Gezondheidskunde les 5 chronische ziekten SW1

Gezondheidskunde



Les 5 
Chronische ziektebeelden
SW1
Periode 2
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gezondheidskunde



Les 5 
Chronische ziektebeelden
SW1
Periode 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je herkent symptomen van veelvoorkomende chronische ziektes, aandoeningen en beperkingen.
  2. Je beschrijft oorzaken van veelvoorkomende chronische ziektes en aandoeningen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke hoort er niet bij?

Chronisch ziek zijn is:
A
geleidelijk ontstaan
B
Ongeneeslijk
C
korter dan 4 maanden
D
Blijvende invaliditeit

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cijfers chronisch zieken in NL

Slide 4 - Tekstslide

Samen bekijken

- Wat valt je op? 
- Wat vind je er van? 
- Waarom belangrijk voor SW?
Chronische motorische aandoeningen?
Zoek op!

Slide 5 - Woordweb

- Wat weet je van deze ziektebeelden?




0

Slide 6 - Video

- Welke gevolgen heeft pijn op het leven van je cliënt? 
- Wat is jouw rol als sociaal werker?

Wat is een voorbeeld van chronische zintuigelijke aandoening?
A
Kanker
B
Doofheid
C
Epilepsie
D
CVA

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef voorbeelden van chronische neurologische aandoeningen.
(niet met tekst maar met een plaatje)

Slide 8 - Open vraag

Neurologische aandoeningen zijn aandoeningen aan het centrale zenuwstelsel
Parkinson
Bij de ziekte van Parkinson wordt onvoldoende dopamine aangemaakt.
Dopamine maakt de prikkelover-dracht tussen de cellen mogelijk.
Spieren worden stijf en reageren langzamer op prikkels.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Parkinson VS Parkinsonisme

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij de symptomen van Parkinson?
A
Beven
B
Bewegingsarmoede
C
Rigiditeit
D
Alle drie zijn goed

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschijnselen Parkinson
  • stijve spieren die langzaam reageren, bevingen, 
  • tremoren (vooral handen en hoofd), 
  • verhoogde talg- en zweetafscheiding,
  • overmatige speekselvloed door verminderd slikken,
  • maskerachtige gelaatsuitdrukking,
  • monotoon en binnensmonds praten,
  • lopen met schuivelpasjes,
  • start- en stopproblemen,
  • bewegingsarmoede,
snel vermoeid raken.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epilepsie
Veranderingen in de elektrische activiteit in de hersenen

Partiele en gegeneraliseerde aanvallen
 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

MS (multiple sclerose) = 
een aandoening van het centrale zenuwstelsel 
stijve of zwakke spieren, spraakproblemen, stuurloze bewegingen


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Multiple sclerose is een spierziekte.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Multiple sclerose ontstaat door beschadiging van de myelineschede.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiter
Sleepopdracht volgende slide

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alzheimer
hersenbloeding
kleine pasjes en veel beven
ontstoken gewrichten
Parkinson
Dement
Reuma
CVA

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
- Opdracht 6 bespreken

Volgende keer:
- Verdiep je in Diabetes, COPD & Kanker
- Maak opdracht 7

DENK AAN DE EINDOPDRACHT!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies