Week 50 Nederlands 1HM Lezen

Nederlands 1HM week 50
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 1HM week 50

Slide 1 - Tekstslide

Inleveren huiswerk

Slide 2 - Open vraag

Inleveren huiswerk

Slide 3 - Open vraag

Inleveren huiswerk

Slide 4 - Open vraag

Inleveren huiswerk

Slide 5 - Open vraag

Welkom bij Nederlands




Succes deze week met je taak voor Nederlands!
 
Groetjes, juf

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Nieuwe week & nieuwe taak

Slide 8 - Tekstslide

Week 50  - 7 december t/m
11 december 2020
  • Weektaak 50 is klaar op donderdag
  • 17 december. We controleren de weektaak online.
  • Kies een nieuw leesboek uit voor periode 2.
  • We gaan door met begrijpend lezen hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4

Slide 9 - Tekstslide

Welkom bij Nederlands




Succes deze week met je taak voor Nederlands!
 
Groetjes, juf

Slide 10 - Tekstslide

Kies een boek voor je opdracht!

Slide 11 - Tekstslide

Lees nu 10 minuten in je leesboek. Dat doe je natuurlijk elke dag 

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen
Deze week leer je:

  • zoekend lezen om informatie in een korte tekst te vinden

Slide 13 - Tekstslide

Herhaling vorige week
Vorige week zijn we gestart met zoekend lezen. Deze week gaan we door met dit onderwerp. Waar moet je ook alweer op letten bij zoekend lezen?

Slide 14 - Tekstslide

Toetsen periode 2
  • Proefwerk lezen hoofdstuk 3 en 4: 3x
  • Grammatica en zinsdelen H. 1 t/m H. 6: 1x
  • Schrijven H. 3 en H. 4: 2x
  • Boekentoets: totaalcijfer hele schooljaar: 1 x

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg theorie
Op de volgende dia volgt uitleg over je leerdoelen voor deze week.

Slide 16 - Tekstslide

Zoekend lezen 
Soms wil je snel iets opzoeken in een tekst, bijvoorbeeld waar de vuurwerkshow plaatsvindt of hoe laat de aankomst van Sinterklaas op tv wordt uitgezonden. Je hoeft dan niet de hele tekst te lezen. Je zoekt alleen het stukje tekst dat je nodig hebt. Dat stukje lees je precies.


Slide 17 - Tekstslide

Zo lees je zoekend

Bekijk de titel en tussenkopjes. Je weet dan snel waar je moet zoeken.
Kijk naar anders gedrukte woorden (vet, schuin, gekleurd, onderstreept).

Let op opvallende tekens (bolletjes, nummeringen, sterretjes, enzovoort), tabellen, grafieken en afbeeldingen. Als je bijvoorbeeld de toegangsprijs van een concert zoekt, let je op een getal en op het euroteken (€). Als je zoekt waar het concert is, let je op de afbeelding van het kaartje, de routebeschrijving of op de afkorting voor kilometer (km).

Slide 18 - Tekstslide

Samen bekijken we het filmpje!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Opdrachten deze week 
  • Maak de opdracht 4 op bladzijde 67

  • Maak opdracht 5 op bladzijde 69

  • Maak opdracht 5 op bladzijde 215

Slide 21 - Tekstslide

Nakijken huiswerk
  • Maak de opdracht 4 op bladzijde 67
  • Maak opdracht 5 op bladzijde 69
  • Maak opdracht 5 op bladzijde 215

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 4 bladzijde 67
1 b wie het vuurwerk uitvonden
c waarom men met de jaarwisseling vuurwerk afsteekt
d waar het buskruit vandaan komt
2 In de tekst vind je de antwoorden in dezelfde volgorde. Maar waar komt die gekke gewoonte eigenlijk vandaan? (al. 4) En waarom doen we er massaal aan mee? (al. 5)
3 Dat het vuurwerk door Chinezen is groot gemaakt (is verspreid).
4 mythe
5 Zwavel en salpeter zijn geen ingrediënten die in een keuken thuishoren. Bovendien is het onwaarschijnlijk dat hij die dan ook nog eens in een bamboestok perste.

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 4 bladzijde 67
Bovendien is het onwaarschijnlijk dat hij die dan ook nog eens in een bamboestok perste.
6 Er is geen verschil.
7 Men maakte al voor de uitvinding veel herrie. Het buskruit maakte dat alleen makkelijker.

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 4 bladzijde 67
8 Twee redenen: elkaar overtroeven (wie het meest, wie het hardst) en de kick (het is gevaarlijk; het mag maar een keer per jaar).
9 De schrijfster noemt het in alinea 1 een gekke gewoonte. En we doen er massaal aan mee. Dat klinkt allebei niet positief. In de laatste alinea staat dat we de buren willen overtroeven. Dat is ook geen positieve benadering. De schrijfster is het er dus vermoedelijk niet mee eens.

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 5 bladzijde 67
1 bij het kopje Feest en Educatie
2 Voorbeelden van ‘beleven’:
de demonstraties (met een wurgslang en een vogelspin);
je kunt de dieren even aanraken.
roofvogels die los vliegen
3 Beleven is meer dan alleen kijken; je maakt iets mee. Bij het eten van insecten maak je hetzelfde mee als bijvoorbeeld hagedissen, omdat die ook insecten eten.

5 Op een evenementenpagina kun je verwachten dat wordt aangekondigd wanneer de roofvogels los vliegen en wanneer er demonstraties zijn (met de wurgslang en de vogelspin).
6 C Als je iets leert
7 Nee, want als vegetariër eet je geen dieren, dus ook geen insecten.

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 5 bladzijde 67
4 Onbekend maakt onbemind betekent: als je iets niet kent, kun je er ook niet van houden.
5 Op een evenementenpagina kun je verwachten dat wordt aangekondigd wanneer de roofvogels los vliegen en wanneer er demonstraties zijn (met de wurgslang en de vogelspin).
6 C Als je iets leert
7 Nee, want als vegetariër eet je geen dieren, dus ook geen insecten.

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 5 bladzijde 215
1 Je leest het eerste stuk: Computerspelletjes.
2 Je kijkt bij het tussenkopje Openingstijden en tarieven.
3 Je knipt het stukje uit van Openingstijden en tarieven.
4 Je kijkt bij het tussenkopje Workshops voor scholen.
5 Voor klas 1 is de workshop op dinsdag van 10.00 – 12.00 uur.

Slide 28 - Tekstslide

Evaluatie
Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?

Weet je...
  • wat je moet doen bij zoekend lezen?

Slide 29 - Tekstslide

Weektaak 50 afgerond

Slide 30 - Tekstslide