Paradigma's in de GHZ

paradigma's in de GHZ
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

paradigma's in de GHZ

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paradigma's 
Wat is het, bedenk allemaal een paradigma dat in de gehandicaptenzorg heeft plaats gevonden en presenteer dit aan de ander.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een paradigma?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Paradigma
Definitie: Een paradigma is een samenhangend stelsel van modellen en theorieën waarbinnen de werkelijkheid beschreven wordt. 

De manier waarop wij de werkelijkheid ervaren. Iedereen ervaart dit op zijn eigen manier.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om tot die theorieën en methoden te komen heb je geschiedenis nodig

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grieks-Romeinse Oudheid:
 men sprak van ‘monsters’, afgeleid van het Latijnse woord ‘monere’ (vermanen, waarschuwen). De goden zouden via een misvormd kind de mensen willen waarschuwen of vermanen. Uit deze tijd stamt ook de naam ‘idioot’ (‘privépersoon’, ‘individu’), waarvan de betekenis geleidelijk veranderde in ‘onontwikkeld persoon, zot, dol’.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instituutsparadigma

Ondersteuningsparadigma

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Middeleeuwen
500 tot 1500 na Christus

- Geen aandacht
- Gingen snel dood
- Mensen vonden je een dorpsgek
- Dolhuizen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middeleeuwen
 men sprak van zotten, idioten, dollen en andere gekken en dwazen. Ook kwam de naam ‘cretin’ in zwang, verwijzend naar een bepaald ziektebeeld. Maar het was ook een verbastering van ‘chrétien’ (christen), omdat deze mensen ‘bij de christenen’ in de kloosters werden opgenomen. 

Tegen het einde van de Middeleeuwen: ‘wisselkinderen’ – terwijl de moeder niet oplette, zou de duivel een gezond kind hebben uitgewisseld tegen een lelijk, geestelijk en lichamelijk verkommerd kind.
● Verlichting: de naam ‘zwakzinnig’ kwam in de mode, omdat verstandelijke beperking werd opgevat als een zwakte van de verstandszin (de centrale zin van de mens naast andere zinnen zoals gezichtszin of gehoorszin).

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Negentiende eeuw
1800 tot 1900 na Christus

  • Rousseau bedacht: 'maaksels der mens'
  • Speciale scholen ontstonden waar ze gehandicapte kinderen onderzochten
  • 1855: Eerste 'idiotenschool' in Den Haag

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Negentiende eeuw:1800-1900
Negentiende eeuw: geleidelijk werd ‘idioot’ gereserveerd voor de ernstigste graad, ‘imbeciel’ (zwak, zonder innerlijk houvast) voor de middelste graad en ‘debiel’ (licht zwak) voor de lichtste graad van verstandelijke beperking. ‘Oligofrenie’ (oligo = weinig, frena = hersenen, verstand) werd de algemene medische term voor verstandelijke beperking.

Slide 13 - Tekstslide

afbeelding 1850

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Twintigste eeuw
1900 tot 2000 na Christus

  • Eerste grote instellingen
  • Arbeidsmatige dagbesteding
  • 1988: Jolanda Venema: Naakt aan de muur vastgeketend
  • Nadruk op integratie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twintigste eeuw; 1900-2000
de benamingen ‘geestelijke handicap’ en ‘mentale handicap’ kwamen in zwang, ter onderscheiding van lichamelijke, visuele en auditieve handicap. 

Tegen het einde van de eeuw werden deze benamingen vervangen door ‘intellectuele beperking’ of ‘verstandelijke beperking’. 
Er ontstond toen ook een neiging tot het gebruik van eufemismen: ‘mensen met speciale behoeften’, ‘zogenaamde verstandelijke beperking’: ‘verstandelijke beperking’ tussen aanhalingstekens. Ten slotte pleitten sommigen voor de afschaffing van elke bijzondere benaming: verstandelijke beperking bestaat niet, het is een fantoom (spookbeeld), er is slechts sprake van diversiteit (verschillen tussen mensen, omdat elk mens uniek is).

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantallen mensen met een verstandelijke beperking


De World Health Organization (WHO) schat het aantal mensen met een verstandelijke beperking tussen de 1 en 3 procent van de wereldbevolking, waarbij dient te worden aangetekend dat naarmate de levensstandaard van een land
slechter is, het aantal mensen met een verstandelijke beperking toeneemt. Nederland als welvarend land zit met zijn
aantallen dus relatief laag ten opzichte van andere landen.

Slide 19 - Tekstslide

De World Health Organization (WHO) schat het aantal mensen met een verstandelijke beperking tussen de 1 en 3 procent van de wereldbevolking, waarbij dient te worden aangetekend dat naarmate de levensstandaard van een land
slechter is, het aantal mensen met een verstandelijke beperking toeneemt. Nederland als welvarend land zit met zijn
aantallen dus relatief laag ten opzichte van andere landen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van paradigma naar visie
Door de jaren heen is onze kijk op mensen met een beperking veranderd. 
1700: misgeboorten


Hoe is onze kijk op mensen met een beperking in al die jaren veranderd? Hoe is die verandering gekomen?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instituutsparadigma
Het beeld dat eeuwen bestaan heeft:

- Mensen zonder een beperking zijn beter in staat om te beslissen over mensen met een beperking, dan dat zij zelf kunnen. 
- Instelling beslissen ipv ouders of client zelf.
- Mensen met beperking zijn geen onderdeel van de maatschappij
Ondersteuningsparadigma
ook wel burgerschapsparadigma genoemd.
- Regie en deskundigheid ligt bij de client en zijn of haar naasten. 
- Participatie binnen de maatschappij maakt een groot onderdeel uit van dit paradigma. 
- Taak voor de overheid en maatschappij om te faciliteren dat mensen kunnen participeren.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?
meer weten....
zie bijlage Canon Gehandicaptenzorg
& Visiedocument 2030

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies