tekst 12B

ἐσχον
wat is de aor.stam?
A
ἐχ-
B
ἐσχ-
C
σχ-
D
χ-
1 / 34
volgende
Slide 1: Quizvraag
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

ἐσχον
wat is de aor.stam?
A
ἐχ-
B
ἐσχ-
C
σχ-
D
χ-

Slide 1 - Quizvraag

wat betekent
πλειων
A
groter
B
minder
C
meer
D
meest

Slide 2 - Quizvraag

ὡς + superlativus
A
nogal...
B
zo ... mogelijk
C
te...
D
zeer...

Slide 3 - Quizvraag

ἡττον
betekent 'minder'
maar wat is naamval, getal geslacht?
A
acc N sg
B
acc M/F sg
C
nom M/F sg
D
gen M/F/N pl

Slide 4 - Quizvraag

1. Δεύτερος ἐν τῷ συλλόγῳ ὁ Ὀδυσσεὺς εἶπεν·

“Σύ, Αἶαν, εἶπες μὲν περὶ 
ἔργων τε καὶ λόγων, 
εἶπες δὲ περὶ ἀνδρείας 
τε καὶ δειλίας.

Slide 5 - Tekstslide

εἶπεν
imperfectum of aoristus?
A
imperfectum
B
aoristus

Slide 6 - Quizvraag

welke woorden pasten volgens Ajax bij Odysseus?

A
ἔργων τε καὶ λόγων
B
ἀνδρείας τε καὶ δειλίας
C
ἔργων τε καὶ ἀνδρείας
D
λόγων τε καὶ δειλίας

Slide 7 - Quizvraag

1. Δεύτερος ἐν τῷ συλλόγῳ ὁ Ὀδυσσεὺς εἶπεν·

“Σύ, Αἶαν, εἶπες μὲν περὶ 
ἔργων τε καὶ λόγων, 
εἶπες δὲ περὶ ἀνδρείας 
τε καὶ δειλίας.
Als tweede in de vergadering sprak Odysseus:

‘Jij, Aias, hebt gesproken over daden en woorden
 en je hebt gesproken over moed en lafheid!

Slide 8 - Tekstslide

4. Κρείττων δῆτά ἐστιν ὁ Αἴας καὶ μείζων ἐμοῦ.

Ἀλλ’, ὦ ἄνδρες, διὰ τοῦτο καὶ βέλτιστος πάντῶν τῶν Ἀχαιῶν ἐστιν ὁ Αἴας; Οὐ μὰ τὸν Δία.

Slide 9 - Tekstslide

zijn de vormen κρειττων en μειζων (r.3) mannelijk of vrouwelijk?
A
allebei
B
mannelijk
C
vrouwelijk
D
geen van beide

Slide 10 - Quizvraag

Hoe vertaal je de genitivus (ἐμου r.3) bij een comparativus?
A
als ik
B
van mij
C
dan ik
D
mijn

Slide 11 - Quizvraag

βέλτιστος τῶν Ἀχαιῶν ἐστιν (r.5)
hoe vertaal je deze woordgroep?
A
hij is de betere van de Grieken
B
hij is de beste van de Grieken
C
hij is van de zeer goede Grieken
D
van de Grieken is hij zeer goed

Slide 12 - Quizvraag

4. Κρείττων δῆτά ἐστιν ὁ Αἴας καὶ μείζων ἐμοῦ.

Ἀλλ’, ὦ ἄνδρες, διὰ τοῦτο καὶ βέλτιστος πάντῶν τῶν Ἀχαιῶν ἐστιν ὁ Αἴας; Οὐ μὰ τὸν Δία.
Aias is inderdaad sterker en groter dan ik.

Maar, mannen, is Aias daarom/daardoor ook de beste van alle Grieken? Nee, bij Zeus!

Slide 13 - Tekstslide

last time on "Grieks"
Odysseus spreekt συλλογῳ:

Ajax, je bent inderdaad 
μειζων ἐμου
maar niet perse
βελτιστος παντων των Ἀχαιων!

