nt2 werkwoorden

nt2 werkwoorden
zwakke werkwoorden en sterke werkwoorden
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2BasisschoolGroep 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

nt2 werkwoorden
zwakke werkwoorden en sterke werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

draaien
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

roepen
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

kleuren
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

gaan
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

draaien
A
zwak werkwoord
B
sterk werk woord

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

zwemmen
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

kijken
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

rijden
A
zwak werkwoord
B
sterkwerkwoord

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

nu gaan we zelf invullen
We gaan een woord web maken 
- Bedenk zelf met een groepje kinderen wat je geleerd hebben.
- Teken er een plaatje bij 
- Maak je woord web mooi zodat ik het op kan hangen in de klas

Slide 10 - Tekstslide

  • wit papier
  • potloden 
werkwoorden

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

schrijf je een d of t?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

worden
Jan .... in Juli 15 jaar.
A
hij word
B
hij wordt
C
hij wort
D
hij worden

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

liggen
Sara ... op de vloer te rollen.
A
ligd
B
ligde
C
ligt
D
ligdt

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

horen
De jongen ..... niet zo goed!
A
hoord
B
hoort
C
hoordt
D
hoor

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

zien
Mijn buur meisje .... dat er een wolf op straat liep.
A
zied
B
zient
C
zie
D
ziet

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

mama ..... om te komen eten.
A
riept
B
roep
C
roept
D
roeptte

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

in de ochten moet de kinderen altijd ......
A
lazen
B
leest
C
leesde
D
lezen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ömer ... op zijn stoel heel recht.
A
zat
B
zitten
C
zit
D
zite

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Yigit ... gisteren een verhaaltje voor.
A
las
B
leesde
C
leest
D
lezen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tamara en Amer .... broer en zus.
A
waren
B
gaan
C
zitten
D
zijn

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Daria ..... altijd zin om naar juf Leentje te gaan.
A
geeft
B
was
C
ging
D
heeft

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nastya ..... volgend jaar naar een nieuwe school.
A
ging
B
gaat
C
ga
D
gong

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Khalil is altijd aan het ..........
A
gammen
B
game
C
gaymen
D
gamen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Turkan en Silvana ...... taalbos heel leuk.
A
zitten
B
vinde
C
zagen
D
vinden

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Karim en Sasha ..... elkaar niet.
A
kende
B
konde
C
ken
D
kenden

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mirza ..... heel goed rekenen.
A
kun
B
kant
C
kunt
D
kan

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Katja .... veel van snoepjes.
A
vind
B
hou
C
lekker
D
houd

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juf Leentje ... heel trots op jullie.
A
zijn
B
is
C
was
D
waren

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies