Week 10 Nederlands 1MK1 begrijpend lezen

Nederlands 1MK week 10
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands 1MK week 10

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Nieuwe week & nieuwe taak

Slide 3 - Tekstslide

Week 10 - 8 maart t/m
12 maart 2021

Weektaak af: dinsdag 16 maart, zie magister!!!
  • Deze week: vervolg begrijpend lezen
  • Op de ELO in de map gedeelde documenten staan e-books. We lezen ook in de les. 
  • So over je boek: 16 maart 2021
  • IOMNB

Slide 4 - Tekstslide

Kies een boek voor je opdracht!

Slide 5 - Tekstslide

Lees nu 10 minuten in je leesboek/stripboek. Dat doe je natuurlijk elke dag 

Slide 6 - Tekstslide

Rapportperiode 2
  • Lezen hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4: proefwerk (3x)
  • Grammatica zinsdelen en woordsoorten: proefwerk (3x)
  • Schrijven: proefwerk (2x)
  • Boekentoets: so (1x, totaal over drie rapporten)
  • Taaluur: O/V/G

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
Deze week leer je:
  • de inleiding, middenstuk en slot van een tekst herkennen

Slide 8 - Tekstslide

Herhaling vorige les
Vorige week hebben we herhaald wat  zoekend lezen is en hebben we geleerd hoe we informatie in een tekst kunnen vinden. 

Slide 9 - Tekstslide

Nakijken huiswerk
Controleer je antwoorden, ze staan aan het eind van de les!


Slide 10 - Tekstslide

Uitleg theorie
Op de volgende dia volgt uitleg over je leerdoelen voor deze week.

Slide 11 - Tekstslide

Inleiding, middenstuk en slot (bladzijde 90)
Om een tekst goed te begrijpen, is het handig om te weten hoe een goede tekst in elkaar zit. Je weet dan wat je kunt verwachten als je een tekst helemaal gaat lezen of waar je het best informatie kunt vinden als je zoekend leest.
Het eerste deel van een tekst is de inleiding. Hierin maak je kennis met het onderwerp van de tekst. Vaak gebeurt dat met een voorbeeld of een (grappig) verhaaltje (anekdote). De inleiding maakt je nieuwsgierig naar de rest van de tekst en bestaat meestal uit één alinea.

Slide 12 - Tekstslide

Inleiding, middenstuk en slot (bladzijde 90)
Het laatste deel van een tekst is het slot. Meestal is dat de laatste alinea van de tekst. Hierin wordt het belangrijkste uit de tekst vaak kort herhaald. Soms wordt in het slot ook naar de toekomst gekeken. Bij nieuwsberichten ontbreekt heel vaak een slot. In deze berichten staat het belangrijkste altijd in het eerste deel van de tekst. Het tweede deel geeft extra informatie.

Slide 13 - Tekstslide

Inleiding, middenstuk en slot (bladzijde 90)
Het middenstuk is het grootste gedeelte van de tekst. Daarin staat de meeste informatie over het onderwerp. In dit deel van de tekst worden meestal verschillende delen van het onderwerp besproken. Dit noemen we deelonderwerpen.

Behoefte aan iets meer uitleg? Bekijk het filmpje op de volgende dia of bekijk het filmpje in Nieuw Nederlands!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten deze week 
  • Maak de startopdracht  op bladzijde 90

  • Maak opdracht 1 op bladzijde 91

  • Maak opdracht 2 op bladzijde 92

Slide 17 - Tekstslide

Evaluatie
Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?

Weet je...
  • waar je in de tekst de inleiding, de  kern en het slot kunt vinden?

Slide 18 - Tekstslide

Inleveren huiswerk
Maak een foto van je huiswerk en lever in via LessonUp. Vanaf nu kan het ook online! Uiterlijk 16 maart (als je dat nog niet hebt gedaan).

Eerder mag altijd!