Slide 14 - Tekstslide

7. Ἐγὼ οὐχ ὡς θηρίον τι ἀγριώτατον πολεμῶ ὥσπερ ὁ Αἴας.

Ἆρα διὰ τοῦτ’ ἐμὲ δειλότερον Αἴαντος νομίζετε, ἄνδρες;

ἀγριος = wild
Αἴας, -ντος  = Ajax


Slide 15 - Tekstslide

ὡς θηρίον τι ἀγριώτατον

A
als het wildste beest
B
als het zeer wilde beest
C
als een zeer wild beest
D
als een nogal wild beest

Slide 16 - Quizvraag

ἐμὲ δειλότερον Αἴαντος νομίζετε, ἄνδρες;
wat voor genitivus is Αἴαντος?
A
comparationis
B
partitivus
C
subjectivus
D
objectivus

Slide 17 - Quizvraag

7. Ἐγὼ οὐχ ὡς θηρίον τι ἀγριώτατον πολεμῶ ὥσπερ ὁ Αἴας.

Ἆρα διὰ τοῦτ’ ἐμὲ δειλότερον Αἴαντος νομίζετε, ἄνδρες;
 Ík voer geen oorlog als een zeer wild beest, zoals Aias (doet).

Vinden jullie me daarom laffer dan Aias, mannen?

Slide 18 - Tekstslide

9. Ἐγὼ γὰρ διὰ τὴν ἐμὴν σοφίαν τε καὶ τοὺς ἐμοὺς δόλους μὰλλον οἷός τέ εἰμι σῶσαι τοὺς Ἀχαιούς ἢ Αἴας·

11. νυκτὸς γὰρ ἐξῆλθον καὶ τὰ ἐν τῷ Ἰλίῳ κατεσκόπουν 
καὶ διὰ τοῦτο νῦν γιγνώσκομεν βουλάς τινας τῶν πολεμίων.



οἷός τέ εἰμι = in staat zijn om, kunnen
μὰλλον = bijw. van de comparativus


τὰ ἐν τῷ Ἰλίῳ = de situatie in Troje
κατασκοπεω = bekijken, bespionneren

Slide 19 - Tekstslide

μὰλλον οἷός τέ εἰμι σῶσαι τοὺς Ἀχαιούς
benoem de vorm: tijd, vorm, praesens van σῶσαι
A
inf praes van σωσω
B
inf aor van σωζω
C
inf praes van σῳζω
D
inf aor van σῳζω

Slide 20 - Quizvraag

r.11-12 bevat 3 ww-vormen ἐξῆλθον, κατεσκόπουν en γιγνώσκομεν.
welke uitspraak is waar?
A
ἐξῆλθον, κατεσκόπουν zijn aoristus en afgesloten
B
alle vormen zijn aoristi en dus afgesloten
C
ἐξῆλθον is afgesloten, de rest heeft een duratief aspect
D
κατεσκόπουν en γιγνώσκομεν hebben 'n punctueel aspect

Slide 21 - Quizvraag

βουλάς τινας τῶν πολεμίων
- hoe vertaal je τινας?
A
sommigen (zelfstandig)
B
sommige (congruerend)
C
wie (meervoud)
D
welke (congruerend)

Slide 22 - Quizvraag

9. Ἐγὼ γὰρ διὰ τὴν ἐμὴν σοφίαν τε καὶ τοὺς ἐμοὺς δόλους μὰλλον οἷός τέ εἰμι σῶσαι τοὺς Ἀχαιούς ἢ Αἴας·

11. νυκτὸς γὰρ ἐξῆλθον καὶ τὰ ἐν τῷ Ἰλίῳ κατεσκόπουν 
καὶ διὰ τοῦτο νῦν γιγνώσκομεν βουλάς τινας τῶν πολεμίων.
Want ík ben door mijn slimheid en mijn listen
meer in staat de Grieken te redden dan Aias: 

want ik ben er ’s nachts opuitgegaan en ik bekeek de situatie in Troje en daardoor kennen wij nu enkele plannen van de vijanden.

