Kerndoel 40 > les 11 > hoe dieren wonen > groep 4/5

Dit ga je in deze lessenserie leren: 
  • Ik kan opnoemen op welke plekken dieren hun huizen bouwen. 
  • Ik kan vertellen hoe dieren hun huizen bouwen. 
  • Ik kan uitleggen waarom dieren hun huis op die plek bouwen.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 4,5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Dit ga je in deze lessenserie leren: 
  • Ik kan opnoemen op welke plekken dieren hun huizen bouwen. 
  • Ik kan vertellen hoe dieren hun huizen bouwen. 
  • Ik kan uitleggen waarom dieren hun huis op die plek bouwen.

Slide 1 - Tekstslide

Bij het water

Slide 2 - Tekstslide

Drijven op het water
Sommige dieren maken een nest dat drijft op het water, zoals de fuut.
Bekijk het volgende filmpje maar eens.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Wat is waar over de jongen van een fuut:
A
Ze kunnen niet meteen voor zichzelf zorgen
B
Ze kunnen een beetje voor zichzelf zorgen maar worden nog wel gevoerd
C
Ze zorgen meteen helemaal voor zichzelf

Slide 5 - Quizvraag

Bouwen in het water
Er zijn ook dieren die hun huis bouwen in het water. Een voorbeeld daarvan is de bever

Bevers zijn heel slimme beestjes. Van hout, stenen en modder maken ze een veilig huis, een burcht. Maar bevers kunnen nog meer. 
Bekijk het volgende filmpje maar eens. (5.18 min)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Waarom is hout zo belangrijk voor bevers?

Slide 8 - Open vraag

Waarom is hout zo belangrijk voor bevers?

Ze bouwen hun huis ermee en ze eten het.

Slide 9 - Tekstslide

Bouwen onder water
Zelfs onder water wordt gebouwd. Zoals door het stekelbaarsje
Bekijk het volgende filmpje maar eens. 

Slide 10 - Tekstslide

Mannetje of vrouwtje stekelbaars?

Ik bouw het nest.
A
mannetje
B
vrouwtje

Slide 11 - Quizvraag

Mannetje of vrouwtje stekelbaars?

Ik leg de eitjes.

A
mannetje
B
vrouwtje

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Link

Mannetje of vrouwtje stekelbaars?

Ik zorg voor de jongen.

A
mannetje
B
vrouwtje

Slide 14 - Quizvraag

Evaluatie van de les

Slide 15 - Tekstslide

Noem een dier dat zijn huis op het water bouwt.

Slide 16 - Woordweb

de fuut

Slide 17 - Tekstslide

Noem een dier dat zijn huis in het water bouwt.

Slide 18 - Woordweb

de bever

Slide 19 - Tekstslide

Noem een dier dat zijn huis onder water bouwt.

Slide 20 - Woordweb

de stekelbaars

Slide 21 - Tekstslide

Waar ging de les over?

Slide 22 - Open vraag

Wat ga je onthouden van deze les?

Slide 23 - Open vraag

Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video