Orthopedagogiek - herhalingsles

Herhalingsles
Orthopedagogiek - periode 3 en 4
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
VPROMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles
Orthopedagogiek - periode 3 en 4

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • Herhaling van de theorie
  • Quizvragen tussendoor
  • Maken oefentoets
  • Afmaken portfolio opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Lessen P4
Vrijdag 13 juni: herhalingsles + oefentoets + afmaken portfolio
Vrijdag 20 juni: laatste les - toets

Deadline portfolio = 20 juni

Slide 3 - Tekstslide

Leerstofoverzicht
Gebruik het leerstofoverzicht om te leren voor de toetsen

Slide 4 - Tekstslide

Theorie H1
- Orthopedagogiek gaat over opvoeding en begeleiding van kinderen en jongeren met problemen in hun ontwikkeling.

- Een niet-normale ontwikkeling is een ontwikkeling die significant afwijkt van wat verwacht mag worden op basis van leeftijd en context.

- Risicofactoren vergroten de kans op problemen, beschermende factoren verkleinen die kans.
  • Kindfactoren: temperament, beperking, ziekte
  • Ouder/gezinsfactoren: psychische problemen, armoede
  • Omgevingsfactoren: slechte woonomgeving, weinig steun

- Een ontwikkelingsachterstand is tijdelijk en in te halen, een ontwikkelingsstoornis is blijvend en ernstig.

Slide 5 - Tekstslide

Theorie H2
Wat zijn KOPP/KOV-kinderen?
KOPP staat voor Kinderen van Ouders met Psychische Problemen, KOV voor Kinderen van Ouders met Verslavingsproblemen

Kenmerkend gedrag:
- Verantwoordelijkheid omgekeerd
- Beperkte sociale contacten
- Sterk afgestemd op de ouder
- Vervaging van eigen identiteit
- Psychosomatische klachten

Ontwikkelingsrisico’s:
2–4 keer hogere kans op psychische problemen of verslaving later in het leven
Kinderen van twee zieke ouders zijn extra kwetsbaar


Slide 6 - Tekstslide

Theorie H3
Wat zijn leerstoornissen?
Leerstoornissen zijn blijvende problemen in het leren lezen, spellen of rekenen, ondanks een normale intelligentie en goed onderwijs. Leerstoornissen zijn aangeboren en hebben niets te maken met intelligentie. 

Dyslexie: 
- Stoornis op het gebied van lezen en/of spellen

Dyscalculie: 
- Stoornis in het rekenen en getalbegrip. 

Criteria: grote achterstand, normale intelligentie, alleen problemen in 1 vakgebied

Een leerstoornis is blijvend en vraagt om specialistische begeleiding. 

Slide 7 - Tekstslide

Theorie H4
TOS = Taalontwikkelingsstoornis: een stoornis in het verwerken van taal in de hersenen. Kinderen met een TOS hebben moeite met taal begrijpen en praten. TOS is geen taalachterstand waarbij verbetering mogelijk is als een oorzaak wordt weggenomen, wel kan er ondersteund en begeleidt worden om vooruitgang te blijven houden. 

Kenmerken: slecht verstaanbaar, weinig woorden, frustratie bij onbegrip

Faalangst = angst om te falen ondanks goede voorbereiding

Kenmerken: lichamelijk (zweten, buikpijn) & gedrag (stil, clownesk)

Drie overlevingsreacties: vluchten, vechten, bevriezen.

Slide 8 - Tekstslide

Theorie H5
ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder)
Een neurobiologische ontwikkelingsstoornis die zich uit in aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit.
ADD is een subtype van ADHD, waarbij hyperactiviteit ontbreekt en vooral de aandachtstekorten opvallen.


Slide 9 - Tekstslide

Theorie H6
ASS – Autisme Spectrum Stoornis
Een ontwikkelingsstoornis waarbij informatie anders verwerkt wordt. Dit beïnvloedt gedrag, communicatie en sociale interactie.

