Les 4 Smaak

Les 4 - Smaak 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 4 - Smaak 

Slide 1 - Tekstslide

 Goedemorgen!

* 10 minuten lezen
* Terugblik
* Lesdoelen
* Les 4 - Smaak
* Mindmap
* Huiswerk
* Evaluatie

Telefoon in je tas!

Klaarleggen:

-etui
-agenda
-leesboek
-laptop
-mindmap



timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

Bekijk je mindmap. Wat weet je over personages?


Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen

* Je weet wat genres zijn.
* Je kunt uitleggen welk genre jou het leukst lijkt en waarom je dat vindt.
* Je kunt je mindmap uitbreiden met een tak over genres.

Procesdoelen
* Je doet actief mee.
* Je werkt geconcentreerd aan je mindmap.

Slide 4 - Tekstslide

Log in op Lesson Up.

De volgende vragen maak je zelfstandig. Klik op deze link.

Slide 5 - Tekstslide

Les 4 - Genres
Als iemand jou vraagt van wat voor soort films en series jij houdt, kun je dat waarschijnlijk in een paar woorden uitleggen. Zo is het ook met boeken. Om uit te leggen wat jouw smaak is, kun je iets zeggen over:

het onderwerp: − datgene waarover het verhaal gaat, bijvoorbeeld: voetbal, pesten of vriendschap.
het genre (spreek uit: zjan-re), het soort verhaal

Sommige mensen noemen psychologische verhalen ook wel probleemboeken. Daarin worstelt de hoofdpersoon met een probleem. Hij is bijvoorbeeld ernstig ziek of zijn ouders gaan scheiden.

Of je een boek wel of niet leuk vindt, hangt vaak ook af van hoe het boek eruitziet en hoe het is geschreven. Daarnaast kun je zeggen of je meer van fictie of non-fictie houdt en of je realistische en fantasieverhalen wel of niet leuk vindt.



Slide 6 - Tekstslide

Les 4 - Genres
Als iemand jou vraagt van wat voor soort films en series jij houdt, kun je dat waarschijnlijk in een paar woorden uitleggen. Zo is het ook met boeken. Om uit te leggen wat jouw smaak is, kun je iets zeggen over:

het onderwerp: − datgene waarover het verhaal gaat, bijvoorbeeld: voetbal, pesten of vriendschap.
het genre (spreek uit: zjan-re), het soort verhaal

Sommige mensen noemen psychologische verhalen ook wel probleemboeken. Daarin worstelt de hoofdpersoon met een probleem. Hij is bijvoorbeeld ernstig ziek of zijn ouders gaan scheiden.

Of je een boek wel of niet leuk vindt, hangt vaak ook af van hoe het boek eruitziet en hoe het is geschreven. Daarnaast kun je zeggen of je meer van fictie of non-fictie houdt en of je realistische en fantasieverhalen wel of niet leuk vindt.



Maak een nieuwe tak bij je mindmap
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Realistische fictie
Niet-realistische fictie
Non-fictie

Slide 8 - Sleepvraag

Lees de omschrijving van het boek 24 uur.
Bij welk genre zou jij dit boek indelen?

Slide 9 - Open vraag

Lees het fragment uit Fluistervlammen - 1.
Is dit realistische of niet-realistische fictie?

Slide 10 - Open vraag

Lees het fragment uit Dracula.
Bij welk genre hoort deze tekst?

Slide 11 - Open vraag

Lees de omschrijving van de serie One Day.
Welk genre past bij deze serie?

Slide 12 - Open vraag

Bedenk een zin die binnen het genre sciencefiction past.

Slide 13 - Open vraag

Bedenk een zin binnen het genre fantasy past.

Slide 14 - Open vraag

De jongen heeft een nieuw telefoonhoesje_____________
A
bestelt
B
besteld
C
bestelde
D
bestelden

Slide 15 - Quizvraag

Ik ________________ (vt) mijn elleboog.
A
stoot
B
stote
C
stoote
D
stootte

Slide 16 - Quizvraag

De tovenaar heeft_____________
A
getovert
B
toverden
C
betovert
D
getoverd

Slide 17 - Quizvraag

Op Netflix ___________ (tt) regelmatig nieuwe series.
A
start
B
startte
C
starten
D
startten

Slide 18 - Quizvraag

Hoe laat_____________ Bert de pizza's?
A
bestel
B
bestelden
C
bestelt
D
bestellen

Slide 19 - Quizvraag

Vroeger __________ ik op een boerderij.
A
gewoond
B
woon
C
woonde
D
woonden

Slide 20 - Quizvraag

Huiswerk voor maandag 22 april

Ga naar fronter > methodes > Nieuw Nederlands > Cursus 7 spelling > trainen > Kies de onderdelen die je nog lastig vindt.

Je begint hier nu al aan.

Slide 21 - Tekstslide