Slide 23 - Tekstslide

13 Πότερος οὖν ἡμῶν ἀμείνων ἐστὶν εἰς τὸν πόλεμον;


14 Κρίνετε δή, ἄνδρες ἡγεμόνες· διὰ τὴν ἀνδρείαν ἢ διὰ τὴν σοφίαν πλέον βλάπτομεν τοὺς πολεμίους!”

εἰς +acc = hier: voor

Slide 24 - Tekstslide

Πότερος οὖν ἡμῶν ἀμείνων ἐστὶν
Πότερος - wie van beide. ἡμῶν - pers.vnw. vertaal:
A
wie van beide is onze betere
B
wie van ons beide is beter
C
wie van beide is onze beste
D
wie van ons beide is het best

Slide 25 - Quizvraag

Κρίνετε δή, ἄνδρες ἡγεμόνες·
welke vorm is -ετε hier? Bedenk dat de zin in directe rede staat

Slide 26 - Open vraag

13 Πότερος οὖν ἡμῶν ἀμείνων ἐστὶν εἰς τὸν πόλεμον;


14 Κρίνετε δή, ἄνδρες ἡγεμόνες· διὰ τὴν ἀνδρείαν ἢ διὰ τὴν σοφίαν πλέον βλάπτομεν τοὺς πολεμίους!”
Wie van ons beiden is dus beter / het beste voor / met betrekking tot de oorlog?

Oordeel dan, (heren) aanvoerders: brengen wij door dapperheid of door slimheid de vijanden meer schade toe?’

Slide 27 - Tekstslide

16 Τῶν ἡγεμόνων οἱ πλεῖστοι ἐνόμισαν ὅτι ὁ Ὀδυσσεὺς βέλτιστα εἶπεν·


οὕτω δὴ τὰ ὅπλα ἐπέτρεψαν αὐτῷ.





ἐπιτρεπω = toekennen

Slide 28 - Tekstslide

ἐνόμισαν ὅτι ὁ Ὀδυσσεὺς βέλτιστα εἶπεν·
kijk goed naar de context, hoe vertaal je hier de aoristus εἶπεν?
A
zei
B
heeft gezegd
C
had gezegd

Slide 29 - Quizvraag

τὰ ὅπλα ἐπέτρεψαν αὐτῷ.
ἐπέτρεψαν komt van ἐπιτρεπω - toekennen; hoe vertaal je deze zin?
A
de wapens kennen zij toe aan hem
B
de wapens kenden zij hem toe
C
zij kennen hem de wapens toe
D
de wapens kenden hem toe

Slide 30 - Quizvraag

16 Τῶν ἡγεμόνων οἱ πλεῖστοι ἐνόμισαν ὅτι ὁ Ὀδυσσεὺς βέλτιστα εἶπεν·


οὕτω δὴ τὰ ὅπλα ἐπέτρεψαν αὐτῷ.
De meeste (van de) aanvoerders meenden, 
dat Odysseus
 het beste had gesproken;

daarom kenden zij aan hem de wapenrusting toe. 

Slide 31 - Tekstslide

Ὁ δ’ Αἴας ἀνώρουσε καὶ εἶπεν· “Μέγιστα ἀδικεῖτε, ἄνδρες.

 Νὺν δὴ ὑμᾶς πάντας ἐχθρούς, οὐκέτι φίλους, νομίζω.”

20 ῎Επειτα δὲ χολῳ μεγίστῳ ἔλιπε τὸν σύλλογον.
Maar Aias sprong op en zei: ‘Jullie handelen zeer onrechtvaardig, mannen!
Nu beschouw ik jullie allen als vijanden, niet meer als vrienden.’
Vervolgens verliet hij in zeer grote woede de vergadering.

Slide 32 - Tekstslide

Vind je dat Odysseus de wapenrusting van Achilles verdient heeft?
A
ja
B
nee

Slide 33 - Quizvraag

Leg je antwoord bij de vorige vraag uit

Slide 34 - Open vraag