de ene foetus veel meer bloed dan de andere foetus. Dat noemt je het tweelingtransfusiesyndroom.

De foetus die weinig bloed ontvangt, krijgt minder zuurstof en voedingsstoffen en op een echo is duidelijk te zien dat hij strak in de vruchtvliezen komt te zitten.
Noteer behandelingen die een arts bij een zwangere vrouw kan uitvoeren als er sprake is van het tweelingtransfusiesyndroom.
Stuur de volgende punten naar mij door via teams per duo:
Ben je het met elkaar eens?
Welk deel van het antwoord van je partner vind je sterk, en waarom?
Combineer jullie ideeën tot een nog sterker antwoord

timer
3:00

Slide 26 - Tekstslide

Los op! (share fase)
Meestal zijn eeneiige tweelingen via een eigen navelstreng verbonden met één placenta. In de wirwar van bloedvaten in de placenta zijn er punten waar de vaatjes van de helften van de placenta met elkaar zijn verbonden. Bloed kan via deze vaatverbindingen van de ene foetus naar de andere gaan. Meestal is dit niet erg, omdat beide foetussen in totaal evenveel bloed geven als ze terugkrijgen.
Bij ongeveer een op de zeven eeneiige tweelingen krijgt de ene foetus veel meer bloed dan de andere foetus. Dat noemt je het tweelingtransfusiesyndroom.

Deel je antwoorden klassikaal
De foetus die weinig bloed ontvangt, krijgt minder zuurstof en voedingsstoffen en op een echo is duidelijk te zien dat hij strak in de vruchtvliezen komt te zitten.

Noteer een behandeling die een arts bij een zwangere vrouw kan uitvoeren als er sprake is van het tweelingtransfusiesyndroom.




Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide