Intro eco beco

Het collectief
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het collectief

Slide 1 - Tekstslide

Opbrengsten en regels
Rode kaart voor jezelf = €4,00
Rode kaart voor het collectief = €1,00 voor iedereen
Zwart levert niks op

Regels:
Tijdens het experiment mag niet overlegd worden
Niemand anders weet welke kaarten je inlevert

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Collectieve goederen
Voorzieningen waar alle burgers gebruik van kunnen maken en die worden geleverd en betaald door de overheid.

Slide 4 - Tekstslide

Collectieve goederen
  • De overheid zorgt voor collectieve goederen, omdat/want:
  • voor sommige ervan kun je niet iedereen apart laten betalen (bijvoorbeeld dijken).
  • de overheid de kwaliteit ervan zelf wil regelen.
  • de overheid wil dat ze betaalbaar blijven voor iedereen.

Slide 5 - Tekstslide

Onderwerpen die bij bedrijfseconomie aan de orde komen
  • Financiële zelfredzaamheid: studiefinanciering, lenen/sparen/beleggen, huren/kopen, hypotheken;

  • Ondernemerschap: Ondernemingsplan, de ondernemer als mens, organisaties en organisatievormen, leiderschap, personeelszaken, marketing, wetgeving;

  • Technische onderwerpen: Kosten en opbrengsten, inkomsten en uitgaven, begroten (budgetteren), winstbepaling, marketing, verslaglegging.

Slide 6 - Tekstslide

Collectieve sector
  • De overheid en de instellingen voor de sociale verzekeringen vormen samen de collectieve sector.
  • Alle goederen en diensten die de collectieve sector levert, zijn voor iedereen bestemd.
  • De collectieve sector streeft niet naar winst, maar ze moet wel uitkomen met haar geld. Daarom maken deze instellingen elk jaar een begroting.

Slide 7 - Tekstslide

Particuliere sector
De particuliere sector bestaat uit bedrijven en burgers.
Bedrijven in de particuliere sector streven naar winst.


Slide 8 - Tekstslide

Particuliere sector
Deze sector heeft te maken met marktwerking: de aanbieders van producten concurreren met elkaar.
Ze moeten daarom:
  • goede kwaliteit leveren.
  • hun prijzen laag houden. Dat kan alleen als ze hun bedrijfskosten laag houden.

Slide 9 - Tekstslide

             

Niet leren....
Lesbrieven economie: niet leren ....

Slide 10 - Tekstslide

maar studeren!

Slide 11 - Tekstslide

Economie is een veel breder vak dan bedrijfseconomie.
Alle onderwerpen komen wel aan bod.
Het heet daarom ook wel algemene economie.
Economie is een profielvak bij het profiel Economie & Maatschappij.
In de andere profielen is 
het een keuzevak.

Slide 12 - Tekstslide

Bij economie leer je veel over:

• De economie van het hele land (macro-economie)  
• Inkomsten en uitgaven van de
overheid 
• De oorzaken van werkloosheid
• Het voorkomen van inflatie
• Gedrag van consumenten
(micro-economie)

Slide 13 - Tekstslide

Bedrijfseconomie (BE) is veel meer op één bedrijf of organisatie gericht. 
Het is een keuzevak , dat vooral in het profiel Economie & Maatschappij veel gekozen wordt.

Bij bedrijfseconomie speelt 
rekenen een grotere rol 
dan bij economie.

Slide 14 - Tekstslide

Belangrijke onderwerpen bij bedrijfseconomie zijn:

• Wat er binnen een organisatie gebeurt  
• Financiering
• Financiële verslaggeving
• Marketing
• Financiële zelfredzaamheid:
hypotheken, lenen, scheiden,
erven 

Slide 15 - Tekstslide

Is bedrijfseconomie iets voor jou?
Je bent nieuwsgierig naar de financiële gevolgen van persoonlijke beslissingen
Je wilt graag weten hoe organisaties werken
Je bent geïnteresseerd in hoe jouw persoonlijke ervaring je binnen organisaties van dienst kan zijn
Je bent benieuwd naar de financiële aspecten van organisaties
Je vindt het leuk om met cijfers te werken en hebt er gevoel voor
Je hebt belangstelling voor oorzaak en gevolg van niet-)financiële beslissingen binnen organisaties
Je bent in staat om verbanden te leggen
Je kunt conclusies trekken op basis van teksten, cijfers en tabellen
Je bent bereid er flink wat tijd in te investeren

Slide 16 - Tekstslide