Week 6 - Anticonceptie & SOA's

Project 4 - Week 6  - Salade César
Anticonceptie
SOA's
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Project 4 - Week 6  - Salade César
Anticonceptie
SOA's

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Succescriterium:
Ik kan middelen om zwangerschap en seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA's) te voorkomen herkennen, benoemen en het gebruik ervan beschrijven.


A: Ik herken, benoem en beschrijf de 3 soorten anticonceptie en kan hier voorbeelden van geven. Ik herken, benoem en beschrijf alle SOA's van de vaksite. 
B: Ik herken, benoem en beschrijf de 2 soorten anticonceptie en kan hier voorbeelden van geven. Ik herken, benoem en beschrijf 70% van de SOA's op vaksite. 
C: Ik herken, benoem en beschrijf minder dan 2 soorten anticonceptie en kan hier voorbeelden van geven. Ik herken, benoem en beschrijf minder dan 70% van de SOA's op vaksite. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOORBEHOEDSMIDDELEN

 = 

ANTICONCEPTIEMIDDELEN


=

GEBOORTE REGELING

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

anticonceptie

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat herken jij?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 soorten
- hormonale anticonceptie
- barrièremiddelen
- sterilisatie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 soorten
1. hormonale anticonceptie -> enkel bij vrouwen

2. barrièremiddelen
3. sterilisatie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a. De anticonceptiepil
Bevat hormonen (oestrogeen en progesteron) die ervoor zorgen dat
  • er geen eiersprong plaatsvindt 
  • de baarmoederwand zicht niet klaarmaakt voor innesteling

Slide 8 - Tekstslide

Progesteron: zorgt er bij vrouwen voor dat er geen eitje vrijkomt. Als dit toch gebeurt, kan het eitje zich niet nestelen in de baarmoeder. Verder zorgt het ervoor dat de zaadcellen het eitje niet bereiken

oestrogeen: zorgt er bij vrouwen voor dat het slijm in de baarmoeder zich opbouwt. Als je anticonceptie gebruikt en een stopweek hebt, verlies je dit slijm. Dit lijkt op een natuurlijke menstruatie maar is eigenlijk een opgewekte bloeding. 


Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De pil
- Neem de pil iedere dag op hetzelfde tijdstip

- Wat als je de pil vergeten bent?

Slide 10 - Tekstslide

  • Zorgtervoor dat je iedere dag op hetzelfde tijdstip de pil inneemt. Dit kan bijvoorbeeld zijn in de ochtend na het tandenpoetsen of het 's avonds voordat je naar bed gaat. 
Als je de pil bent vergeten --> minder dan 12 uur alsnog innemen. Na 12 uur in de eerste week de pil te zijn vergeten, is niet erg. Dit geld vanaf de tweede week wel. De reden hiervoor is omdat je in deze week zult ovuleren, en dus meer vruchtbaarder bent.  Je kunt dan beter een stopweek inlassen. 
Of denk aan de morning after-pil.

Ben je ziek? Of gebruik je antibiotica? dan is de pil NIET betrouwbaar


Let op!
Niet betrouwbaar als:
- je kort na de inname moet overgeven.
- je kort na de inname diarree krijgt.
- je een antibioticumkuur neemt.
- er meer dan 36 uur tussen 2 innamen zit.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De anticonceptiepil beschermt het allerbeste tegen zwangerschap
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Ook andere anticonceptiemiddelen, zoals het spiraaltje, het anticonceptiestaafje, de anticonceptiepleister, de anticonceptiering en de prikpil beschermen heel goed tegen zwangerschap. Voor alle middelen geldt dat ze alleen goed tegen zwangerschap beschermen, als je ze goed en volgens de regels gebruikt.
Van de pil wordt je dik
A
Niet waar
B
Waar

