Bouwsteen 2 - Voorkennis activeren

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
Checklist:
Het activeren van relevante voorkennis als een  kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof .
Terugblikopdracht
vorige bijeenkomst

Slide 3 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

Overzicht Periode 1
  • Thema: Johan de Witt Kijkwijzer
  • Benodigde lesmaterialen: Kijkwijzer, klimwijzer, laptop, pen en papier


Bijeenkomst 1
Bijeenkomst 2
Bijeenkomst 3
Bijeenkomst 4
Startklaar
Voorkennis activeren
Leerdoelgericht werken
Formatief handelen
Bijeenkomst 5
Bijeenkomst 6
Bijeenkomst 7
Bijeenkomst 8
Actieve verwerking
Inclusieve didactiek
Concrete en herkenbare voorbeelden
Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

 kennis bestaat uit structuren (schema’s). Volgens zijn theorie wordt nieuwe kennis toegevoegd aan bestaande kennisstructuren (assimilatie), waardoor deze kennis wordt aangepast (accommodatie). 
      Leerdoelen
  1. Je kent de bouwsteen voorkennis activeren(R).
  2. Je kunt een passende werkvorm koppelen aan het activeren van de relevante voorkennis van jouw lessen (T1).
  3. Je kunt misconcepties herkennen en wegwerken met behulp van een passende methode (T2).


Slide 6 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Quote


‘Als ik de hele onderwijspsychologie tot één
principe moest herleiden, zou ik dit zeggen:
de belangrijkste factor die het leren beïnvloedt,
is wat de leerling al weet.'
David Ausubel (1968)

Slide 7 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Kijkwijzer
Klimwijzer

Slide 8 - Tekstslide

Punten Lesobservatie formulier hierbij verwerken?
Voorkennis activeren
Het belang van voorkennis activeren
‘Als ik de hele onderwijspsychologie tot één principe moest herleiden, zou ik dit zeggen:de belangrijkste factor die het leren beïnvloedt,is wat de leerling al weet.' David Ausubel (1968)     

Wat je al weet bepaalt wát en hoe snel je leert. Nieuwe kennis wordt sneller onthouden als het kleeft aan voorkennis.
Herhaal op een actieve wijze de voorkennis die de leerling nodig heeft om de nieuwe leerstof te begrijpen.
Zo geef je meteen een kapstok om nieuwe leerstof te verbinden aan de eerder geleerde leerstof en richting te geven
aan het verdere verloop van je les.

Door te herhalen, beschikken je leerlingen ook over die vereiste kennis en vaardigheden om succesvol verder te kunnen met de les van de dag. Overweeg bij het plannen van de les dus welke begrippen, formules of procedures relevant zijn en moeten worden herhaald voordat je nieuwe leerstof toevoegt. 






Wijze lessen, Surma et al (2019)

Slide 9 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Enkele voorbeelden
  • Kleine quiz: leerlingen halen aanwezige kennis op en hiaten worden zichtbaar.
  • Eerder geleerde begrippen herhalen die leerlingen nodig hebben om de nieuwe les te kunnen volgen. (Uit vorige les, eerdere les of zelfs vorig schooljaar)
  • Je kunt werkwijzen herhalen die leerlingen op elk moment moeten kunnen demonstreren (en die dus gericht zijn op automatisering).
  • Opdracht om iets te produceren: bv. de belangrijkste voor- en nadelen benoemen. 
  • Advanced organizer: kant en klaar of leerlingen zelf laten invullen.
  • Think - pair - share








Slide 10 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Checklist:
Het activeren van relevante voorkennis als een  kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof .
Welke werkvormen zou jij binnen jouw vak
kunnen inzetten om informatie te verkrijgen
over de voorkennis van jouw leerlingen?

Slide 11 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

Ongevraagd aanwijzen
Iedereen over de stof laten nadenken is cruciaal - en minder makkelijk dan het klinkt. 
Het vraagt om routines die ervoor zorgen dat alle leerlingen meedoen en nieuwe inzichten verbinden met wat ze al weten. 



Slide 12 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.


Je kerft een streep met een mes op een drie jaar oude boom op 1,5 meter boven de grond.
Als die boom de eerste tien jaar gemiddeld 65 cm per jaar groeit en
daarna 20 cm per jaar, hoe hoog is de streep na 17 jaar?’ 

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Misconcepties
Het belang van (omgaan met) misconcepties 
Het voorkomen van misconcepties is een illusie. Het is belangrijk dat ideeën (ook misconcepten) genoemd kunnen worden, serieus genomen worden en van daaruit bekeken worden. 
Soms helpt een experimentje of een video om een misconceptie weg te werken, soms werkt een groepsgesprek, soms helpt er niets (en doet de leerling/docent wat er verwacht wordt, maar blijft de misconceptie rustig voortbestaan) 

Een misconceptie is een afwijkend mentaal model » ‘verkeerde voorkennis’ » moeilijk om nieuwe kennis goed aan op te hangen
Misconcepties hebben we allemaal. Het spannende is om zo veel mogelijk misconcepties met elkaar weg te werken of met elkaar een gezamenlijk begrip te creëren

Video misconcepties


Slide 14 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

In de praktijk
Pak jouw lessen voor de komende week erbij en bedenk:

  1. Wat zijn mijn leerdoelen voor de komende week?
  2. Welke voorkennis is hiervoor relevant?
  3. Welke oefenvorm/werkvorm ga je gebruiken om de voorkennis te activeren?

Slide 15 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Wat neem je mee naar
jouw lespraktijk?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleutelbegrippen
  • Advanced organizer
  • Misconcept
  • Think-pair-share
  • Kapstok

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Opdracht:
Voer de uitgedachte werkvorm uit de opdracht van slide 17 om de voorkennis te activeren uit en reflecteer aan de hand van de volgende punten:
  • De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik(opdracht) waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan.
  • De docent geeft alle leerlingen voldoende bedenktijd om het dieper nadenken te stimuleren. 
  • De docent maakt misconcepties zichtbaar en nodigt alle leerlingen uit zich kritisch op te stellen.
Een collega uitnodigen voor een flitsbezoek voor feedback kan ook.

Slide 18 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Afsluiting
  1. Je kent de bouwsteen voorkennis activeren(R).
  2. Je kunt een passende werkvorm koppelen aan het activeren van de relevante voorkennis van jouw lessen (T1).
  3. Je kunt misconcepties herkennen en wegwerken met behulp van een passende methode (T2).

Slide 19 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Relevante Literatuur
Literatuur:
 Surma et al. (2019) Wijze lessen, 12 bouwstenen voor effectieve didactiek
Johan de Witt document:

Slide 20 - Tekstslide

Zijn alle doelen behaald?
Moet er volgende week nog ergens (extra) aandacht aan worden besteed?
Relevante Literatuur
Literatuur:
Bennett, T. (2022). Regie in de klas.
Voerman, L. (20??). Diadactisch coachen 1
Voerman, L. (20??). Diadactisch coachen 2
Sherrington, T. (20??). Doorloopjes 1
Sherrington, T. (20??). Doorloopjes 2
Sherrington, T. (20??). Doorloopjes 3

Johan de Witt document:
Gedragscurriculum 

Slide 21 - Tekstslide

Zijn alle doelen behaald?
Moet er volgende week nog ergens (extra) aandacht aan worden besteed?