P3: Spieren

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom!

  1.   Mobiel in de tas

  2.   Ipad, SH, pen en boek op tafel

  3.   Tas op de grond

  4.   Ga stil lezen 2.3

Wat gaan we doen deze les?

1. Stil lezen / huiswerk controle

2. Wat weet je nog?

3. Uitleg paragraaf 3

4. Aantekeningen maken

5. Zelfstandig werken

1. Bekken en dijbeen

2. Dijbeen en scheenbeen

3. Ellepijp en spaakbeen

4. Opperarmbeen en ellepijp

5. Schouderblad en opperarmbeen

6. Twee vingerkootjes

Vraag 2a

Kogelgewricht

Rolgewricht

Scharniergewricht

Kogelgewricht

Kogelgewricht

Kogelgewricht

Rolgewricht

Rolgewricht

Rolgewricht

Scharniergewricht

Scharniergewricht

Scharniergewricht

Kapselband

Gewrichtskogel

Gewrichtskom

Gewrichtssmeer

Kraakbeen

Gewrichtskapsel

Vraag 3b

- Om de gewrichtskogel zit de

- Slijtage van de gewrichtskogel en de gewrichtskom wordt               tegengegaan door het

- De stroperige vloeistof in het gewricht 

   wordt gemaakt door het              

- Deze stroperige vloeistof heet

- De botten worden bij elkaar gehouden door de

Gewrichtskapsel

Gewrichtskom

Gewrichtssmeer

Kapselbanden

Kraakbeen

Vraag 6

P = 

Q =

R =

Kogelgewricht

Scharniergewricht

Kogelgewricht

Kogelgewricht

Scharniergewricht

Scharniergewricht

Basisstof 4

Spieren

4 / 7

Aan het einde van deze les kan ik:

voorbeelden noemen van 

bewuste en onbewuste spierbewegingen

de werking van spieren beschrijven

Hoe zien spieren eruit?

Spiercellen noem je spiervezels. Een groep spiervezels noem je een spierbundel. Een groep spierbundels heet een spier. Een spier zit vast aan je botten met pezen.

Hoe werken je spieren?

Trekspier en de buigspier

Antagonistische spieren

Spieren die een tegengestelde werking hebben noem je antagonisten. Wanneer de ene spier gespannen is, is de andere spier ontspannen.

Onbewuste spierbewegingen

Onbewuste spierbewegingen

Je hebt geen invloed op je onwillekeurige spieren. Deze spieren worden nooit moe, zoals je hart, oogleden, darmen, kippenvel

Huiswerk maken

1. Lees de tekst, als dat niet klaar was

2. Kijk 2.2 na via het huiswerk

3. Maak 2.3

1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 11, 12, 16

Klaar? Laat zien en doe iets voor jezelf