Slide 13 - Quizvraag

Je wordt er niet dikker van. Gebruik je voor het eerst de pil of andere anticonceptie, dan moet je lichaam daar aan wennen. Soms houdt het daardoor vocht vast en word je daardoor iets zwaarder. Of je krijgt meer eetlust door de hormonen in de anticonceptie. Ga je daardoor meer eten, dan kun je zwaarder worden. Kies dan andere anticonceptie als je dat wilt. Praat hierover met je huisarts
De anticonceptiepil is niet meer betrouwbaar als je misselijk bent of diarree hebt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Bij alle andere middelen dan de pil blijf je goed beschermd. Als je de pil slikt, en 3 uur daarna last krijgt van braken of diarree, ben je niet meer goed beschermd tegen zwangerschap. Slik dan meteen een nieuwe pil.
Nadat je bent gestopt met de anticonceptiepil kun je maandenlang niet zwanger worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

b. Spiraaltje
Koper: doden zaadcellen

Hormoon: eicel kan zich niet nestelen

Slide 16 - Tekstslide

De spiraal. Hier heb je twee soorten van:
koper: zorgt ervoor dat de eicellen worden gedood

Hormoon: zorgt ervoor dat het eicel zich niet kan innestelen. Deze kan pijnlijk zijn bij het zetten bij vooral jonge vrouwen die nog geen kinderen hebben gehad. Dit heeft ermee te maken dat na de bevalling, de baarmoeder al iets is verwijd waardoor de pijn minder is bij het zetten.
Koperspiraal en hormoonspiraal

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

c. De prikpil
een injectie die het hormoon bevat om niet zwanger te worden. 
(12 weken)

Slide 18 - Tekstslide

Ht hormoon zorgt ervoor dat je niet zwanger wordt. Een injectie beschermt je tot 12 weken. ( om de drie maanden moet je deze laten zetten)
d. vaginale ring
Buigzame ring die je zelf in de vagina inbrengt. 

Geeft dagelijks beetje hormonen af tegen zwangerschap

eruit voor een stopweek en na de stopweek weer gebruiken.

Slide 19 - Tekstslide

De anticonceptie-ring is en buigzame ring die je zelf in de vagina inbrengt. Bij goed gebruik is de ring even betrouwbaar als de pil.

De ring geeft dagelijks een beetje hormonen af die ervoor zorgen dat je een maand lang beschermd bent tegen een zwangerschap

Aanbrengen tot aan de baarmoedermond. Je moet de ring eruit halen voor een stopweek in te lassen en na de stopweek moet je hem weer opnieuw inbrengen.
e. Staafje in bovenarm
Anticonceptiestaafje voorkomt zwangerschappen

Zo groot als een lucifer

Geeft een hormoon af
3 jaar

Slide 20 - Tekstslide

Het anticonceptiestaafje voorkomt een zwangerschap. Het is een staafje in je bovenarm die ongeveer zo groot is als een lucifer. Het staafje is even betrouwbaar als de pil
Elke dag geeft het staafje een klein beetje hormonen aan je lichaam af. Voldoende om je tegen een ongewenste zwangerschap te beschermen. Het staafje kan drie jaar in je bovenarm blijven zitten. Je bent deze drie jaar ook beschermd tegen zwangerschappen.
Hormonen in anticonceptiemiddelen zijn schadelijk voor je gezondheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Anticonceptiemiddelen bevatten hormonen die je lichaam ook zelf aanmaakt. Wel moet je lichaam zo'n 3 maanden wennen aan hormonen uit anticonceptie. Je kunt dan last hebben van klachten als misselijkheid en hoofdpijn. Je loopt iets meer risico op bepaalde ziekten als je hormonen gebruikt, dit risico is heel klein en de hormonen kunnen je ook beschermen tegen andere ziekten.
3 soorten
1. hormonale anticonceptie
2. barrièremiddelen
3. sterilisatie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

barrièremiddelen
Barrièremiddelen zorgen ervoor dat er een barrière is tussen de eicel en de zaadcellen. De zaadcellen kunnen de eicel dus niet bereiken waardoor er ook geen bevruchting kan optreden.

