Energiesoorten

Energiesoorten
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Energiesoorten

Slide 1 - Tekstslide

Wat is energie?
• Apparaten, machines maar ook levende organismen (mensen, dieren, planten) hebben energie nodig om iets te kunnen doen.

• Iets doen noem je arbeid verrichten.

• Om arbeid te kunnen verrichten is energie nodig!

Slide 2 - Tekstslide

Elektrische energie
Bewegingsenergie
Chemische energie
Geluidsenergie
Lichtenergie
Warmte-energie









Slide 3 - Tekstslide




Energie verdwijnt nooit, maar wordt altijd van de ene naar de andere vorm(en) omgezet.
Een voorbeeld: Een lamp (apparaat) heeft elektrische energie nodig om arbeid te verrichten (licht geven).



Slide 4 - Tekstslide

Een auto heeft chemische (benzine, diesel of aardgas) of elektrische energie nodig om arbeid te kunnen verrichten (rijden). De auto is in dit voorbeeld de energieomzetter:
Chemische of elektrische energie wordt door de auto omgezet in beweging- en warmte-energie.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Welke energiesoort zit er in alle brandstoffen?
A
elektrische energie
B
bewegingsenergie
C
chemische energie
D
warmte

Slide 7 - Quizvraag

Welke energiebron is de belangrijkste brandstof voor het menselijk lichaam en levert energie door verbranding?
A
Elektrische energie
B
Zonne-energie
C
Kernenergie
D
Chemische energie

Slide 8 - Quizvraag

Bij een verbranding vindt de volgende energieomzetting plaats.
A
warmte --> chemische energie
B
elektrische energie --> warmte
C
chemische energie --> warmte
D
warmte --> elektrische energie

Slide 9 - Quizvraag

De eenheid van energie is:
A
Watt
B
Joule
C
Meter
D
Volt

Slide 10 - Quizvraag

kinetische energie
Om een voorwerp in beweging te krijgen is een bepaalde hoeveelheid energie nodig. Dit heet kinetische energie. Deze energie is afhankelijk van de massa van het voorwerp en de snelheid die je het voorwerp mee wil geven.

Slide 11 - Tekstslide

Formule van kinetische energie

Slide 12 - Tekstslide

In een motorboot gebruik je een motor om vooruit te komen, welke bewering is waar?
A
Je zet chemische energie om in bewegingsenergie
B
de boot zet bewegings-energie om in bewegingsenergie
C
bewegingsenergie van de motor, wordt omgezet in beweging van het water.
D
bewegingsenergie van de golven wordt omgezet in beweging van de boot

Slide 13 - Quizvraag

Zwaarte energie
Om een voorwerp op te tillen is energie nodig. Doordat je een voorwerp tegen de zwaartekracht in optilt stop je energie in het voorwerp. Hoe hoger het voorwerp wordt opgetild hoe meer energie je erin stopt. De zwaarte energie in het voorwerp komt vrij zodra het losgelaten wordt en valt

Slide 14 - Tekstslide

Rekenen met zwaarte energie









g hier op aarde is 9,81 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Welke bal heeft de meest zwaarte-energie?
A
links
B
midden
C
rechts
D
alledrie evenveel

Slide 17 - Quizvraag

Kinetische energie: groot -> klein

Slide 18 - Tekstslide

Energie effecten bij chemische reacties.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het kenmerkende verschil tussen een exotherme en een endotherme reactie?
A
Beide reacties geven energie af aan de omgeving.
B
Beide reacties nemen energie op uit de omgeving.
C
Bij endotherm komt energie vrij, exotherme reacties nemen energie op
D
Bij exotherm komt energie vrij, endotherme reacties nemen energie op

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een endotherme reactie?
A
het bevriezen van water
B
het hard worden van chocolade
C
Het verbranden van benzine
D
het verdampen van alcohol

Slide 21 - Quizvraag

Primaire energiebronnen
Energiebron die bij verbranding direct zorgt voor energie. 

Vb: aardolie, aardgas, hout, steenkool, maar ook zon, stromend water en wind

Slide 22 - Tekstslide

Secundaire energiebronnen
Energiebron die ontstaat bij het verbruiken van een primaire energiebron. 

Bijv electriciteit opgewekt met steenkool of kernenergie 

Slide 23 - Tekstslide

Uitputbare energiebronnen
De meeste energiebronnen kun je maar 1x gebruiken
Ook wel: fossiele brandstoffen (steenkool, aardgas, aardolie, uranium)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide