Opdracht in tweetallen.
Ga op internet op zoek naar een uitleg(video).
Zoek uit wanneer je je Konjunktiv II gebruikt.
Zoek uit wat het verschil is tussen Konjunktiv I en II.
Hoe gebruik je de Konjunktiv II.
Maak hiervan een PowerPoint, inclusief voorbeeldzinnen. Misschien moet je dit presenteren!