4.1 Stroomkring 2kt eerste les volgorde novaboeken aanhouden

SCIENCE

Pak je Chromebook, je boeken en je etui.
Meld je daarna aan bij LessonUp.

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

SCIENCE

Pak je Chromebook, je boeken en je etui.
Meld je daarna aan bij LessonUp.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Opstarten (5 min)
  • Herhalen (5 min)
  • Stroomkring uitleg (5 min)
  • Opdrachten 4.1 maken 
(15 min)

Slide 2 - Tekstslide

4.2 Spanningsbronnen
Wat zijn spanningsbronnen?
Een spanningsbron zorg er voor dat de stroom gaat lopen. 
Het is de motor van de stroomkring.
  • Batterij
  • Accu
  • Stopcontact (230 V)
Elke spanningsbron heeft zijn eigen spanning
Spanning meet je in Volt (V)

Slide 3 - Tekstslide

Kan een lampje van 6 V aangesloten worden op een batterij van 9 V?
A
Ja kan altijd
B
Nee kan nooit
C
Ja kan met een serie geschakelde weerstand
D
Ja kan met een parallel geschakelde weerstand

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de spanning?
A
2,1 V
B
10,5 V
C
21 V

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de spanning?
A
2,3 V
B
11,5 V
C
23 V

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de spanning?
A
2,4 V
B
12 V
C
24 V

Slide 7 - Quizvraag

Hoe gaat 4.2?
Ga naar 4.2 en maak test jezelf.


Klaar?
Start met het lezen en maken van 4.1




Slide 8 - Tekstslide

Geleider laat stoom door
Isolator houdt stroom tegen
Geleider & Isolator

Slide 9 - Tekstslide

Geleider of isolator?
A
geleider
B
isolator

Slide 10 - Quizvraag

Geleider of isolator?
A
geleider
B
isolator

Slide 11 - Quizvraag

Geleider of isolator?
A
geleider
B
isolator

Slide 12 - Quizvraag

Geleider of isolator?
A
geleider
B
isolator

Slide 13 - Quizvraag

4.1 Stroomkring
Stroom loopt altijd in een kring: een stroomkring

In een stroomkring loopt de stroom van plus naar min.

De stroomsterkte geeft aan hoeveel stroom er door de draad loopt. Dit meet je in ampère (A)

Slide 14 - Tekstslide

Deze stroomkring is ..........
A
gesloten
B
verbonden
C
open
D
ongeschakeld

Slide 15 - Quizvraag

Schakelschema

Slide 16 - Tekstslide

Schakelschema
  • Met een schakelschema kun je een stroomkring tekenen.
  • Hiervoor gebruik je symbolen. Een aantal voorbeelden zie je hieronder:

Slide 17 - Tekstslide

In een schakelschema is dit het symbool voor een....
A
schakelaar
B
lamp
C
amperemeter
D
batterij

Slide 18 - Quizvraag

In een schakelschema is dit het symbool voor een
A
schakelaar
B
lamp
C
ampèremeter
D
batterij

Slide 19 - Quizvraag

Spanningsmeter en stroommeter
De stroommeter (ampère meter) geeft 0,025 A aan.

Slide 20 - Tekstslide

Spanningsmeter en stroommeter
  • Een spanningsmeter meet de spanning tussen twee punten, stroom gaat niet door de meter.
  • Een stroommeter meet de stroomsterkte door een draad, stroom gaat wel door de meter.

Slide 21 - Tekstslide

De stroommeter wordt ook
A
Ampère meter genoemd
B
Volt meter genoemd

Slide 22 - Quizvraag

Nu zelf aan de slag
Maak de opdrachten van 4.1 online of in je boek.

Lees de plusstof zelfstandig door om opdracht 14 en 15 te maken.


Klaar?
Maak test jezelf van 4.1

Slide 23 - Tekstslide