Bs 4.3 beenverbindingen

Welkom!
Pak je boek blz ............en je schrift
Log in bij LessonUp en open je boek op blz. 22
 Bs 4.3 Beenverbindingen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je boek blz ............en je schrift
Log in bij LessonUp en open je boek op blz. 22
 Bs 4.3 Beenverbindingen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Terugblik test jezelf 4.2
  • Leerdoelen
  • Uitleg BS 3
  • Oefenen met BS 3
  • Huiswerk 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik bs 1 en 2

Slide 3 - Tekstslide

Memory  bs 1 en 2
Speel met je tafelpartner memory.
Heb je een paar gevonden? Vertel wat je nog
weet over dit woord.

Een paar kan:
- Afbeelding + tekst
- Tekst + tekst
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Basisstof 3: beenverbindingen
blz 22 tm 24

Slide 5 - Tekstslide

Beenverbindingen zonder beweging

Beenderen die met elkaar vergroeid zijn. Beweging is niet mogelijk.

Welke beenderen kan je bedenken die aan elkaar gegroeid zijn?

Slide 6 - Tekstslide

Beenverbindingen zonder beweging

Beenderen die met elkaar vergroeid zijn. Beweging is niet mogelijk.
heiligbeen/bekken vergroeid
schedel naden

Slide 7 - Tekstslide

Verbindingen met een beetje beweging


Sommige botten zijn verbonden door kraakbeen.

Welk beweeglijke verbinding van kraakbeen ken je?

Slide 8 - Tekstslide

Verbindingen met een beetje beweging

Sommige botten zijn verbonden door kraakbeen.
Door kraakbeen kan de borstkas groter en kleiner worden tijdens ademhaling.


Slide 9 - Tekstslide

Verbindingen met beetje beweging


De wervelkolom kan           
 dankzij kraakbeen
buigen en strekken

Slide 10 - Tekstslide

Heel beweeglijk zijn gewrichten
De bouw van het gewricht heeft te maken met de beweging.

De typen gewrichten zijn:
  1. Rolgewricht
  2. Kogelgewricht
  3. scharniergewricht

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Typen gewrichten
1 Kogelgewricht -> de gewrichtskogel draait in de kom.
Beweging in meerdere richtingen mogelijk.


Slide 13 - Tekstslide

Typen gewrichten
1 Kogelgewricht -> de gewrichtskogel draait in de kom.
Beweging in meerdere richtingen mogelijk.

2 Rolgewricht -> het ene bot draait om het andere bot.
Bijvoorbeeld: je hand draaien.



Slide 14 - Tekstslide

 3 Typen gewrichten
1 Kogelgewricht -> de gewrichtskogel draait in de kom.
Beweging in meerdere richtingen mogelijk.

2 Rolgewricht -> het ene bot draait om het andere bot.
Bijvoorbeeld: je hand draaien.

3 Scharniergewricht -> het ene bot draait als scharnier.
Beweging heen en terug is mogelijk.

Slide 15 - Tekstslide

Gewrichten veel beweging
Gewricht -> een verbinding tussen 
                          twee botten.
Een gewricht bestaat uit:
- Gewrichtskogel / kop
- Gewrichtskom

Door kraakbeen en smeer kunnen 
de botten soepel bewegen .


Slide 16 - Tekstslide

Gewrichten veel beweging
Botten zitten vast door het gewrichtskapsel.
Kapselbanden zorgen voor extra stevigheid van zware gewrichten.

Het gewrichtskapsel maakt
gewrichtssmeer aan.
Een stroperige vloeistof die
beweging soepel maakt.

Slide 17 - Tekstslide

type verbinding
plek in lichaam
beweeglijkheid
naadverbinding
vergroeid
kraakbeen
gewricht

Slide 18 - Tekstslide

type verbinding
plek in lichaam
beweeglijkheid
naadverbinding
schedel
niet
vergroeid
heiligbeen
niet
kraakbeen
borstbeen/rib
beetje
gewricht
schouder,knie
goed beweeglijk

Slide 19 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk 4.3
Maken digitaal opdr 1,2,3 


(eventueel laterook 5,6,7,8)

Slide 21 - Tekstslide

Gewricht
Naad
Vergroeid
Kraakbeen

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Video

Waar zorgen de kapselbanden voor?
De kapselbanden zorgen ervoor dat...
A
het gewricht minder snel slijt
B
het gewricht soepel kan bewegen
C
de botten in het gewricht op hun plek blijven

Slide 24 - Quizvraag

Wat voor gewricht is je knie? Leg uit.

Slide 25 - Open vraag

Huiswerk
-Onderstreep bs 4.3  blz 22
-Maak van 4.3 opdracht 1 t/m3,  5, 6, 7 en 8  digitaal

-Weet je een vraag niet? Lees de tekst goed door.
 Vraag het daarna pas aan een klasgenoot.

Slide 26 - Tekstslide