Slide 19 - Tekstslide

Inleveren weektaak

Slide 20 - Open vraag

Inleveren weektaak

Slide 21 - Open vraag

Inleveren weektaak

Slide 22 - Open vraag

Inleveren weektaak

Slide 23 - Open vraag

Inleveren weektaak

Slide 24 - Open vraag

Nakijken

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 3 bladzijde 66
1 Strouken vertegenwoordigt de site van de volkscultuur. Zij heeft dus verstand van de volksgewoonten.
2 Bij Sint-Maarten en Halloween halen kinderen snoep op in de buurt en het is in dezelfde periode.
3 Herfst is het seizoen waarin de pompoenen geoogst worden. Watermeloen is zomerfruit.

Slide 26 - Tekstslide

Opdrachten deze week 
  • Maak opdracht 3 op bladzijde 66

  • Maak opdracht 4 op bladzijde 67

  • Maak opdracht 5 op bladzijde 69
(herhaling van voor de vakantie)

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 4 bladzijde 67
1 b wie het vuurwerk uitvonden
c waarom men met de jaarwisseling vuurwerk afsteekt
d waar het buskruit vandaan komt
2 In de tekst vind je de antwoorden in dezelfde volgorde. Maar waar komt die gekke gewoonte eigenlijk vandaan? (al. 4) En waarom doen we er massaal aan mee? (al. 5)
3 Dat het vuurwerk door Chinezen is groot gemaakt (is verspreid).
4 mythe
5 Zwavel en salpeter zijn geen ingrediënten die in een keuken thuishoren. Bovendien is het onwaarschijnlijk dat hij die dan ook nog eens in een bamboestok perste.

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht 4 bladzijde 67
Bovendien is het onwaarschijnlijk dat hij die dan ook nog eens in een bamboestok perste.
6 Er is geen verschil.
7 Men maakte al voor de uitvinding veel herrie. Het buskruit maakte dat alleen makkelijker.

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht 4 bladzijde 67
8 Twee redenen: elkaar overtroeven (wie het meest, wie het hardst) en de kick (het is gevaarlijk; het mag maar een keer per jaar).
9 De schrijfster noemt het in alinea 1 een gekke gewoonte. En we doen er massaal aan mee. Dat klinkt allebei niet positief. In de laatste alinea staat dat we de buren willen overtroeven. Dat is ook geen positieve benadering. De schrijfster is het er dus vermoedelijk niet mee eens.

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht 5 bladzijde 67
1 bij het kopje Feest en Educatie
2 Voorbeelden van ‘beleven’:
de demonstraties (met een wurgslang en een vogelspin);
je kunt de dieren even aanraken.
roofvogels die los vliegen
3 Beleven is meer dan alleen kijken; je maakt iets mee. Bij het eten van insecten maak je hetzelfde mee als bijvoorbeeld hagedissen, omdat die ook insecten eten.

5 Op een evenementenpagina kun je verwachten dat wordt aangekondigd wanneer de roofvogels los vliegen en wanneer er demonstraties zijn (met de wurgslang en de vogelspin).
6 C Als je iets leert
7 Nee, want als vegetariër eet je geen dieren, dus ook geen insecten.

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht 5 bladzijde 67
4 Onbekend maakt onbemind betekent: als je iets niet kent, kun je er ook niet van houden.
5 Op een evenementenpagina kun je verwachten dat wordt aangekondigd wanneer de roofvogels los vliegen en wanneer er demonstraties zijn (met de wurgslang en de vogelspin).
6 C Als je iets leert
7 Nee, want als vegetariër eet je geen dieren, dus ook geen insecten.

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht 5 bladzijde 215
1 Je leest het eerste stuk: Computerspelletjes.
2 Je kijkt bij het tussenkopje Openingstijden en tarieven.
3 Je knipt het stukje uit van Openingstijden en tarieven.
4 Je kijkt bij het tussenkopje Workshops voor scholen.
5 Voor klas 1 is de workshop op dinsdag van 10.00 – 12.00 uur.

Slide 33 - Tekstslide

Weektaak 10 afgerond

Slide 34 - Tekstslide