Kenmerken:
- Problemen met sociaal contact en comuniatie
- Behoefte aan structuur
- Repetitief gedrag
- Beperkte interssses

Oorzaken:
Erfelijk en aangeboren, wordt niet veroorzaakt door opvoeding of omgeving

Slide 10 - Tekstslide

Theorie H7
Hechting is de diepe emotionele band die een kind ontwikkelt met de ouder of verzorger.
Een veilige hechting is essentieel voor gezonde sociale en emotionele ontwikkeling.

Hoe ontstaat veilige hechting?
  • Sensitief reageren: signalen van het kind opmerken en juist interpreteren
  • Continuïteit: voorspelbare, betrouwbare zorg
  • Mentaliseren: kunnen denken over gevoelens van jezelf en anderen

Vier hechtingsstijlen:
  1. Veilige hechting: exploratie én troost zoeken, vertrouwen in beschikbaarheid ouder
  2. Vermijdende hechting: kind lijkt zelfstandig, vermijdt nabijheid
  3. Angstige hechting: klampt zich vast, bang voor verlating
  4. Gedesorganiseerde hechting: chaotisch gedrag, vaak bij verwaarlozing of mishandeling

Slide 11 - Tekstslide

Theorie H7
Hechtingsstoornissen:
  • Geremd: teruggetrokken, weinig emotionele reacties
  • Ontremd: hechten aan willekeurige volwassenen, weinig onderscheid

Risico- en beschermingsfactoren:
Kindniveau: gezondheid, temperament
Oudergezinsniveau: psychische problemen, mishandeling
Omgeving: instabiliteit, steunnetwerk

Slide 12 - Tekstslide

Theorie H8
ODD – Oppositional Defiant Disorder
Aanhoudend negatief, vijandig en opstandig gedrag
Veel ruzie maken, weigeren regels te volgen, driftbuien

Verschillen:
  • ODD beperkt zich tot gezagsproblemen
  • CD richt zich op ernstige gedragsproblemen en schade aan anderen

Oorzaken: aangeboren factoren (bv. impulscontrole), opvoedproblemen, sociaal-economische stress, traumatische ervaringen

Slide 13 - Tekstslide

Theorie H9
Wat is verslaving? 
Een chronische stoornis waarbij iemand afhankelijk wordt van een middel of gedrag ondanks negatieve gevolgen.

Kenmerken:
  • Controleverlies over gebruik
  • Ontkenning en toenemend gebruik
  • Lichamelijke en/of psychische afhankelijkheid
  • Risicogedrag, sociaal isolement

Middelen verslaving:
  • Bewustzijnsverlagend: alcohol, slaapmiddelen
  • Bewustzijnsverhogend: cocaïne, speed
  • Bewustzijnsveranderend: LSD, paddo’s
Niet-middelgerelateerde verslaving: gokken, gamen

Slide 14 - Tekstslide

Theorie H9
Fasen van verslaving:
  1. Experimenteren
  2. Sociaal gebruik
  3. Gewoontegebruik
  4. Misbruik
  5. Afhankelijkheid

Gevolgen:
Lichamelijk: orgaanschade, vermoeidheid
Psychisch: depressie, angst
Sociaal: conflicten, werkverlies

Oorzaken: biologisch (genetisch), psychisch (trauma, angststoornis), sociaal (groepsdruk, stress), persoonlijkheid (impulsiviteit)

Slide 15 - Tekstslide

Theorie H10
Anorexia nervosa
  • Restrictieve eetstoornis: extreem weinig eten
  • Ondergewicht, verstoord lichaamsbeeld
  • Angst om aan te komen



Gevolgen:
Lichamelijk: vermoeidheid, blauwe handen/voeten, vocht vasthouden, menstruatie-uitval, hartproblemen,  flauwvallen
Psychisch: laag zelfbeeld, depressie
Sociaal: isolement, geheimhouding

Slide 16 - Tekstslide

Eindopdracht periode 4
Oefentoets maken!

- Portfolio opdracht 4 (infographic)
- Portfolio opdracht 5 (deskundigheidsbevordering) - zie lijst met documentaires
- Eindtoets in de KTB


Volgende week: Joke neemt de toets af
Jullie horen woensdag 25 juni de beoordeling van je portfolio


Slide 17 - Tekstslide