Voorbeelden:








Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

f. Het condoom
- Mannen condoom
- Vrouwen condoom
- barrière
- Enige anticonceptiemiddel dat ook tegen Soa's beschermt
- Moet op de juiste manier gebruikt worden om betrouwbaar te zijn.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen
- goedkoop
- beschermt ook tegen SOA's
- makkelijk verkrijgbaar
- geen gebruik van hormonen
- betrouwbaar

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nadelen
- kan maar 1 keer gebruikt worden
- het vrijen moet onderbroken worden
- het gevoel kan wat minder zijn

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het gebruik van een condoom is een soort anticonceptiemethode
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Een condoom beschermt tegen soa's en ongewenste zwangerschappen
Twee condooms over elkaar beschermt nog beter dan wanneer je één condoom gebruikt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Dat kan geen kwaad. Je kunt je stopweek overslaan
3 soorten
1. hormonale anticonceptie
2. barrièremiddelen
3. sterilisatie

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

g. Sterilisatie

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onbetrouwbare methodes
- Coïtus interruptus

- Periodieke onthouding

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

noodmaatregelen(ongewenste zwangerschap)
  • morning -afterpil  (tot 72 uur na)
  • abortuspil  (tot 9 weken na)
  • zuigcurettage (tot 13 weken na)
  • late abortus (12 tot 24 weken na)

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je anticonceptiemiddelen gebruikt, is seks altijd veilig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Anticonceptiemiddelen beschermen alleen tegen zwangerschap als je ze goed gebruikt! Door ook een condoom te gebruiken, voorkom je ook soa-besmetting. Condooms beschermen ook tegen zwangerschap, maar de (prik)pil, de anticonceptiepleister, het anticonceptiestaafje, het spiraal en de anticonceptiering zijn nog veiliger
Veilig vrijen betekent dat je zorgt dat je:

A
Beschermt bent tegen zwangerschap
B
Beschermt bent tegen soa’s
C
Beschermt bent tegen griep
D
Beschermt bent tegen zwangerschap en soa’s

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veilig vrijen
Jezelf beschermen tegen ziekten (SOA's) en ongewenste zwangerschap.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veilig vrijen is een verantwoordelijkheid van

A
De jongen
B
Het meisje
C
Beiden

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

prikpil
sterilisatie
morning-after pil
vrouwencondoom
hormoonstaafje
spiraaltje
condoom
pessarium
anticonceptiepil 

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

NOOD MAATREGEL
HORMONALE ANTICONCEPTIE
NIET-HORMONALE ANTICONCEPTIE
'NATUURLIJKE METHODEN'

Slide 40 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

SOA's
Seksueel
Overdraagbare
Aandoeningen

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een ander woord voor SOA is?
A
Geslachtsorgaan
B
Geslachtsgemeenschap
C
Geslachtsziekte

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een SOA is besmettelijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van een SOA kun je niet genezen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De meeste soa's zijn volledig te genezen - mits men er op tijd bij is.
De volgende soa's zijn echter ongeneeslijk:
  • Aids
  • Chronische hepatitis B (niet volledig ongeneeslijk)
  • Genitale wratten
  • Herpes genitalis

Deze soa's laten blijvend virussen achter in het lichaam.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt een SOA, wat nu?
  • contacteer zo snel mogelijk je huisarts
  • laat je seks-partner weten dat je een SOA hebt
  • volg de behandeling van je arts goed op
  • geen seks meer tot de SOA genezen is 

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOA's worden overgedragen door veilig vrijen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een SOA kun je krijgen door:
A
Orale seks
B
Een hoestbui
C
drinken uit een kopje van een ander.
D
Vieze wc-bril

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt een SOA hebben zonder dat je dat merkt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt aan iemand zien of hij/zij een SOA heeft.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je veilig vrijt is de kans op een SOA...
A
Groot
B
Klein
C
Je krijgt geen SOA

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 52 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 53 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 54 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.