cours du 13 juin

scroll door naar uitleg en/y
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkooppraktijkMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 4 min

Onderdelen in deze les

scroll door naar uitleg en/y

Slide 1 - Tekstslide

cours du 13/16 juin
- défi avec les yeux bandés
- corriger lettre 6 d'un camarade
- les verbes
- commencer texte

-> achteraan extra uitleg en/y

Slide 2 - Tekstslide

défi yeux bandés
  • groupes de 3 personnes
  • l'élève le plus âgé (A) ferme les yeux
  • l'élève le plus jeune (B) prend un dictionnaire
  • personne A doit m'apporter une chose particulière avec les yeux fermés. 
  • B & C doivent parler uniquement en français et ils ne peuvent pas utiliser leurs mains 

Slide 3 - Tekstslide

défi yeux bandés
  • groupes de 3 personnes
  • l'élève le plus âgé (A) ferme les yeux
  • l'élève le plus jeune (B) prend un dictionnaire
  • personne A doit m'apporter une chose particulière avec les yeux fermés. 
  • B & C doivent parler uniquement en français et ils ne peuvent pas utiliser leurs mains 

Bij de trappen heel goed uitkijken!! Wees verantwoordelijk voor de geblindoekte!

Slide 4 - Tekstslide

retourne AVANT 9h25

Slide 5 - Tekstslide

retourne AVANT 12h15

Slide 6 - Tekstslide

corriger
- één persoonsvorm
- geslacht/getal: 
     > sa/son/ses
     > bijvoeglijk naamwoord
     > tout/quel/ce/etc.
- overal een lidwoord

Slide 7 - Tekstslide

Choisi la bonne forme
Je suis (1. vais/allée/aller) à Paris, parce que j'aime (2. aller/allé/vais) en France. 
Mes meilleurs amis (3. vouloir/voulu/veulent) rester à la maison, parce qu'ils ont (4. faire/font/fait) un voyage pendant les vacances de Noël.
Et vous, quand vous avez (5. finez/fini/finir/finissez) vos travaux, vous (6. allé/allez/aller) avec nous? Je (7. comprendre/compris/comprenu/comprends) que vous (8. finez/fini/finissez/finir) le travail très lentement.

Slide 8 - Tekstslide

devoirs: fini texte & lien en/y

Slide 9 - Tekstslide

devoirs: fini texte & lien en/y
Y
vervangt zinsdeel dat met alle andere voorzetsels begint*

EN
vervangt zinsdeel dat begint met:
- de/du/des ...
- un/deux/trois ...

Slide 10 - Tekstslide

devoirs: fini texte & lien en/y
Y
vervangt zinsdeel dat met alle andere voorzetsels begint*

EN
vervangt zinsdeel dat begint met:
- de/du/des ...
- un/deux/trois ...

uitzondering
als het zinsdeel met à begint en niet een plek aangeeft maar een meewerkend voorwerp is:
Je vais à Paris > j'y vais
Je donne le stylo à Marie > je lui donne un stylo

Slide 11 - Tekstslide

devoirs: fini texte & lien en/y
Y
vervangt zinsdeel dat met alle andere voorzetsels begint*

EN
vervangt zinsdeel dat begint met:
- de/du/des ...
- un/deux/trois ...

plek in zin
Zelfde als verwijzing naar lijdend en meewerkend voorwerp:
- vóór heel werkwoord
- als er geen heel werkwoord is vóór de persoonsvorm

Slide 12 - Tekstslide

Les vacances d'été

Slide 13 - Tekstslide

C'est beau en Ardèche!

Slide 14 - Tekstslide

Au camping

Slide 15 - Tekstslide

Nouveaux amis

Slide 16 - Tekstslide

Restaurant au camping

Slide 17 - Tekstslide

Tu regarde le menu et ...

Slide 18 - Tekstslide

conversation au restaurant
Qu'est-ce que tu vas prendre ?
Tu manges de la viande?
Tu veux un apéritif ?
Tu aimes ton plat ?
Quel est ton dessert préféré?


Slide 19 - Tekstslide

j

Slide 20 - Tekstslide